Wir schaffen het niet

Christiaan Weijts

Lelystad, Schiedam, Roosendaal. Dat er jaarlijks een stad van ongeveer die grootte aan asielinstroom bij zal komen, was bij het kabinet al een tijdje bekend, maar „ze konden het er even niet bij hebben”, meldt de NOS. Zo ver zijn we nu dus. Een kabinet met het hoofd onder het kussen dat de post niet meer opent. Althans niet zonder „een bijbehorend plan” te presenteren. Het bekende verloop: eerst overvallen worden, dan koortsig op zoek naar verzachtende beeldvorming.

Welk ‘wir schaffen das’ valt hier te tonen? Rutte op bezoek bij Meloni, met wie hij samen de instroom wilde gaan aanpakken? Niet overtuigend, nu Italië net de noodtoestand afkondigde, en de toestroom daar bijna verviervoudigd is ten opzichte van vorig jaar. Daarvan zal een deel naar ons land komen, en dan hebben we het nog niet eens over toekomstige klimaatvluchtelingen. Voordat je hier op Europees niveau iets tegen geregeld hebt zijn we zeker vijf Lelysteden verder.

Die spreidingswet dan, die Rutte hoogstpersoonlijk voor de afgrond van een VVD-revolte had weggesleept? Die is er pas in 2024. Als die al komt, na het kritische advies van de Raad van State, zonder zekere meerderheid in de Eerste Kamer, en met een BBB die al aankondigde dat haar Statenleden die niet gaan uitvoeren.

Dit kabinet is door al zijn beeldvormende glazuurlaagjes heen. Misschien moet het eens realistisch schetsen hoe een nabije toekomst eruitziet waarin we het níét schaffen. Tentenkampen in Calaisstijl. Ter Apel in het kwadraat. En te midden van die malaise valt het kabinet, waarna de ogen gericht zijn op het BBB-standpunt over migratie.

Die partij zal zich profileren als het redelijke alternatief op grenzen-dicht-krijsend-rechts. BBB serveert haar asielopvattingen op een knus noaberschap-bedje: we ontvangen gasten gul in een ‘logeerkamer met een warm bed’, maar die ligt inmiddels ‘bezaaid met matjes’.

De metafoor is nogal misleidend. Veel migranten komen niet logeren, ze willen hier een eigen, gelijkwaardig bestaan opbouwen. Dan heb je het niet over logeerbedjes, maar over woonwijken.

Die kamers stampvol met matjes vind je vooral in de wijde omgeving van de glastuinbouw en de vleesindustrie, die grotendeels op Oost-Europese gastarbeiders draait. Vandaar een paragraaf over ‘Orange Cards’ voor onder meer ‘arbeiders die nodig zijn voor onze voedselzekerheid’.

Al die nieuwe Polenhotels in het Westland, de Betuwe, Brabant en Limburg vormen samen misschien geen Lelystad, maar toch zeker wel een Bloemendaal.

Via de omgekeerde-vlaggenbeweging heeft de agro-industrie zetels bemachtigd in Provinciehuizen en Eerste Kamer. Daar willen ze nu gaan bepalen hoe wij ons landschap inrichten. Geven we ze straks ook de zeggenschap over welk type migrant we toelaten?

Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.