De lichte kijk op het leven van Samuel Beckett

Samuel Beckett in 1976

Foto Jane Bown/ANP

Profiel

Wie is Samuel Beckett? Het Nationale Theater voert ‘Happy Days’ op, een van de klassieke stukken van schrijver Samuel Beckett. Beckett lijkt onverslijtbaar, maar wat maakt hem bijzonder? „Bij hem kom ik los van alles wat ik denk te begrijpen.”

Vanaf het moment dat zijn eerste stukken in Nederland werden gespeeld, werd Samuel Beckett een vernieuwer van het theater genoemd. Na Wachten op Godot (in 1955) volgden andere teksten, zoals Gelukkige dagen, Krapp’s laatste band en Eindspel. Met de gewenning aan zijn theatertaal verliep ook de benaming: van avant-garde werd hij modern en vervolgens heette zijn werk klassiek. Dat was al in 1969.

Beckett bleef een veelgespeeld auteur, in een rijtje met andere klassieke namen. De laatste decennia staat hij minder op het repertoire, maar hij heeft een trouwe liefhebber in regisseur Erik Whien, die vanaf deze week Happy Days opvoert bij Het Nationale Theater.

In Happy Days bevindt een vrouw, Winnie, zich aan het einde van haar leven, ingegraven in de grond. Haar man Willie scharrelt op de achtergrond. „Weer een goddelijke dag”, is het eerste wat ze zegt. Alleen praten is mogelijk, en dat doet ze onophoudelijk. Taal is haar manier van bewegen.

Wat maakt het werk van Beckett bijzonder, was de vraag aan een aantal liefhebbers en kenners.

Marlies Heuer

‘Doen alsof je leeft’

Actrice, 70 jaar, speelde de rol van Winnie in Happy Days in 2013. In 2014 werd ze zwaar ziek en het kostte jaren om te herstellen

„Sinds ik Winnie speelde, draag ik haar mee in mijn bestaan. ‘Weer een gelukkige dag….’ hoor ik mezelf zeggen op een moment dat ik een dag gelukkig ben geweest. Dat ik een dag geleefd heb zonder pijn of angst. Op een dag dat ik in de zon loop. Of dat ik uitkijk naar de volgende dag.

‘Vrolijk dood gaan’. Dat is waar Happy Days voor mij over gaat. En dat zei ik al toen ik ooit diep onder de lakens lag heel ziek te zijn. En dus geeft Beckett mij troost. En maakt hij me ook aan het lachen. Ook op het moment dat ik voor de zoveelste keer in mijn zoveelste handtas zoek naar iets wat ik niet kan vinden. De tas van Winnie heb ik nog steeds. Winnie komt altijd weer terug.

Voor de personages van Beckett, in ieder geval voor Winnie, geldt: ‘Ik doe alsof ik leef’. Is er iets leuker voor een actrice om dat te spelen!? Ik doe alsof ik speel. Is dat spelen?

Beckett geeft je met zijn geestige taal en slim bedachte beelden je treurende binnenwereld er vanzelf bij. Alsof het drama zichzelf speelt door al die kleine details. En het huwelijk van Winnie en Willie behoort tot de grappigste toneelhuwelijken die ooit geschreven zijn.

Dat Beckett streng is en precies voorschrijft hoe het moet is eigenlijk irritant voor makers die hun eigen vorm willen zoeken. Maar je kan niet anders dan hem volgen omdat het briljant is wat hij verzon. Je zou het zelf verzonnen willen hebben.”

Peter Heerschop

‘De oplossing komt morgen’

Cabaretier, 62 jaar, speelde in 2002 naast Viggo Waas in een doldwaze cabaretversie van Wachten op Godot

Wachten op Godot komt steeds weer terug in wat ik speel, wat wij spelen. Meneer Godot laat weten dat hij vandaag niet kan komen. Maar morgen komt hij zeker. Sinds ik met Viggo Waas ooit bij het Noord Nederlands Toneel het stuk heb gespeeld sijpelen citaten en beelden steeds weer volgende voorstellingen binnen. Het verweesde zoeken, vol drama én humor. Wladimir en Estragon, de literaire Stan en Ollie. De hoog van de toren blazende Pozzo wiens ondergang je vanaf de eerste zin al voelt aankomen. De naïviteit van de dienende maar onbereikbare Lucky. Het is allemaal prachtig.

Het was een enorme opgave de tekst van het hoofd op het ruggenmerg te krijgen. Maar als we ons konden overgeven aan de tekst was het een beleving. Zo helder en vanzelfsprekend. Beste vrienden in onbereikbaarheid. Uiteindelijk liepen we overvallen door zoveel ervaren onbegrip in evenveel liefde bijna verdwaasd het podium af.

‘Hoe kan het dat je dat nu al vergeten bent?’

‘We zouden ons ook gelijk kunnen ophangen.’

Morgen zijn we er weer. En weer. En weer…

Dat is Wachten op Godot. De tekst is zo goed, zo verslavend dat het je echt overneemt. Met Viggo speel ik nu de voorstelling met de titel Er gaat nog iets heel moois gebeuren. Dat moois, daar wachten we op. Met Beckett voor ogen. We komen naar een plek. Doen niets dan de tijd laten verglijden door taalspelletjes en wachten tot iemand ons komt vertellen wat we moeten gaan doen. De oplossing komt morgen. De ander gaat het zeggen.

Beckett: dat is Gerard Reve, Monty Python, Herenleed, Koot en Bie, Laurel and Hardy, Alex van Warmerdam. Kortom, je herkent de Beckett-adept bijna onbewust op straat. Onuitgesproken in een gesprek. Je knikt en je voelt: ‘Ja’.”

Micha Wertheim

‘We kunnen nergens heen en toch gaan we maar door’

Cabaretier, schrijver, 50 jaar, liefhebber

„Ik ben beslist geen kenner van Beckett, maar vraag mij ook af of je dat kan zijn. Wat mij zo raakt aan zijn stukken is dat alles wat met kennis en snappen te maken heeft, door Beckett wordt weggesneden. Waardoor zijn personages op het podium opeens gevangen zitten in het misverstand dat denken, redeneren, en iets ergens van vinden, hen zou kunnen helpen.

De fragmentarische manier waarop bepaalde zinnen en handelingen steeds terugkomen heeft iets grappigs, iets wanhopigs en toch ook iets troostends en meditatiefs. Zoals je in de dierentuin soms naar gorilla’s kijkt en je afvraagt wat er in hun hoofd omgaat. Die zitten daar, kunnen nergens heen, en toch gaan ze maar door. Wat moeten ze anders?

Bij Beckett besef je opeens dat de situatie van ons mensen niet heel anders is. Steeds zie je de personages opleven als ze denken dat ze iets begrijpen, maar het ontglipt ze nog voor het goed en wel geland is.

Als je lang genoeg naar een landschap kijkt, kan het opeens abstract worden. Zo kan je een woord herhalen tot het alleen een raar geluid is. Het lukt Beckett vaak om mij die afstand tot ons eigen leven te geven. Waardoor ik tijdens zijn voorstellingen los kan komen van alles wat ik denk te begrijpen, te willen en te moeten. Wat overblijft is een eerlijk en liefdevol portret van wat het betekent om te leven.”

Erik Whien

‘Alles is spel’

Regisseur, 44 jaar, regisseerde voor Happy Days ook Wachten op Godot, Eindspel en Krapp’s laatste band

„Beckett schreef zijn eerste stukken echt voor het toneel. Ik bedoel, hij nam altijd de realiteit van het theater mee. Daar houd ik enorm van. Dat geeft een gevoel van transparantie. Het verhaal is daarmee nooit de enige werkelijkheid waar je naar kijkt. Alles is ook spel en illusie.

In Wachten op Godot staan twee mannen bij een boom. Dan rent de een plots weg omdat hij moet plassen (‘Ik ben zo terug’) waarop de ander roept: ‘Einde van de gang links’. In Eindspel woont bediende Clov samen met zijn meester Hamm in een ondergrondse bunker. Wanneer hij per ongeluk met zijn verrekijker de zaal inkijkt, constateert hij: ‘Ik zie een uitzinnige menigte.’ En in Happy Days, waar ik momenteel aan repeteer, zit een vrouw tot haar middel in een berg zand, ergens op een plek waar allang geen mensen meer langskomen. Ergens halverwege valt ze stil en zegt: ‘Het vreemde gevoel dat iemand naar mij kijkt.’

Dit is voor Beckett meer dan een gimmick. Het is een onderdeel van zijn levensfilosofie. Diepgeworteld in het absurdisme. Alles in de wereld is in wezen zinloos. Het tevergeefs zoeken naar de betekenis van ons bestaan veroorzaakt juist het menselijk lijden.

In De mythe van Sisyphus beschrijft Albert Camus dat De Toneelspeler vrede heeft met deze constatering en daarmee een manier heeft gevonden door te leven. Alles is eigenlijk spel. In het theater kun je daarmee door de werkelijkheid heen kijken. Dat is ook heel boeddhistisch natuurlijk. Daarin wordt eenzelfde vorm van onthechting gezocht. Wanneer je je verdrietig voelt, ben je niet meteen verdrietig. Daar zit ruimte tussen. Je valt niet samen met je ego. Dit is een lichte kijk op het leven. Terwijl Beckett zijn werk schreef vanuit inktzwarte thema’s als eindigheid en extinctie.”

Hans Croiset

‘De mensen zijn als mollen onder de grond’

Acteur, regisseur, schrijver, 87 jaar. Speelde in 2019 Hamm in Eindspel in de regie van Erik Whien

„Het heeft bij mij lang geduurd eer ik doorkreeg dat Samuel Beckett vanaf Godot in de jaren vijftig van de vorige eeuw het begrip tijd en onze vastgeroeste opvatting daarover in twijfel begon te trekken. In zijn optiek bewegen we ons heen en terug door zijn universum zonder met welke logica dan ook rekening te houden. Verhaaltjes, inhoud, conclusies doen er bij hem niet toe. Impressies, daar moeten we het mee doen.

Begrip, daar is hij niet op uit, rommelen in de marge van een niet-bestaan is, misschien, zijn inzet, jammerlijk óndergaan, Sysiphus beentje lichten, en daar dan hartelijk om lachen, ieder meelevend gevoel hardhandig de kop indrukkend, meer verdient de struikelende mensheid niet.

Voor mij was Hamm spelen in de regie van Erik Whien een eindpunt van een reis die bij de première van Eindspel in 1957 in Parijs in de Studio des Champs-Elysées begonnen was. Ik was daar bij toeval aanwezig. Ik begreep, onvoorbereid als ik was, weinig van het stuk, maar de overheersende indruk die het achterliet was die van een ondergaande wereld, in hun schuilhoek bevolkt door de laatst overgebleven mensen.

Mensen? Het leken eerder mollen levend onder de grond. In die dagen was de oorlog pas twaalf jaar voorbij en leefden we in angst voor de atoombom. Nu is het weer oorlog in Europa. Over vijftig jaar wordt dit stuk weer gespeeld en zal het alleen maar onheilspellender zijn geworden. Samuel Beckett overleeft ons allemaal.”

Kim Karssen

‘Mijn brein gaat open’

Actrice, theatermaker, 27 jaar

„Ik heb Beckett gebruikt als inspiratie voor mijn solo Schrödingers hond door naar zijn roman Molloy te luisteren. Niet dat er iets concreets uit voortkwam, maar mijn brein gaat wel open van hoe hij schrijft.

Ik moet zeggen dat ik zijn werk niet goed ken en dat is misschien typerend voor mijn generatie. Mijn generatie is minder geïnteresseerd in integraal teksttheater en repertoire. Doordat de erven van Beckett eisen dat zijn teksten letterlijk worden uitgevoerd, is ook de dood van Beckett getekend. Daar komt bij, en dat is jammer en een keerzijde van veel goede discussies, dat wij lijden aan een soort duidelijkheidssyndroom. Net als kinderen bij wiskundeles: wat leren we ervan? Beckett opent je brein en laat je abstract denken, maar geeft geen antwoorden. Hij laat je in verwondering achter. Ik vind het overigens een knappe man. Kijk maar naar de foto op zijn Wikipedia-pagina.”

Het Nationale Theater: Happy Days. Regie: Erik Whien. Première: 15 april. Tournee t/m 13 mei. Inl: hnt.nl


Lees ook: Wilfred Takken over de opvoeringsgeschiedenis van Samuel Beckett