N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Drinkwaterwinning Het is niet zeker of er in 2030 genoeg water is om drinkwater te produceren, waarschuwt het RIVM. „Dit is geen fictief probleem.”
Eigenlijk is de productielocatie waar de directeur van drinkwaterbedrijf Vitens wilde afspreken, de verkéérde locatie. Tussen de oude boerderijen en kromme appelbomen, aan de rand van het dorp Tull en ’t Waal aan de Lek, staat een nieuw pompstation met een dak van gras.
Trots vertelt Jack Zinger, de locatiemanager, over hoe de waterwinning hier volledig is geautomatiseerd. Voor ruim 95.000 klanten in Nieuwegein en Schalkwijk wordt hier water „gemaakt”, zoals hij het steeds noemt. Want zo eenvoudig als oppompen en thuis de kraan opendraaien, is drinkwaterwinning niet.
Zes miljoen kubieke meter water komt hier vandaan, van 160 meter diep. Het wordt in drie grote pelletreactoren gezuiverd met fijn entzand, gemengd met kalkmelk om het te ontkalken. Van boven naar beneden verandert het grondwater op elke verdieping van de betonnen productielocatie steeds meer in het drinkwater dat nog geen 24 uur later uit de kraan komt.
Maar deze productielocatie in Tull en ’t Waal, met zijn indrukwekkende pompen en drie grote zwembaden aan waterreserves, is eigenlijk het voorbeeld van hoe de waterwinning niet overál is. Behalve aan alle inwoners, kantoren en bedrijven, en de landbouw in de buurt, kan Tull en ’t Waal drinkwater leveren aan het nieuwe industrieterrein aan de rand van Nieuwegein, met zijn enorme distributiecentra en een fastfoodboulevard. En al het drinkwater dat op een dag ‘over’ is, gaat via pijpleidingen naar de stad Utrecht.
Bovendien is het water hier, vertelt Vitens-directeur Jelle Hannema, „echt heel schoon”. Er is geen verontreiniging, er hoeft weinig meer te gebeuren dan ontkalken – en dat alleen omdat Utrechters liefst water met weinig kalk drinken. Terwijl zijn boodschap, en die van de negen andere drinkwaterbedrijven, eigenlijk is: de drinkwaterwinning en -levering is niet zo vanzelfsprekend als de meeste Nederlanders denken.
Onderzoek RIVM
Deze maandag publiceert het RIVM een rapport met een alarmerende boodschap: het is niet zeker of er in 2030 genoeg water is voor de productie van drinkwater. In vier provincies – Gelderland, Overijssel, Groningen en het westelijke deel van Zuid-Holland – zijn nu al onvoldoende reserves beschikbaar om op piekmomenten in de zomermaanden drinkwater te kunnen garanderen. Het instituut waarschuwt dat zonder onmiddellijke actie van Rijk, provincies, waterschappen én consumenten de extra 102 miljoen kubieke meter water die in 2030 nodig is, er simpelweg niet is.
De knelpunten zijn volgens het RIVM veelvoudig. Door een groeiende bevolking en economie is er meer vraag naar drinkwater, door droogte is er juist waterschaarste. Het oppervlaktewater dat kan worden gewonnen is vaker verzilt of vervuild, waardoor drinkwaterbedrijven „steeds meer moeite” moeten doen het te zuiveren met „steeds geavanceerdere methoden”. Dat is niet alleen duur, er gaat daarbij ook water verloren.
De drinkwaterbedrijven die grondwater winnen, hebben soms wel een vergunning om méér water op te pompen, maar ze stuiten op natuurbeschermingswetten die, om het waterpeil hoog te houden in een gebied of kwetsbare natuur niet te verstoren, waterwinning juist beperken. Daardoor kan de vergunning maar ten dele worden gebruikt.
Daarom moeten ze op zoek naar nieuwe waterwingebieden. Maar ruimte is schaars. Bovendien is het vergunningsproces traag, en moeten provincies, die de vergunningen afgeven, ook andere (botsende) belangen afwegen, signaleert het RIVM.
Lees ook: Waterbedrijven: ‘Laat drinkwater niet de volgende crisis worden’
Twentekanaal verontreinigd
Jelle Hannema van Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, weet er alles van. In 2005 was er in Twente een brand bij een bandenfabriek en belandde bluswater in het Twentekanaal. En juist daaruit haalde Vitens drinkwater. „Het kanaal is blijvend verontreinigd. Sindsdien zijn we bezig met het vinden van een nieuwe bron en het verkrijgen van vergunningen. Zó lang duren de procedures.”
Elders in Overijssel is door de droge zomers van de afgelopen jaren de grondwaterstand zo laag dat waterwinning „onverantwoord” zou zijn, want dan verzakt de bodem. Het water dat er wel is, moet gedeeld: de natuur mag niet uitdrogen, de landbouw moet kunnen sproeien, mensen willen op het water recreëren, de scheepvaart moet kunnen doorgaan.
Drinkwater is een eerste levensbehoefte, dat zou prioriteit moeten hebben
Jelle Hannema directeur van Vitens
Hannema zegt: „Verschillende belangen zitten elkaar in de weg: de boer zegt tegen ons: je zit aan mijn water. Wij dreigen als sector verstrikt te raken als Rijk en provincies drinkwater niet zien als een dwingender belang. Drinkwater is een eerste levensbehoefte, dat zou toch prioriteit moeten hebben.”
Maas en Lek zijn vaak vervuild
In Zuid-Holland signaleert Wim Drossaert van drinkwaterbedrijf Dunea dit ook. Hij ziet dat het aantal inwoners groeit, en dus de vraag naar water. Dunea ‘haalt’ zijn water uit de Maas en de Lek, en infiltreert dat ruim 80 kilometer verderop de duinen in. Die werken als een natuurlijke zuivering.
Maar beide rivieren zijn vaak vervuild en dan kan er geen water worden ingenomen. Het RIVM constateert in zijn rapport dat in 2019 voor drie locaties de waterwinning in de Maas opgeteld tweehonderd dagen heeft stilgelegen. Nederland moet uiterlijk in 2027 voldoen aan de Europese normen voor schoon water. Uit onderzoek van NRC bleek vorig jaar dat dit niet zal worden gehaald.
Lees ook: ‘Nederland haalt Europese richtlijn waterkwaliteit voor 2027 niet’
„Vorige week nog moest alles worden stilgelegd”, zegt Drossaert. „En zeker bij warm weer en een lage waterstand in de rivier is elke lozing er één te veel.” De opslagreserves vergroten gaat niet zomaar, want de duinen zijn Natura 2000-gebied en mogen slechts beperkt worden verstoord. „Om over stikstof maar niet te praten.”
Lees ook: In de Zuid-Hollandse duinen botsen drinkwater en aardwarmte
Er zijn wel oplossingen. Het RIVM signaleert er een aantal, te beginnen met bewustwording van consumenten dat drinkwater niet vanzelfsprekend is. Verder zou water moeten worden vastgehouden in natte periodes in plaats van te worden afgevoerd naar zee. Of er zou water kunnen worden ingekocht uit het buitenland. Vergunningsprocedures voor waterwinning zouden versneld moeten worden.
Veel van de oplossingen, zeggen Hannema en Drossaert, zijn belangrijk voor de lange termijn. „Op de korte termijn moeten er door Rijk en provincies keuzes worden gemaakt”, zegt Hannema. Vitens selecteert intussen wie voorrang krijgt: negentien nieuwe bedrijven kregen te horen dat ze alternatieve waterbronnen moesten zoeken. Hannema: „Om een voorbeeld te geven, voor het datacentrum van Facebook in Zeewolde – dat niet meer doorgaat – kregen we ook een aanvraag voor drinkwater. Ik verzeker: voor het koelen van datacentra gaan we geen drinkwater inzetten.”
Dunea experimenteert met nieuwe manieren van waterwinning, bijvoorbeeld op Scheveningen waar van brak water drinkwater wordt gemaakt. Drossaert: „Dat zijn pilots, de urgentie is nu op korte termijn.”
Hij zegt veel „voornemens” te horen, maar weinig steun te voelen van Rijk en provincie: „Heb als overheid het lef in een bouwbesluit waterbesparing als vereiste op te nemen.” Drossaert weigerde vorige maand in Zuid-Holland een woondeal tussen provincie en de minister van Volkshuisvesting te ondertekenen. „Daarin stond van alles over mobiliteit en voorzieningen die nodig zijn in nieuwe woonwijken, niets over de beperkte hoeveelheid drinkwater of over waterbesparing. Tegen mij werd gezegd: dat komt naderhand wel. Maar ik kan niet garanderen dat er voldoende drinkwater is voor alle woningplannen.”
Hij vertelt dat hij onlangs een Kamerlid tegenkwam dat tegen hem zei: ik hoor wat je zegt, ik begrijp het, maar ik voel het niet. Drossaert: „Ik steek mijn hand in eigen boezem: misschien hebben we als drinkwaterbedrijven te lang gezegd dat we het wel redden. Iedereen denkt: water komt toch wel uit de kraan. Maar de afgelopen vier droge zomers laten zien dat dit niet zo is.”
De drinkwaterbedrijven en hun vereniging Vewin voelen zich gesteund door het RIVM-rapport. Het toont dat de bedrijven „niet preken voor eigen parochie”. Hannema: „Dit is geen fictief probleem. Het Pinksterweekend van 2020, toen het warm was, konden wij geen druppel extra produceren.”