‘Zus van mijn zus’ toont het aanhoudende verdriet om een jonggestorven zusje

Recensie

Theater

De dood van een zus In ‘Zus van mijn zus’ spreken twee zussen over hun jonggestorven zusje. Zo wordt zichtbaar hoe ieder op zijn eigen manier een tragedie verwerkt.

Marisa van Eyle en Ariane Schluter in ‘Zus van mijn zus’, van Via Rudolphi.
Marisa van Eyle en Ariane Schluter in ‘Zus van mijn zus’, van Via Rudolphi.

Foto Bart Grietens

„Mijn moeder had drie kinderen. Nu heeft ze er nog twee”, zingt een stem in het donker, fluisterend en hees, in een treffende Spinvis-pastiche. Dan komen met het licht de twee kinderen in zicht: twee zusjes die de geest van hun zusje proberen op te roepen. Koosje van anderhalf is zeven jaar eerder overleden.

De scène wisselt daarna naar het heden. De zussen staan tussen de strandpalen aan zee. „Iedereen gaat maar dood”, zegt de een. Zij (Ariane Schluter) heeft haar man verloren en die mist ze op de gekste momenten. De ander (Marisa van Eyle) herinnert zich het verdriet en vreemde gedrag van hun vader na de dood van zijn kind. Schluter is alles vergeten, zegt ze blij. En ze schakelt hard naar een ander onderwerp: dickpics.

In de tekst Zus van mijn Zus schiet toneelschrijver Peer Wittenbols behalve van het heden naar het verleden ook van het tragische en melancholieke naar het banale en alledaagse. In het ontwijkende gedrag moet verborgen pijn opborrelen, maar dat lukt maar ten dele. In de regie van Belle van Heerikhuizen is Schluter overtuigend de nuchtere weduwe, die een koele toon hanteert. Van Eyle, de gevoelige van de twee, komt er met haar emoties niet goed tussen.

Verschillen in temperament

Hun gesprek drijft op de verschillen in temperament tussen de twee zussen. Dat levert inzicht op in hoe anders zelfs naaste familie een tragedie kan beleven en verwerken. Als kind verwijt Van Eyle haar zus nog wereldwijs dat ze niet zo veel moet huilen. Dan gaat je verdriet op en heeft ze als volwassene straks geen tranen meer. Dat lijkt te zijn uitgekomen.

De twee praten over dromen, hun pappa en mamma, delen herinneringen en fantaseren over hun zusje en hun eigen einde. Misschien is, zonder dat ze het beseffen, hun vaak botsende gesprek wel een vorm van broodnodige therapie en heling. Mooi is de scène waar de twee als meisjes genade vinden in de dood van een gewond dier. En het is grappig en liefdevol als Van Eyle van haar zus een aap moet imiteren. Maar lang niet alles is raak. Het aanhoudende verdriet, dat onder de tekst moet liggen, wil niet gaan ademen.

Als ze op het punt belanden dat de herinnering aan hun stervende zusje bovenkomt, vervliegt de spanning door hun ruziënde geschreeuw. Pas als bij wijze van slotakkoord opnieuw het gruizige openingsliedje klinkt (van Roald van Oosten), merk je met enige huiver dat die woorden inmiddels een stuk zwaarder wegen.


Theater Dit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment