Met verplichte AOV straf je zelfstandigen voor wat bedrijven verkeerd doen

ZZP-verzekeringen Niet iedere ondernemer is ‘schijnzelfstandige’. Houd daar bij nieuwe arbeidsongeschiktheids-verzekering rekening mee, betoogt .

Een lege Koninklijke Schouwburg, november 2021.
Een lege Koninklijke Schouwburg, november 2021.

Foto Andreas Terlaak

Voor alle duidelijkheid, ik wil heus graag verzekerd zijn voor het geval er ineens een theaterlamp uit het plafond richting mijn hoofd komt suizen. Maar de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers die minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, CDA) vorige week heeft aangekondigd is een stap in de verkeerde richting.

Net als 80 procent van de zzp’ers heb ik op dit moment geen arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV). Te duur, te veel horrorverhalen over mensen die tóch niet uitbetaald kregen en het is nog maar de vraag of ik er op dit moment überhaupt voor in aanmerking zou komen. Naast zzp’er in de culturele sector ben ik namelijk ook nog ex-kankerpatiënt. Anders gezegd: ik ben een soort negatieve combo breaker voor hypotheekverstrekkers en verzekeraars. Een wandelende risicovolle kostenpost.

Tumor-verdubbelaars

Bij een verplichte verzekering zal je niet meer op basis van je voorgeschiedenis geweigerd kunnen worden, maar aan de hoogte van de premie wordt in het voorstel van Van Gennip geen beperking opgelegd. De premie „is op basis van huidige inzichten indicatief 7,5 procent tot 8 procent van het inkomen tot de maximale premiegrondslag”, staat in haar Kamerbrief. Dat klinkt erg vrijblijvend. Het wordt dus maar afwachten met wat voor premies de verzekeraars gaan komen en hoeveel tumor-verdubbelaars daar nog op toegepast gaan worden.

En mocht zo’n vallende theaterlamp mij dan voor enige tijd uitschakelen, dan geldt in het voorstel van Van Gennip eerst een wachtperiode van één jaar voordat er aanspraak gemaakt kan worden op deze verzekering. Een jaar dat zelf overbrugd moet worden met spaargeld, spaargeld waar minder voor gespaard kan worden door de nieuwe maandelijkse kostenpost voor de premie. Conclusie: een hoop kosten iedere maand, en als het noodlot dan toch toeslaat heb je er eigenlijk nog niks aan.

Als cabaretier kán ik nu eenmaal niet in vaste dienst komen

Het is geen toeval dat deze voorwaarden niet heel aanlokkelijk zijn. De nieuwe verplichte AOV-regel is slechts een van de hoofdstukken in een Kamerbrief die verder vooral gaat over het stimuleren van vaste contracten en het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Het doel is om het werken als zzp’er niet aantrekkelijker te laten zijn dan een vast dienstverband. Het vreemde is alleen dat met deze regel de last bij de (schijn)zelfstandige komt te liggen, en niet bij de bedrijven die te beroerd zijn normaal voor hun mensen te zorgen. En dat is niet voor het eerst.

Al langer zorgen de problemen met schijnzelfstandigen namelijk voor een ‘Had je maar geen ondernemer moeten worden’-mentaliteit bij de overheid. Zo kregen tijdens de coronacrisis bedrijven hun loonkosten voor het overgrote deel door de overheid vergoed. Zzp’ers daarentegen kregen een omslachtige aanvulling tot bijstandsniveau (iedere cent die je toch zelf wist te verdienen werd je weer gekort) en waren voor de rest van hun vaste lasten en levensonderhoud aangewezen op een lening. Dit werd ook destijds al verdedigd met het idee dat je nou eenmaal zelf gekozen had voor het leven als ondernemer en de vrijheid en risico’s die daar bij horen. Als je meer zekerheid wilde, dan kon je beter een vaste baan zoeken.

Terwijl een hele hoop zzp’ers helemaal niet bewust voor die risico’s gekozen hebben. In het werk dat ze willen doen bestaan nou eenmaal geen of nauwelijks vaste banen. Om bij mijzelf te blijven: er zijn nou eenmaal geen cabaretkantoren waar je als cabaretier in vaste dienst kunt. Deze groepen hebben echter wel last van de afschrikmaatregelen die de overheid bedenkt om je richting een vast contract te bewegen.

Bijdrage op factuur

Had de minister écht iets willen doen om de sociale zekerheid van dit soort ‘ondernemers-bij-gebrek-aan-beter’ te verbeteren, dan was het logischer geweest een heldere maximum premie vast te stellen en uitsluitingen op basis van ziektegeschiedenis niet toe te staan. Om zo een AOV voor alle zzp’ers een haalbaar doel te maken.

Of nog beter: erken dat deze ‘ondernemers’ in de basis gewoon werknemers zijn met een hoop verschillende werkgevers. Voeg een bijdrage voor de bekostiging van een AOV verplicht toe aan iedere factuur. Zo leg je het probleem neer bij de werkgever (zoals ook bij gewone dienstverbanden het geval is) en is het voor bedrijven niet langer interessanter om met schijnzelfstandigen te werken.

De basisregel is dan: wie iemand aan het werk wil zetten zal op enige wijze moeten bijdragen aan diens vangnet. Of dat nou in vaste dienst of als freelancer is.