Vrijwillig gaat de Chileense brandweer de bosbranden te lijf: ‘anders zou ik het risico niet nemen’

Reportage

Natuurbranden Het brandweerkorps in Chili, een land dat jaarlijks geteisterd wordt door hevige bosbranden, bestaat helemaal uit vrijwilligers. Hun werkgevers zijn daar niet altijd blij mee.

Chileense brandweermannen bestrijden een bosbrand in de buurt van Santa Juana in februari
Chileense brandweermannen bestrijden een bosbrand in de buurt van Santa Juana in februari Ivan Alvarado/Reuters

De houten schuur achter hem was binnen drie tellen verzwolgen door de vlammen. Het pad waarover hij was komen aanrennen: verdwenen achter donkere rookwolken. De bomen om hem heen vatten vlam als lucifers en vielen bij bosjes om. Het enige wat Jonathan Nuñez nog verbond met de buitenwereld was zijn walkietalkie. Nuñez, brandweercommandant in de Chileense plattelandsstad Santa Juana, wist zijn collega’s te vertellen waar hij lag, ineengedoken om niet te stikken. Ze reden met een pick-uptruck door de bosbrand heen en redden zo zijn leven.

Chili wordt ieder jaar geteisterd door bosbranden. De combinatie van aanhoudende droogte, hoge temperaturen in de zomer en de wijdverspreide bosbouwindustrie zorgen elk jaar voor apocalyptische taferelen. Dit jaar was een van de meest dodelijke in de Chileense geschiedenis: 24 mensen kwamen in 2023 om het leven. Elf van hen in Santa Juana, een stadje in het zuiden van het land, omringd door eucalyptus- en naaldboomplantages. Wie er nu heen rijdt, ziet dat de groene heuvels zijn verschroeid. Verkeersborden zijn zwartgeblakerd en op de erven van huizen liggen hopen as.

Jonathan Nuñez is al bijna vijfentwintig jaar actief bij het brandweerkorps van Santa Juana. „De snelheid waarmee de branden zich verspreidden, de grootte van de branden, ik kan mij niet herinneren dat ik het ooit zo heftig heb meegemaakt”, vertelt hij in de kazerne aan het dorpsplein. „We zijn wekenlang dag en nacht in touw geweest, zonder rust te nemen.”

Vrijwillig uit overtuiging

Zoals het hele brandweerkorps van Chili is de commandant vrijwilliger. Aangezien hij als aannemer zijn eigen zaak heeft, hoefde hij niet vrij te nemen. Maar de aanhoudende bosbranden maakten wel dat Nuñez wekenlang geen inkomen had. „We aten op de brandweerkazerne, dat scheelde. We kregen veel donaties van mensen hier uit de omgeving. En mijn huis is van de familie, dus ik betaal geen huur”, zegt Nuñez.

Het brandweerkorps in Chili is oud: de eerste brigade werd opgericht in 1850. Waar het eerst buurtverenigingen waren die zich organiseerden om branden in de omgeving te blussen, werd het korps met name in de tweede helft van de twintigste eeuw beter georganiseerd. De staat investeerde in betere uitrusting, ruimere kazernes en brandweerwagens. Een aspect bleef echter onveranderd: brandweerlieden bleven vrijwilligers. Onbetaald je leven geven voor het vaderland, een patriottische gedachte waar een brandweerman als Jonathan Nuñez van gaat glimmen als hij erover vertelt.

„Ik doe dit omdat ik het wil, omdat ik het uniform met trots draag. Ik zou dit niet voor geld willen doen. Wie dit als werk ziet, neemt niet de risico’s die wij nemen”, zegt hij. Was Nuñez een betaalde kracht geweest, dan was hij mogelijk nooit middenin die zware bosbrand beland.

Dat het nog steeds een eer is brandweerman- of vrouw te zijn, blijkt wel uit de vele wachtlijsten die er bij Chileense korpsen zijn. En hoewel de brandweerlieden geen professionals zijn, krijgen ze wel een uitstekende training: uit de hele wereld komen instructeurs om opleidingen te verzorgen en de staat blijft bijdragen aan het kopen van uniformen. Brandweerwagens krijgen de korpsen van de hele wereld gedoneerd: in Santa Juana staat het Nederlandse „brandweer” op de wagens geschreven. Ze komen uit België, via een internationaal steunprogramma.

Verplichting werkgevers

Voor werkgevers in Chili is het in dienst hebben van een brandweerman- of vrouw niet altijd ideaal. De bosbranden van 2023 duurden weken en bedrijven zijn tijdens deze periode verplicht hun werknemers af te staan aan de brandweer. Doen ze dat niet, dan kunnen ze duizenden dollars boete krijgen van de arbeidsinspectie.

Dit jaar moest de minister van Arbeid bedrijven in het land eraan herinneren. „Brandweerlieden mogen op geen moment, hoelang de brand ook duurt, worden teruggeroepen en ze kunnen niet worden gekort op hun loon. Bovendien wordt alle tijd die ze besteden aan het bestrijden van de brand, afgetrokken van de tijd die ze hadden moeten werken”, zei hij in een radio-interview in februari.

Volgens Marcos Carter, voorzitter van een van de grootste mkb-belangenorganisaties in Chili, zullen werkgevers hun brandweerlieden niet snel terugroepen. „Dat komt deels omdat ondernemers heel goed begrijpen dat we de brandweer nodig hebben en dat ze ons land beschermen”, zegt hij. „En in deze tijden van sociale media word je als ondernemer of bedrijf ook volledig afgemaakt als bekend wordt dat jij je werknemers terugroept naar kantoor.”

Maar Carter zegt dat hij onder ondernemers in zijn belangenorganisatie wel een andere tendens ziet. „Ik zie dat veel werkgevers bij de sollicitatie proberen te achterhalen of brandweerlieden vrijwilliger zijn. En dat ze dat, zonder het toe te geven, meenemen in het sollicitatieproces. Niemand wil een werknemer die je ieder jaar een maand moet missen terwijl het salaris wordt doorbetaald.”

Collectes voor de uniformen

Volgens Juan Carlos Field, nationaal president van de Chileense brandweer, zorgt de vrijwilligheid van het bluswerk voor meer saamhorigheid in de korpsen. „Wij gaan letterlijk voor elkaar door het vuur”, vertelt Field in een telefoongesprek. „We zorgen dat niemand in de financiële problemen komt door het vrijwilliger zijn, we helpen elkaar als een familie”.

Bekijk ook deze In beeld over de bosbranden in Chili

Field zegt dat hij niet verwacht dat de brandweer ooit een betaald beroep wordt in Chili, ondanks de enorme hoeveelheid bosbranden ieder jaar. Wel hoopt hij op meer steun van de staat om de uitrustingen te verbeteren, zeker nu de branden steeds moeilijker te blussen worden. „Ieder jaar weer staan we bij de supermarkt en bij tolpoortjes met een collectebus. Ieder jaar weer organiseren we bingo’s en sporttoernooien om onze uniformen te kunnen betalen. Terwijl zonder ons het land zou afbranden.”