De jongeren in Noord-Ierland willen vooruit. Get over it!

Reportage

25 jaar Goedevrijdagakkoord Het vredesakkoord van 1998 maakte een eind aan dertig jaar Noord-Ierse burgeroorlog. Maar het bevroor ook de politieke verhoudingen. Jongeren, die zich hebben losgemaakt van het sektarisme, voelen zich steeds meer de dupe.

Britse troepen bij een brandende barricade in Belfast, in 1979.
Britse troepen bij een brandende barricade in Belfast, in 1979.

Foto Peter Kemp/AP

Onder de grote trap van de studentenvereniging Belfast Union zitten de vriendinnen Zoë McDowell en Cara McDonald aan een tafel te lunchen. Het is paasvakantie, maar er komen examens aan. Zoë (19) is protestants, Cara (19) is katholiek. Zoë: „Het is geen big deal om erover te beginnen, hoor. Maar we zijn nu een paar maanden vrienden en we praten nooit over onze achtergrond. Dat is gewoon niet belangrijk voor ons.”

Nu hebben ze het er wel over. Omdat ernaar gevraagd wordt, vanwege de 25-jarige verjaardag van het Goedevrijdagakkoord, dat op 10 april 1998 officieel vrede bracht in Noord-Ierland. „We zijn gelukkig in vrede geboren. Wij zijn blij met het Goedevrijdagakkoord, maar we praten er nauwelijks over”, zegt Zoë. „Heb jij het er ook nooit met je ouders over?”, vraagt Cara. Zoë: „Nee. Ik kom uit County Antrim, in het noorden. Er hangen veel vlaggen van unionisten. Af en toe zijn er rellen, maar gelukkig niet zoveel meer. En bij jou?” Cara: „Ja, veel vlaggen. Ook bij ons in Derry.”

Jonge Noord-Ieren groeiden de laatste 25 jaar op in vrede, maar wel in een verdeeld en gewond land. „Het gaat natuurlijk veel beter dan in de tijd dat mijn ouders opgroeiden”, zegt Siân McGinn (20) boven haar optometrieboeken. „Maar de politici houden er nog steeds van om ruzie te maken. Complete waanzin dat er mensen zijn die niet het goede voor iedereen willen. Dat is het land waarin ik leef. De jongeren willen alle conflicten achter zich laten. Get over it.”

Noord-Ierland (1,9 miljoen inwoners) is ook na 25 jaar vrede nog een diep verdeelde samenleving. Scholen en wijken zijn nog grotendeels gesegregeerd. De katholieke nationalisten willen een verenigd Ierland, de protestantse unionisten willen bij het Verenigd Koninkrijk blijven. Het Goedevrijdagakkoord leek te zorgen voor een werkbare status quo, na de dertig jaar van The Troubles, met moorden, aanslagen, gewelddadige protesten en Brits militair optreden. Ruim 3.500 mensen verloren hun leven, meer dan 45.000 raakten gewond. Na het akkoord bleef Noord-Ierland bij het VK, maar de grenzen met de Ierse Republiek gingen volledig open. Noord-Ieren konden kiezen voor een Brits of Iers paspoort. Of beiden.

Wurggreep

De status quo van 1998 is ook een wurggreep. Het vredesakkoord regelde dat een regering uit beide groeperingen gevormd moet worden. Maar die bepaling zorgde ervoor dat sinds 1998 het lokale parlement zes keer voor lange tijd stillag, meer dan 60 procent van de tijd. De laatste keer was het de Democratic Unionist Party (DUP) die in februari 2022 het landsbestuur blokkeerde door onvrede over de aparte status die Noord-Ierland kreeg na Brexit.

Sinds Brussel en Londen vorige maand overeenstemming hebben bereikt over de toekomst van Noord-Ierland is de DUP nog niet in beweging gekomen. In dit zogeheten Windsor Framework blijft Noord-Ierland onderdeel van de Europese interne markt, maar met minder controles dan bij eerder gemaakte afspraken.

Een ‘Peace Wall’ in Belfast, een muur die groeperingen scheidde, gebouwd in 1968. Paul Faith/AFP

De DUP is tegen, vooral omdat Noord-Ierland deels onder Europese wetgeving blijft vallen, en weigert vooralsnog terug te keren naar Stormont, de plek waar het Noord-Ierse parlement zetelt.

Bij de Noord-Ieren bestaat enige hoop dat voor het bezoek van de Amerikaanse president Biden, dinsdag en woensdag, op de valreep een regering wordt gevormd. Zo niet, dan zal Biden ze met klem oproepen hun geschillen opzij te zetten. Volgens de protestantse studente Zoë McDowell zal dat geen indruk maken op de DUP. „Ze zijn zo koppig. Ze zullen voor niets en niemand hun mening veranderen. Zelfs niet voor Biden.”

Terwijl de Ierse economie in 2022 hard groeide, met 12 procent, gaat het in Noord-Ierland met een schamele 1,3 procent veel minder goed. De overheidsfinanciën staan onder druk; vorig jaar is er 750 miljoen euro te veel uitgegeven. De Britse regering wil honderden miljoenen bezuinigingen in Noord-Ierland, onder meer op onderwijs en zorg. Ambtenaren weigeren nog langer verantwoordelijkheid te nemen, zo lieten de vakbonden deze week weten. Er moet snel een Noord-Ierse regering komen, vinden zij, die met politieke instemming orde op zaken kan stellen.


Lees ook: Doorbraak over handel Noord-Ierland

Generatie zonder regering

Rechtenstudent Lisa Curry (26) vindt dat ook. „Onze generatie heeft nog nooit een goed functionerende regering gehad. Ze praten over handelsakkoorden en zo, maar veel mensen, ook studenten, worstelen met de hoge prijzen. Daar moet een regering echt iets aan doen.”

Het Goedevrijdagakkoord is briljant in elkaar gezet, om alle partijen over de streep te krijgen, zegt directeur Paul Smyth van Politics in Action, een organisatie die jongeren bij de politiek wil betrekken. „Maar het is niet echt duurzaam.” De partijen op de flanken kunnen het steeds dwarsbomen. „En dat doen ze ook.”

Dat frustreert jongeren. „We hadden recent een weekend met veertig jongeren, protestanten en katholieken. Allemaal willen ze vooruit, maar ze zien weinig perspectief in Noord-Ierland. Er zijn grote problemen door de inflatiecrisis en in de gezondheidszorg. Zelfs jongeren die van huis uit DUP-aanhanger zijn, zijn teleurgesteld. Het land staat stil.”

Dermot Hamill (19), student politicologie, is cynisch: „Van alle westerse landen zitten wij in vredestijd het langst zonder regering. Een wereldrecord!” Dat dat al bijna normaal wordt gevonden, is een schande, zegt hij. „De politici houden Noord-Ierland tegen, ze houden jongeren tegen.”

Vete paramilitaire organisaties

De studenten aan de Noord-Ierse universiteiten hebben het nog redelijk goed, zegt Paul Smyth. Dat geldt niet voor jongeren die opgroeien in achterstandswijken, waar criminele bendes actief zijn die zijn voortgekomen uit paramilitaire organisaties. „Zij rekruteren jongeren. En die zijn er vatbaar voor omdat er weinig werk en perspectief is. Of ze worden afgeperst.”

Recent ontbrandde een vete tussen gangs die hun oorsprong hebben in de paramilitaire unionistische UDA. Waar bijvoorbeeld de nationalistische IRA stopte met het werven van nieuwe leden, ging de UDA daarmee door. Afsplitsingen gingen zich met criminaliteit bezighouden.

In het doorgaans rustige Newtownards, even ten oosten van Belfast, leidde de vete tot aanslagen op woningen, bedreigingen en mishandelingen door gemaskerde jongeren. Vaak op klaarlichte dag. De organisaties claimen soms dat ze een politieke agenda hebben, maar dat is volgens velen slechts een rookgordijn voor criminele activiteiten.

De vete is nog niet ten einde. Dertig families zijn deze week gevlucht uit hun woningen, omdat ze de onrust en de politiehelikopters in de nacht zat zijn. Criminaliteitverslaggever Allison Morris schreef vorige week in haar column in The Belfast Telegraph dat de meerderheid van de jongeren door het Goedevrijdagakkoord een beter leven heeft, zonder geweld. „Maar er zijn ook mensen achtergebleven. De aanhoudende loyalistische vete is een botsing van oudere manen die jongeren rekruteren om hun vuile werk op te knappen.”

Ook in een andere hoek, onder republikeinse criminelen, is het onrustig. In februari werd politie-inspecteur John Caldwell op een voetbalveld bij zijn zoon neergeschoten. De New IRA claimde verantwoordelijkheid. De Noord-Ierse autoriteiten besloten daarom eind maart het dreigingsniveau voor terrorisme te verhogen van ‘waarschijnlijk’ naar ‘hoogstwaarschijnlijk’. De autoriteiten zijn bezorgd over geweld tegen de politie tijdens de parades op Paasmaandag in Londonderry.

The Sunflower Pub, met een stalen deur die er destijds voor de veiligheid in gezet is. Foto Stephen Wilson/Bloomberg

Vriendschappen

Onder de jongeren die zich in de Belfast Union voorbereiden op examens is geen verdeeldheid te bespeuren. Spanningen tussen de katholieke of protestantse studenten zijn er niet. Maar vriendschappen over en weer ontstonden wel vaak op latere leeftijd, op de middelbare school of de universiteit. Want ze gingen bijna allemaal naar een protestantse óf katholieke school.

Rechtenstudent Lisa Curry (26), protestants, groeide op in County Fermanagh in het westen van Noord-Ierland. „Mijn school stond onderaan de berg, de katholieke school bovenop de berg. Maar ik zag dat niet als segregatie. Het was zoals het was. Het is me nooit uitgelegd als iets positiefs of negatiefs.” Haar ouders voedden haar op zonder vooroordelen over katholieken. Pas op de middelbare school kreeg ze vrienden uit de andere groep. Dat kwam doordat haar school een uitwisselingsprogramma had met een katholieke school, waarin ze vakken bij elkaar volgden.

In Noord-Ierland zijn steeds meer initiatieven om de segregatie in het onderwijs tegen te gaan. Het aantal scholen dat zich ‘integrated’ noemt is laag en groeit langzaam. Katholieke en protestantse ouders in Belfast die hun kinderen met elkaar naar school wilden laten gaan, richtten in 1981 het Lagan College op. Zij waren heel moedig, vertelt Paul Gaskey van het Integrated Education Fund, waar nu 8 procent van de middelbare scholen onder vallen. „De spanning in Noord-Ierland was toen hoog. De eerste twintig kinderen moesten met politiebewaking naar school. De ouders daagden het systeem uit. Politici en de kerk waren tegen.”

Langzaam gaat het de goede kant op, vindt Gaskey. De scholen zijn erg populair. Ook andere scholen proberen diversere groepen leerlingen onderwijs te bieden. „Maar 30 procent van alle scholen heeft nog steeds niet één protestantse of niet één katholieke leerling.”

De politieke instabiliteit en de slechte economie is voor twee derde van de studenten reden naar het buitenland te willen, zo bleek in 2021 uit een onderzoek van denktank Pivotal. De meeste studenten in de Belfast Union zeggen ook dat ze wel ergens anders willen studeren en wonen. Maar wel tijdelijk. Want ze houden van Noord-Ierland, van de mensen, van het landschap. Zoals Dermott Hamill (19): „Ik wil zeker naar het buitenland, maar ik wil niet echt emigreren. Hier is mijn huis. Hier wil ik doodgaan.” Computer science-student James McEvoy (22) zegt, zittend op de grote trap, dat veel jongeren uiteindelijk toch definitief vertrekken. „Ze komen alleen maar terug om familie te bezoeken.”

McEvoy is katholiek en ziet liever dat Noord-Ierland zich uiteindelijk aansluit bij Ierland. „Ik heb nu al een Iers paspoort. Misschien kunnen anderen dan hun Britse paspoort houden. Politici zouden hier eens rustig over moeten gaan praten. Als ze dat kunnen.”

De kans op een verenigd Ierland is op lange termijn niet ondenkbaar. Door demografische ontwikkelingen komen katholieke nationalisten mogelijk in de meerderheid. De katholieke partij Sinn Féin, destijds de politieke vleugel van de IRA, ging bij de laatste verkiezingen de DUP al voorbij. De partijleider zei in 2020 al dat ze in 2030 een referendum wil, een mogelijkheid waar het vredesakkoord in voorziet. Rechtenstudent Lisa Curry vreest zo’n referendum: „Als dat gebeurt is de meerderheid blij, maar ook bijna de helft is boos. Daar zit toch niemand op te wachten?”

‘Ik wil geen dode plant water blijven geven’

Sabrina Baptista, 17 jaar. Woont in Portadown. Gaat naar een protestantse school. Is zelf niet religieus.

„Mijn familie is niet van hier. Mijn vader is Portugees, mijn moeder Braziliaans. Ze hebben elkaar hier ontmoet. En toen kwam ik. Ik ben dus niet oranje (unionistisch) of groen (republikeins) opgevoed. Het Goedevrijdagakkoord was een grote stap vooruit. Maar het is erg teleurstellend dat we geen regering hebben. Mijn oma kwam een tijd geleden langs. Ze was verbaasd. Het is hier zo groen, zo mooi. Het is inderdaad een prachtig land. Alleen de mensen maken het kapot. Of ik hier blijf? Ik denk dat ik in Engeland ga studeren. En niet meer terugkom. Ik wil me best voor Noord-Ierland inzetten, maar dat is zoiets als een dode plant water geven.”

‘We zijn beter af binnen het Verenigd Koninkrijk’

Timothy (17) woont in Portadown. Gaat naar een protestantse school.

„Ik ben opgegroeid op het platteland, op een boerderij. Daar wil ik ook blijven. In de landbouw is altijd werk. Van de verdeeldheid heb ik nooit zoveel last gehad. Het is niet goed dat religie zo’n grote rol speelt in de politiek. Daar moeten we vanaf, maar dat is moeilijk. Ik vind dat we in het Verenigd Koninkrijk moeten blijven. Daarbinnen zijn we beter af, zeker nu we een speciale positie krijgen in de Europese Unie. Kunnen we van twee walletjes eten. Misschien dat op een gegeven moment katholieken de meerderheid vormen, maar niet alle katholieken zijn nationalisten. Dus ik maak me nog niet zo’n zorgen. Maar als het wel die kant opgaat, dan krijgen we opnieuw The Troubles.”

‘Gescheiden onderwijs is achterhaald’

Ellie McDermott (17) woont in Belfast. Gaat naar een katholieke school.

„De politiek in Noord-Ierland gedraagt zich nogal kinderachtig. Beide kampen misbruiken hun macht om alles tegen te houden. Zelfs al wordt de Alliance Party, een centrumpartij, heel groot, dan kunnen republikeinen en unionisten van alles tegenhouden. Dat is toch ondemocratisch? We hebben in Belfast zeven, acht scholen binnen een kwartier rijden van elkaar. Ik las ergens dat ons gesegregeerde onderwijs 800 miljoen pond extra kost. Die scholen kunnen beter samengaan, dat kost minder geld en het onderwijs blijft net zo goed. Mijn vrienden op school zijn voor negentig procent katholieken, al beschouwen velen zich niet meer zo. Buiten school is dat anders, gelukkig. Meer geïntegreerd onderwijs zou goed zijn, het onderwijs houdt ons nu gescheiden.