Een avondje met levend icoon Tarantino

Sabeth Snijders Amsterdam is Tarantino’s stad: hier schreef hij in 1992 anoniem drie maanden aan het script van ‘Pulp Fiction’. Hij is er terug om zijn boek ‘Cinema Speculation’ te promoten. Sabeth Snijders zag dat een regisseur nog steeds een filmster kan zijn.

Sabeth Snijders

Quentin Tarantino doorkruiste als tiener in de jaren zeventig verre uithoeken van LA om films te bekijken die nooit op televisie kwamen, vertelt de regisseur zondag in een uitverkocht Amsterdams Carré. Te gewelddadig, erotisch, bizar of buitenlands – en video of dvd bestond nog niet. Zijn filmnerd-fanatisme „separates the men from the boys” grapt de regisseur zondag.

Fanatisme eist hij nu van zijn volgelingen: in Carré komt hij zijn essayboek Cinema Speculation verkopen. Om daarvan getuige te zijn, tel je vanaf 79 euro neer en heb je het voorrecht in de pauze voor 24,98 euro ook het boek nog aan te schaffen. Wil je Tarantino’s handtekening, dan moet je morgen terugkomen, meldt gastheer Arnon Grunberg. Dan signeert hij in boekhandel Athenaeum aan het Spui.

Bezoekers die hopen dat hij zich tot een kiekje of selfie laat verleiden, worden snel uit hun droom geholpen. Mobiele telefoons moeten op verzoek van Tarantino in een hoes, wie een in zijn sok meegesmokkeld opname-apparaat te voorschijn haalt, wordt subiet de zaal uit geëscorteerd.

Hij is veranderd, Amsterdam is nog zo’n beetje hetzelfde, vindt Quentin Tarantino

Amsterdam blijkt braaf. Het is Tarantino’s stad: hier schreef hij in 1992 anoniem drie maanden aan het script van Pulp Fiction; halverwege nam hij een trein naar Cannes voor de wereldpremière van zijn debuutfilm Reservoir Dogs. Hij is veranderd, Amsterdam nog zo’n beetje hetzelfde, vindt Tarantino.

In het eerste deel van de avond grasduint Grunberg door details uit zijn Cinema Speculation, waar Tarantino de ‘New Hollywood’-films fileert die hij vanaf een jaar of zeven zag met zijn moeder en haar vele wisselende partners. Zijn tiende en laatste film gaat níét over Pauline Kael, de beroemde critica van The New Yorker, stelt Tarantino nog maar een keer, al was ze van vitaal belang in zijn vorming. Bekend is dat zijn script de titel The Movie Critic draagt en speelt in de jaren zeventig. Dat verklaart mogelijk waarom de regisseur met een boek vol amusante en soms tegendraadse interpretaties van films uit die periode komt: Dirty Harry is reactionair, maar niet fascistisch, zoals Pauline Kael dacht.

Na de pauze leest de regisseur een hoofdstuk over John Boormans Deliverance (1972) voor, zo smakelijk en vakkundig, inclusief stemmetjes, dat hij zelfs bij zijn analyse van de verkrachtingsscène de lachers op zijn hand krijgt. Niet alleen als filmmaker weet Tarantino gruwelen geestig en esthetisch te maken, ook als auteur en voorlezer.

Een icoon, zegt een fan die maandag aanschuift in de eindeloze signeerrij. In hoofdletters wordt meegedeeld dat ‘Mr Tarantino’ geen merch, T-shirts of posters signeert, alleen boeken. En ook niet doet aan persoonlijke boodschappen of foto’s. Het deert de wachtenden niet. „We hebben oogcontact gehad”, jubelt een geroerde filmacademiestudent na afloop.

Tarantino wuift zijn fans nog even toe als de koningin vanaf het bordes. Volgens hem bestaan filmsterren niet langer. Door superheldenfilms zijn personages nu de helden, niet de acteurs die hen vertolken. Maar een regisseur kan nog wel degelijk een filmster zijn, bewijst hij in Amsterdam.

Sabeth Snijders is filmrecensent.