N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Slavernijverleden Vlissingen was een grote speler in de slavenhandel en gaat daar excuses voor maken. Sommigen vinden het „te lang geleden”.
Ook ongewoon was de drukte op de persbankjes in de raadszaal. Als er géén meerderheid was voor het aanbieden van excuses, zou Vlissingen de enige belangrijke Nederlandse slavenhandelsstad zijn die geen excuses maakt voor haar slavernijverleden. De andere Nederlandse steden met een groot aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel waren Amsterdam, Rotterdam en Middelburg. Die eerste twee steden boden in 2021 hun excuses al aan. Middelburg gaat dat op 1 juli dit jaar doen. Dan is het Keti Koti, de feestdag waarop de afschaffing van de slavernij gevierd wordt.
Nipte meerderheid
Vlissingen gaat het ook op 1 juli dit jaar doen. Veertien raadsleden stemden vóór het voorstel van de ChristenUnie om excuses te maken voor de rol van het Vlissingse gemeentebestuur in het slavernijverleden – mede ingediend door GroenLinks, SP, PvdA en D66. Veertien stemmen waren nét genoeg voor een meerderheid. Onverwacht stemden een SGP’er en een raadslid van lokale partij Perspectief op Vlissingen (POV) vóór. De andere SGP’er en POV’er stemden tegen.
Van harte ging het allemaal niet. De SGP kwam met een ingewikkeld voorstel. Ze diende een amendement in, dat ervoor zou zorgen dat er géén excuses voor het slavernijverleden zouden worden aangeboden, maar voor „de onvoldoende en eenzijdige aandacht voor het slavernijverleden in de afgelopen decennia en, daaruit volgend, voor het onvoldoende getoonde begrip voor de gevoelens van de nazaten van de tot slaaf gemaakten”. De gedachte hierachter was, zei Lilian Janse van de SGP, dat „alleen voor de eigen fouten oprecht spijt kan worden betuigd”.
Pieter Jan Mersie (CU), de initiatiefnemer van het voorstel, zei dat hij het prima vindt als daar óók excuses voor worden gemaakt, maar die excuses mochten niet in de plaats komen van de excuses voor het slavernijverleden. SGP’er Cor Tromp stemde daarom tegen het voorstel. Voor Janse was deze aanpassing blijkbaar wel voldoende.
De POV-fractie had van tevoren al aangegeven dat ze mogelijk verdeeld zou gaan stemmen. „Het slavernijverleden is Nederlandse geschiedenis, dus wij sluiten ons liever aan bij de landelijke aanpak”, zei Ruud Kleefman. „Echter, met dit raadsvoorstel zijn wij min of meer gedwongen om een keuze te maken. En dat gaan wij doen, met dien verstande dat het best kan zijn dat wij verschillend zullen stemmen.” Kleefman was de POV’er die vóór stemde.
De meeste fracties die tegen stemden hadden als voornaamste argument dat het slavernijverleden te lang geleden is om er nog excuses voor te maken. Ze vonden dat Vlissingen er op andere manieren aandacht aan moet besteden.
De CDA-eenmansfractie zorgde voor verwarring alom. Marin de Zwarte zou tegen stemmen, zei hij, want: „Dat er slavenhandelaren waren die óók wethouder of burgemeester waren, betekent niet dat bestuurders per definitie slavenhandelaren waren.” Andere fracties wezen hem erop dat er in het voorstel staat dat het huidige bestuur enkel als rechtsopvolger excuses maakt. „Het waren bestuurders, maar niet het orgáán”, probeerde De Zwarte nog. Het leek er niet op dat de verwarde collega-raadsleden hem nu wel begrepen.
Bittere nasmaak
De manier waarop het besluit tot stand is gekomen, geeft Angélique Duindam van Keti Koti Zeeland een bittere nasmaak. „En het amendement van de SGP zwakt de excuses juist af”, zegt ze vrijdagochtend aan de telefoon. Eenzijdige aandacht voor het slavernijverleden? Weet de SGP dan niet dat Duindam en andere Zeeuwen al jaren die andere kant van dat verleden proberen te laten zien? „Ik werk bijvoorbeeld al lange tijd mee aan het realiseren van een kenniscentrum in Zeeland over het slavernijverleden.”
Vlissingers zijn koppig en nuchter, volgens Duindam. „Niet te emotioneel doen. Niet te veel in het verleden hangen, want daar wonen we nu niet. Dat snap ik, maar met excuses zeg je: de fouten uit het verleden gaan we niet opnieuw maken.”