N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Necrologie
(1952-2023) Klaus Teuber gold als revolutionair in de bordspellenwereld. Zijn wereldwijde hit Catan leidde een heuse bordspelrenaissance in. Dit weekend overleed de Duitser op zeventigjarige leeftijd.
Mag ik twee erts? Dan krijg jij twee hout en een schaap.
In elke spellenkast staat wel een exemplaar van bordspelklassieker Catan. Miljoenen mensen wereldwijd hebben de zeshoekige tegels op de keukentafel uitgespreid, een eiland gevormd, dobbelstenen gerold, dorpen gebouwd en grondstoffen verhandeld.
Klaus Teuber, bedenker van Catan, is op 1 april overleden. Dat maakte uitgever Kosmos woensdag bekend. Hij woonde al jaren in Rossdorf, een dorpje tussen Frankfurt en Erfurt, van waaruit hij samen met zijn zoons in een familiebedrijf het Catan-imperium bestierde.
Spellen waren voor Teuber een uitvlucht uit een ongelukkig leven als orthodontist in Darmstadt, vertelde hij eens aan The New Yorker. Het eerste spel dat Teuber bedacht was Barbarossa, in 1988. Eén speler moest een figuur kleien, de anderen moesten raden wat het voorstelde.
De grote doorbrak kwam in 1995 met Catan, dat aanvankelijk Kolonisten van Catan heette. Na eindeloos schaven en versimpelen, durfde een Duitse uitgever het aan om Teubers spel uit te geven. Catan won datzelfde jaar de Spiel des Jahres-prijs. In 1998 verkocht Catan al zo veel exemplaren, dat Teuber het aandurfde zijn baan op te geven.
In 1997 haalde spellenuitgever 999 Games Catan naar Nederland. Catan werd de eerste bordspellenhit voor het bedrijf. Na ruim twintig jaar is het nog steeds de meest verkochte titel, laat een woordvoerder van 999 Games weten. Wereldwijd zijn ruim 32 miljoen exemplaren verkocht.
In al zijn eenvoud ontketende Catan een revolutie in de bordspellenwereld. Vóór Catan dobbelde je om een pionnetje over een spelbord te bewegen. Denk: Ganzenbord, Monopoly, Mens-erger-je-niet. Catan maakte elke worp spannend. Als jouw dorp of stad aan een getal grenst, krijg jij elke keer dat het getal gerold wordt grondstoffen, óók in de beurt van een ander. En je kan op elk moment onderhandelingen openen.
Teuber was een van de eerste spellenbedenkers wiens naam als ontwerper op de doos terecht kwam. Wie Risk of Rummikub heeft bedacht weet niemand, maar Teubers naam reisde de wereld rond.
Catan veranderde door de jaren heen. Er kwamen uitbreidingen en nieuwe versies. Catan in de ruimte, Catan bij de Inca’s, Game of Thrones-Catan. Houten figuren werden plastic. Ergens in 2014 verloor het spel ‘Kolonisten van’ uit de titel. Maar in de doos vindt je nog steeds dezelfde ingrediënten: negentien zeshoekige tegels, 95 grondstoffen en die verdomde struikrover.
Toen pro-Palestijnse demonstranten vorig jaar de Klimaatmars in Amsterdam kaapten, waren veel andere activisten ontstemd: wat had de genocide in Gaza nu met het klimaat te maken? Nu krijgen ze antwoord van Tom Middendorp, oud-commandant der strijdkrachten. In de driedelige reisserie Missie Middendorp (NPO 2) bezoekt hij conflictgebieden om de invloed te tonen van gevaarlijke klimaatverandering op politieke instabiliteit.
Zo ontmoet hij Somalische piraten, en Bengalen die tegen het water strijden. De eerste aflevering brengt de klimaatgeneraal naar Irak. Structurele droogte drijft werkloze jonge boeren in de handen van IS, of drijft ze naar grote steden die dat niet aankunnen. Diverse betrokkenen die de generaal spreekt vrezen dat Irak door de droogte op den duur weer in chaos zal wegzinken. Middendorp gaat naar de Mosul-dam. Het waterpeil is gevaarlijk gedaald. Vrijwel heel Irak is van de dam afhankelijk voor water. In 2014 dreigden IS-strijders de dam door te steken – water als machtsmiddel. Ook gaat hij naar de sloppenwijken van Mosul waar grote wanhoop heerst.
De sympathieke generaal is helaas niet de gedroomd verteller. Hij is wat stijfjes, praat vlak. De mensen die hij spreekt blijven ook wat op afstand, niet in de laatste plaats omdat hij met een Iraakse legereenheid reist, denk ik. Maar het blijft een bijzondere, verhelderende serie met een verrassende invalshoek.
Om te laten zien dat dit probleem ook Nederland aangaat, wijst Middendorp op de invloed van droogte op de aanwas van vluchtelingen en terroristen. Hierbij toont hij beelden van terroristische aanslagen in Europa – hoofdzakelijk gepleegd door Europeanen dus niet heel relevant, zou je denken. Verder wil Middendorp de tv-kijkers niet in mineur achterlaten, dus komt er ook een uitvinder aan het woord die een apparaat ontwierp dat condenswater opvangt. Verder toont de generaal een irrigatieproject in Irak van de Nederlandse overheid.
Dunbekwulp
Middendorps optimisme wordt tenietgedaan door het Achtuurjournaal (NPO 1), dat officieel meldde dat de dunbekwulp is uitgestorven. Meer soorten zullen volgen. In een schokkerig filmpje uit 1994 zien we de vogel nog vrolijk fluitend rondscharrelen. De verslaggever vindt „uitgestorven” wel heel definitief, dus hengelt ze naar een sprankje hoop. Pepijn Kamminga, die in Naturalis over de opgezette dieren waakt, geeft haar „misschien 4 procent” kans dat ze toch nog ergens een dunbekwulp spot. „Zeker melden.” Deze reportage was trouwens bedoeld als luchtige uitsmijter van het journaal.
Verder had het journaal een reportage over de klimaattop in Bakoe. Die loopt niet helemaal lekker en dat ligt wederom deels aan de locatie: gastland Azerbeidzjan leeft van olie en gas. In de reportage zien we een man in een bad met ruwe olie liggen. Je kunt er niet alleen je auto op laten rijden, in Bakoe menen ze dat olie ook geneeskrachtig is. „Je krijgt het warm en de poriën openen zich”, zegt de badende man. Volgens de dermatoloog van de kliniek helpen oliebaden tegen huidziekten, hersenaandoeningen en onvruchtbaarheid.
De plaatselijke dictator noemde op de conferentie olie „het geschenk van God”. Het ziet er dus somber uit, dat weet generaal Middendorp ook wel. Maar alle hoop laten varen is ook weer geen optie. Moedig voorwaarts!
Bij het hek van het Catshuis, vrijdagavond, staan drie ambtenaren. Twintigers nog. Ze hebben een tas met blikjes bier bij zich en ook stokbrood, hummus en aioli, om uit te delen aan de verslaggevers die al urenlang in de kou staan te wachten. Want het is wéér crisis in het kabinet-Schoof.
In het café hadden de ambtenaren bedacht dat ze het spektakel live wilden meemaken, ze waren langs de supermarkt gefietst. Maar alleen Ongehoord Nederland wil bier. En iemand anders die is komen kijken: Nicolette Heerema, 71, oud-pianodocent. „Ik hoop”, zegt zij, „dat het kabinet valt.”
Een kabinetscrisis trekt altijd mensen die de politiek fanatiek volgen. Zoals Bart Verlaan, een IT’er van 57 die er rond tien uur is. In het Catshuis gaat het over mogelijk racistische uitspraken in de ministerraad en Bart Verlaan zegt: „Als ze bij NSC een béétje ballen hebben, trekken ze de stekker eruit.” Hij ziet nog voor zich hoe VVD’er Gerrit Zalm in oktober 2002 het Binnenhof op liep en tegen journalisten zei dat hij geen vertrouwen meer had in de LPF. „Gewéldige televisie.”
Een politieke crisis trekt ook complotdenkers en mensen van wie je kunt denken dat ze in de war zijn, en die zijn er vrijdag ook. Eentje filmt met zijn telefoon de groepjes journalisten. Verderop staat een man die ook vaak bij de Tweede Kamer staat, met een fiets vol gekleurde lichtjes en slingers.
Maar hoe zou je Nicolette Heerema moeten omschrijven? Ze woont in de buurt en komt net van een koorrepetitie. Ze voelt zich, zegt ze, „ongelofelijk gekwetst” door de berichtgeving over het geweld in Amsterdam. Dat NRC het ‘antisemitisch geweld’ noemt, had haar woedend gemaakt. „Ik heb mijn abonnement opgezegd.” Ze kijkt alleen nog naar Al Jazeera en ze twijfelt, zegt ze: is er wel echt geweld gebruikt tegen de Maccabi-supporters? „Ik kan er geen beelden van vinden. Alleen van één iemand die wordt geschopt en iets met een paspoort.”
Tegenover de ingang van het Catshuis staat een man van begin vijftig. Hij wil niet zeggen hoe hij heet, hij is ambtenaar en mag niet met journalisten praten. Híj hoopt, dat wil hij wel zeggen, dat het kabinet niet valt. En het „frustreert” hem dat „goed en kwaad door elkaar wordt gehaald”. Uit zijn binnenzak haalt hij de gele speld die symbool staat voor de ontvoerde Israëliërs in Gaza. „Die durf ik niet te dragen, dan word je belaagd.” Wat hij „onrechtvaardig” vindt: hij kan, denkt hij, niet aan zijn collega’s vertellen dat hij op de PVV stemt. „Maar zíj gaan onder werktijd naar een pro-Palestijnse sit-in.”
Tegen middernacht gaat het hek open voor journalisten met een accreditatie van de Rijksvoorlichtingsdienst, Dick Schoof geeft een persconferentie. De drie jonge ambtenaren hebben zelf wél van hun bier gedronken en eentje zwaait met zijn pasje van het zwembad. Gaat het feestje binnen verder? Hij wil óók.
Er was al een column af voor deze week, alles stond al netjes klaar, toen ik zondagnacht ineens badend in het zweet wakker schrok en me bedacht: het is dinsdag mannendag!
Zo gaat het altijd. Het hele jaar gaat het alleen maar over vrouwen. Die het zo zwaar hebben om huishouden en werk te combineren. Die minder salaris krijgen voor hetzelfde werk, seksueel geïntimideerd worden, en ondervertegenwoordigd zijn in de boardroom.
Met als hoogtepunt 8 maart, Internationale Vrouwendag. Waarop je de hele dag wordt doodgegooid met rapporten en studies dat het allemaal nog veel erger is geworden. Nooit eens aandacht voor de man.
En dat terwijl er dus ook een Internationale Mannendag is! Op 19 november dus. Maar die gaat altijd geruisloos voorbij en áls er al iemand iets over zegt, wordt hij weggelachen.
Mannen hebben geen extra aandacht nodig. Die redden zich wel. „Het is elke dag al Mannendag”, hoor je dan wel eens. Terwijl mannen het dus allesbehalve makkelijk hebben!
Dat vinden ze zelf trouwens ook. Vorig jaar mei bleek uit onderzoek van het EenVandaag-opiniepanel onder 32.822 respondenten dat 40 procent van de mannen vindt dat ze het momenteel zelfs zwaarder hebben dan vrouwen in Nederland!
Hoog tijd dus om deze rubriek eens HELEMAAL schoon te vegen en alle redenen waarom we Mannendag elke dag eens serieus zouden moeten gaan vieren op een rijtje te zetten. Komen ze, lieve mannen. Jullie hebben het verdiend.
1 Dat je als man in sollicitatiegesprekken nooit wordt gevraagd hoe jij je gezin en je werk gaat combineren. Terwijl je daar zo graag tips met de ceo over had willen uitwisselen.
2 Dat je op datingapps altijd maar foto’s moet plaatsen van het kitesurfen. Wielrennen, of met de laatste vis die je hebt gevangen. Terwijl je ook graag je zelfgeknoopte wandkleed had willen showen. Dat je ook weleens wil dat iemand een deur voor je openhoudt, de rekening aanbiedt te betalen, of je thuis wil brengen omdat het al donker is.
3 Dat dames op de eerste date altijd verwachten dat je háár versiert. Alles betaalt, de eerste move maakt bij het zoenen, en nog vermoeiender: haar tegen een muur zet – terwijl jij gewoon zin had in een beetje over je ex en gevoelens te praten en vroeg naar huis wou om in je eentje in bad te gaan.
4 Dat je belangrijke banen altijd helemaal alleen moet doen. Terwijl vrouwen dan een ‘duobaan’ krijgen. Dat je nooit écht iets hoeft te presteren op je werk. Maar dat gewichtig kijken, wijdbeens zitten, goed onderhandelen, bluffen en jezelf profileren vaak al genoeg is.
5 Dat als je aan mindfullness doet, je zorgverlof wil opnemen voor je kinderen of op yoga zit, je wordt weggezet als soft of een watje. Terwijl je ook gewoon een beetje probeert in balans te komen.
6 Dat je altijd maar moet mansplainen en moet laten zien dat je het weet. Terwijl jij ook weleens sorry wil zeggen, en iets dommig wil weglachen.
7 Dat je niet meer in billen mag knijpen op congressen of naar borsten mag staren. Terwijl er overal om je heen de diepste decolletés rondlopen! Dat je respectvol naar dat gezeur over de loonkloof moet luisteren. Terwijl iedereen weet dat mannen harder werken, minder zeiken en niet zwanger worden of in de overgang komen.
8 Dat je in vergaderingen altijd maar het hoogste woord mag voeren zonder dat het heel veel uitmaakt wat je zegt. Dat alles wat je zegt sowieso veel meer indruk maakt dan als vrouwen hetzelfde zouden zeggen.
9 Dat je ook weleens je morele ambitie wil tonen, in het onderwijs of de zorg. Maar dat er altijd van je verwacht wordt dat je voor vage, moeilijk uitlegbare en hondssaaie beroepen als IT, consultancy en accountancy kiest die goud geld en een Tesla opleveren.
10 Dat je nooit gebeld wordt door scholen als er iets met je kind is. Dat je, ondanks alle vooruitgang, nog steeds geen borstvoeding kan geven.
11 Dat je maar één dag in de week voor je kinderen mag zorgen terwijl zij de rest van de week mag. Dat je geen lofzang meer krijgt als je die ene dag gekookt hebt. Dat je alle klusjes in huis moet doen! Terwijl je minder weet van lekkende kranen, kitranden en metselwerk dan je vriendin.
12 Dat er geen spiegeltje in de zonneflap boven de chauffeursstoel zit, maar alleen boven de bijrijdersstoel. Dat je elke dag überhaupt je stinkende best doet om er leuk uit te zien, met aandacht voor haar en nagels, maar dat vervolgens nooit iemand daar iets over zegt.
13 Dat je altijd maar bushokjes moet vernielen, fonteinen in elkaar moet beuken en tegen winkelpuien aan moet zeiken. Terwijl je ook gewoon weleens lekker met je kat op schoot op de bank wil zitten met een kop muntthee.
14 Dat je altijd maar moet klaarkomen tijdens de seks. En dat er weinig begrip is als dat een keer niet lukt. Dat je überhaupt altijd maar zin moet hebben! En het niet geaccepteerd wordt dat jij ook eens hoofdpijn hebt.
15 Dat er nog steeds geen voorbehoedmiddel is voor mannen, behalve meteen je zaadleiders doorknippen. Terwijl vrouwen kunnen kiezen uit een heleboel vormen van anticonceptie! Dat je jaarlijks duizenden euro’s aan tampons en inlegkruisjes bespaart, terwijl jij ook dolgraag eens in persoonlijke hygiëne zou willen investeren.
16 Dat altijd als je net wil aanbieden om de vergadertafel op te ruimen, dat alweer door vrouwen is gedaan. Dat je nooit eens een cadeautje of kaartje mag regelen voor een collega die ziek is of een baby heeft gekregen.
17 Dat je altijd maar een jongere vriendin moet. Terwijl je zelf liever een oudere zou willen die je beter begrijpt en niet per se meer kinderen wil. Dat als je toch gezwicht bent voor een tweede leg: ze bij het schoolplein zeggen: ‘Wat leuk dat opa je komt ophalen’.
Lieve mannen, ik kan hier nog uren mee doorgaan. Jullie hebben nog zo’n lange weg te gaan. Maar ik hoop jullie met dit handjevol punten toch een hart onder de riem te hebben gestoken. Geef niet op.