N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Beuktechno en door de zaal ruisende lichten – de nekharen gingen heerlijk overeind bij dancefestival DGTL op de NDSM-werf. Het was een grootse viering van toegankelijke elektronische muziek met een opvallend hoog beats per minute-gehalte.
Onder een blauwgrijze hemel waar af en toe een waterig zonnetje doorheen brak, opende elektronisch muziekfestival DGTL (spreek uit: digital) het festivalseizoen in stijl. Van (voorspelbare) internationale namen als Camelphat en Hony Dijon, tot verrassende, lokale talenten als zangeres Ju-Lia en dj Vuur. De lijn tussen commercieel en underground is bij DGTL dun, en dat werkt.
Een vreemde geur van geroosterde pijnboompitten hing over de betonplaten van de NDSM-werf. Het zal er niet veel mee te maken hebben, maar DGTL is een volledig circulair festival. Een ,,living lab”, volgens de organisatie – ,,een experiment voor de maatschappij.” Er wordt gevraagd je afval te scheiden, er is enkel plantaardig voedsel en er zijn waterloze toiletten waar je van tevoren moet aangeven of je moet poepen of plassen: de uitwerpselen worden gefilterd en gebruikt als mest voor onder andere het veld in de Johan Cruyff ArenA. Ieder jaar innoveert DGTL een stapje verder.
Dat is mogelijk omdat DGTL een festival is van internationale allure. De diverse line-up zorgt voor elk wat wils: van snoeiharde industriële techno in de Generator-zaal tot tropisch dansbare house in de groene Frequency tent. De rode draad: grootsheid en professioneel spektakel. Met piekfijn geluid. Klein minpunt is de grote Modular-tent, waar de hoge kicks tegen de achterste muur soms terug de zaal in echoden. En ook de Generator stage voelde wat weggestopt, zo helemaal achterin de grote scheepsbouwloods.
Maar wanneer Colin Benders (ooit Kyteman) er op zijn modulaire synthesizers een analoge set live in elkaar staat te draaien, vergeet je dat direct. Zijn keiharde beuktechno tikt bij vlagen een tempo aan waar je nekharen van overeind gaan staan. Die nekharen reageren ook op het ontwerp van de zalen: het is je ogen uitwrijven bij het lichtdesign. Op onorthodoxe wijze stelt het lichtontwerp het publiek centraal – de lichten komen niet van achter of boven de dj, maar ruisen de hele zaal door. Het niveau ligt torenhoog. Ook muzikaal.
Zo katapulteerde de internationaal befaamde Carista het publiek rond etenstijd al richting outer space met een set die van garage-knallers (zoals ‘Tonights the Night’ van DJ Pooch) doordrenkt was. Een hoogtepunt bleek de Canadese energiebom Jayda G. Moeiteloos trok ze van diep melodieuze disco (zoals haar voor een Grammy genomineerde edit van ‘Both of Us’) naar recht-toe-recht-aan ritmische beats (zoals ‘Exploration of Space’ van het Duitse trance-duo Cosmic Gate). Dansend en springend achter de dj-booth bleek Jayda G een entertainer pur sang.
Opvallend was het hoge beats per minute-gehalte van veel sets op zaterdag. Het is een trend die sinds corona gaande is: hoe sneller hoe beter. Een vleugje trance neemt bijna iedere dj wel mee. Zeker in de beroemde boiler room stage, met uitzicht over het IJ. De Parijse dj/producer Bambounou, door 3voor12 uitgeroepen tot nummer twee van het afgelopen Amsterdam Dance Event, mocht de boiler room afsluiten. Zijn raggende beats met vreemde geluidjes drapeerde zijn UK techno set in een acid-achtig jasje.
House-legendes Honey Dijon uit Chicago en het Britse duo Camelphat sloten de eerste zaterdag van het festivalseizoen tegelijkertijd af, in respectievelijk de Modular en de AMP-stage. Vocale, toegankelijke nineties house die neigt naar disco, zoals ‘Tell you no lie’ van Floorplan bij Honey Dijon en grootse, ruimte vullende housemuziek bij Camelphat. Voorspelbare afsluiters – niet al te moeilijk, wel heel goed. Met onder andere Philou Louzolo, Chris Stussy en Sherelle belooft ook zondag veel goeds. Het festivalseizoen is begonnen.