N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Trends in Nederlandse musicals Deze maand gaan ‘The Bodyguard’ en ‘Aida’ in première, beide musicals die al eerder te zien waren. Weet het musicalaanbod in Nederland nog te verrassen?
In Scheveningen gaat Aladdin af en Aida op; in Utrecht zal Whitney Houston klinken in plaats van Tina Turner. Het Nederlands musicallandschap verandert in één klap door de wissel van twee langlopende producties van Stage Entertainment: Aida en The Bodyguard zijn vanaf deze maand te zien. Opvallend is dat beide musicals eerder speelden in dezelfde zalen: Aida stond ruim twintig jaar geleden in het Circustheater; The Bodyguard vanaf 2015 in het Beatrix Theater. Wat zegt dit over de creativiteit in de sector?
Vooropgesteld: het terugkeren van musicaltitels is heel gebruikelijk. Wereldwijd zijn doorlopend opvoeringen van klassiekers als The Sound of Music, Les Misérables en The Phantom of the Opera. Producties worden gretig herhaald als ze volle zalen trekken. Nederland vormt hierop geen uitzondering. In het Beatrix Theater was ABBA-musical Mamma Mia! bijvoorbeeld al twee keer te zien, er was een tournee in 2009 en de voorstelling reist vanaf september wéér door het land, in een uitvoering van De Graaf & Cornelissen.
De terugkeer van bekende titels is ook in het toneel een bekend fenomeen – neem Hamlet of De Kersentuin. Maar waar toneelregisseurs een eigen interpretatie geven, zijn de verschillen tussen uitvoeringen van een musical vaak minder groot. Dat komt doordat de muzikale lijn vaststaat: composities kunnen aangepast worden, maar een Saturday Night Fever zonder ‘Staying alive’ of een Chicago zonder ‘All that jazz’ is geen optie. De muziek drukt een flinke stempel op het eindproduct. De ene Annie lijkt daardoor meer op de andere Annie, dan een eerdere Medea op de volgende.
Disney-prinses
Visueel hangt de musical ook aan tradities. Lang was de casting weinig divers, omdat de invulling van rollen sterk op stereotypes berustte. Tijdens tv-talentenjacht ‘Op zoek naar’, waarin dit jaar werd gezocht naar hoofdrolspelers voor Grease, voelde de jury zich genoodzaakt om meermaals te benoemen dat Sandy niet per se blond hoeft te zijn. Daarentegen gaf jurylid Jim Bakkum een acteur het advies om zijn blonde lokken zwart te verven, zodat het publiek hem zich beter kon voorstellen als ‘een Danny Zuko’.
Uiteindelijk had de winnende Danny een zwarte kuif, maar was Sandy niet blond. In andere voorstellingen zie je soortgelijke ontwikkelingen. Zo waren de Von Trapp-kinderen in een recente versie van The Sound of Musicniet allemaal wit. Voorzichtig verschuift er iets. Ook komt in het repertoire ruimte voor een gevarieerder pallet aan verhalen wat betreft culturele achtergrond (The Colour Purple, Tina) en seksualiteit (The Prom, Falsettos). Er valt nog veel te winnen, maar er is een aanzet tot verandering.
De verpersoonlijking van het keurslijf in musicals is productiebedrijf Disney, dat in Nederland samenwerkt met Stage Entertainment. Waar de Disney-prinses in animatiefilms niet altijd meer de afhankelijke ‘beauty’ is, is dit in musicals vaak nog wel het geval. Daarbij staat Disney bekend om het opleggen van strenge vormeisen. Wie naar Aladdin op Broadway gaat, ziet in feite dezelfde show als Aladdin in het Circustheater.
Creativiteit en eigenzinnigheid zit ‘m bij dit soort producties vooral in de vertalingen. Daarin kent ons land een sterke traditie, die begon met werk van onder meer Martine Bijl en Seth Gaaikema. Veelbelovende nieuwkomers als Erik van Muiswinkel (Aladdin), Rik van den Bos en Thomas van Luyn (Charlie and the Chocolate Factory) bouwen daar op voort. Hun inventieve ‘hertalingen’ zijn van grote waarde voor de musicalbeleving.
Golfslag
Terwijl de musical zich afspeelt op een internationale markt, is er wel degelijk ook een nationale cultuur. Het Nederlandse publiek heeft toegang tot een breed aanbod van producties door het hele land. Net als in andere podiumkunsten bestaat er een golfslag van theaterseizoenen, waarin producties enkele maanden rondreizen en dan worden opgevolgd door nieuwe voorstellingen. Uitzonderlijk aan de musicalsector is dat sommige producties jaren achtereen in een vast theater staan: de zogenaamde ‘open-eind-voorstellingen’. Deze shows blijven spelen zolang er voldoende animo is.
Dit doet Stage Entertainment sinds de jaren negentig in het Beatrix Theater en het Circustheater. Toch wisselen titels elkaar daar nog behoorlijk vlot af, zeker in vergelijking met buitenlandse theaterwalhalla’s als Broadway of West End. In Amerika en Engeland kun je al meer dan dertig jaar naar The Phantom of the Opera. In Nederland worden dat soort getallen bij lange na niet gehaald – al is Soldaat van Oranje met bijna vijftien jaar een eind op weg. De gemiddelde speelduur van musicals in de Stage-theaters is zo’n anderhalf jaar.
Het aantal schouwburgen waar musicals ‘vast’ kunnen doorspelen, is in Nederland beperkt. In een nieuw theater van IT-bedrijf AFAS is – inmiddels voor het tweede jaar – 14 de musical te bezoeken. Net als Soldaat van Oranje gaat ook deze musical over een nationale held: voetbalicoon Johan Cruijff. Opvallend is dat beide producties geregisseerd zijn door regisseurs van buiten het musicalveld: Theu Boermans (voormalig artistiek directeur van het Nationale Toneel) en Tom de Ket (De Verleiders, Het Pauperparadijs). Kruisbestuiving tussen musical en andere podiumkunsten komt de laatste jaren vaker voor. De invloed vanuit het toneel kan de artisticiteit ten goede komen, omdat professionals uit dit genre het gewend zijn om vrijer met bronmateriaal om te springen.
Opfrisbeurt
Eén van de meest populaire reizende musicals van dit moment is Les Miserables. Deze productie van De Graaf & Cornelissen en Van Lambaart Entertainment trekt door het hele land volle zalen. Les Mis is één van de grootste musicaltitels wereldwijd en een echte klassieker. Bij de versie die nu door Nederland toert, was de producent van de oerversie (Cameron Mackintosh) nauw betrokken. De Nederlandse uitvoering is dan ook vrijwel identiek aan andere Europese producties, zoals op West End. Met een aanzwellend orkest en indrukwekkende zangpartijen wordt, in realistische decors, het verhaal van een Franse volksopstand verteld. Er wordt goed geacteerd en muzikaal is alles dik in orde, maar vernieuwend is het niet. Les Misérables oogt als een productie die jaren geleden gemaakt had kunnen zijn: de enscenering is degelijk en verrast nauwelijks.
Een poging om bestaand repertoire een opfrisbeurt te geven, vinden we bij een eveneens goedlopende productie: Grease van Albert Verlinde Producties en Senf Theater. Qua ambities, verhaal en vorm is het verschil met Les Mis enorm: dit is een amusementsknaller, waarbij de dunne verhaallijn wordt opgetild door ‘catchy’ nummers en kleurrijke choreografieën.
In Grease zie je duidelijk de signatuur van het Nederlands creatief team. Regisseur Servé Hermans (ook afkomstig uit het toneel, als artistiek directeur van Toneelgroep Maastricht) paste scènes aan om het verhaal eigentijdser te maken; choreograaf Daan Wijnands ontwikkelde een frisse bewegingstaal. Ook de personages werden ietwat minder clichématig.
Lees ook: Frisse ‘Grease’ is een onweerstaanbaar ritje
Friesland tot Limburg
Met overbekende titels als Les Misérables en Grease lijkt het alsof er weinig vernieuwends op de bühne staat, maar het zijn heus niet allemaal geijkte titels op de podia. Zo toert vanaf deze maand de reprise van Spring Awakening door het land, een voorstelling van OpusOne over jongeren die worstelen met ontluikende seksuele gevoelens. Deze musical ging in 2006 ‘Off-Broadway’ in première en verhuisde daarna naar grotere zalen in Amerika en Engeland. In Nederland staat deze productie op kleinere podia, als intiemere productie tegenover de grote kaskrakers. De onderwerpkeuze is gewaagder dan veel ‘mainstream’ musicals, de personages worden beter uitgewerkt.
Groot, nieuw repertoire speelt opvallend vaak buiten de Randstad. Het plot en de locatie kunnen dan mooi samenvallen. Zo is vanaf juli Het was zondag in het zuiden te bezoeken in Limburg (over de overstromingen aldaar) en vanaf oktober schaatsmusical De Tocht in een nieuw theater in Leeuwarden. Het is de bedoeling dat deze voorstelling tot half 2026 doorspeelt en bij succes wordt verlengd. Misschien is het de volgende langlopende titel.
Het zijn dit soort nieuwe producties en reizende voorstellingen, waar het Nederlands publiek óók naar uit kan kijken. Het musicallandschap strekt verder dan podia in Utrecht of Scheveningen, en biedt vernieuwing naast terugkerende (Disney)titels.