N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Tv-industrie Het beste voor Kees is een succesvolle en bekroonde NPO-documentaire. Maker Monique Nolte besloot het vervolg, Kees vliegt uit, om financiële redenen niet bij de publieke omroep onder te brengen. „Je verdient bijna niets, ook niet als de film een succes wordt.”
Het vervolg op de documentairehit Het beste voor Kees over de autistische Kees Momma is vanaf zondag 2 april te zien bij streamingdienst Videoland, eigendom van RTL. Dat is opmerkelijk aangezien Het beste voor Kees te zien was bij de publieke omroep. Daar trok de film sinds de eerste uitzending door KRO NCRV in 2014 zo’n 1,5 miljoen kijkers. De documentaire werd een aantal keer herhaald, genomineerd voor een Gouden Kalf en in 2018 uitgeroepen tot de beste 2Doc van de afgelopen vijf jaar.
Toch is het vervolg, Kees vliegt uit, niet gefinancierd door de publieke omroep, maar grotendeels via crowdfunding en met steun van het fonds HandicapNL. „De rest is betaald door Videoland”, aldus maker Monique Nolte. Daarom is de film nu daar te zien, wat betekent dat iedereen die Kees vliegt uit wil zien zich moet abonneren op Videoland.
NRC vroeg Nolte hoe dat zo gekomen is. „Als maker binnen het publieke bestel kan je niet leven van het maken van documentaires”, zegt Nolte. „Voor Het beste voor Kees heb ik omgerekend een uurloon ontvangen dat lager is dan het minimumloon, in totaal 25.000 euro salaris voor zeven jaar werk.”
Nolte ontving veel felicitaties met het succes van Het beste voor Kees. „Ze dachten dat ik er goed aan verdiende. Maar het voelde voor mij niet als een succes, want ik kon mijn rekeningen niet betalen. Daarom heb ik ervoor gekozen mijn nieuwe films NIKKI en Kees vliegt uit niet via de reguliere weg van het NPO Fonds te maken, maar in eigen beheer.”
En zo belandde haar nieuwe film over Kees Momma uiteindelijk bij Videoland, net als haar film NIKKI, over een meisje met een verslaafde moeder en afwezige vader. Het platform van RTL wilde ook graag Het beste voor Kees kunnen streamen, tot ongenoegen van KRO-NCRV. De omroep wist dat te verhinderen door een kort geding aan te spannen tegen Videoland. Uiteindelijk werd in een schikking afgesproken dat Videoland het eerste deel van de Kees-saga niet zal vertonen.
Geijkte weg
„Ik heb tot op het laatste moment Kees vliegt uit aangeboden aan de publieke omroep”, zegt Nolte. „Als ze me betere voorwaarden hadden geboden, hadden ze de film gewoon kunnen uitzenden. Maar er werd slechts 7.000 euro geboden om de film kant-en-klaar aan te kopen. Of 45.000 als ze er alsnog in zouden stappen, toen de film al bijna klaar was, maar in dat geval was ik weer de exploitatierechten kwijt geweest. Na heel lang onderhandelen zijn ze opgeschoven naar 80.000. Maar de productie kostte ongeveer vier ton. Hoe zou ik dan de rest terugverdienen? Ik zou met verlies achterblijven.”
Jelle Peter de Ruiter, hoofd documentaire van KRO-NCRV, zegt het „heel jammer” te vinden dat Kees vliegt uit niet bij NPO te zien is. „Ik kan me ook goed voorstellen dat mensen zich afvragen hoe dat komt”, aldus De Ruiter. „De gangbare weg is een aanvraag voor het NPO Fonds te schrijven. Dat is het grote fonds van de publieke omroep waar je een paar ton kunt krijgen om een documentaire te financieren. Maar Monique was ondertussen al aan het filmen en vertelde dat zij de film zelf wilde produceren. Ze wilde geen aanvraag doen voor het NPO Fonds maar vroeg ons als omroep om vergoedingen voor wat ze al aan het doen was. Zo werkt dat gewoon niet.”
Nolte kan goed uitleggen waarom zij haar documentaire niet via de geijkte weg van het NPO Fonds wilde maken. „Als ik voor de route van het NPO Fonds gegaan was had ik misschien 30.000 of 40.000 salaris gekregen, terwijl ik uiteindelijk negen jaar aan Kees vliegt uit gewerkt heb. Oftewel nog geen 4.500 euro per jaar. En dan had ik ook de distributierechten moeten afstaan. Dan verdien je dus bijna niets, ook niet als de film een succes wordt.”
De Ruiter kijkt er anders naar. „NPO betaalt makers niet om iemand te volgen. Monique volgde Kees al jaren toen ze samen met ons Het beste voor Kees ging maken. Je kunt niet verwachten dat de NPO daar achteraf voor gaat betalen. We betalen voor een film, niet voor persoonlijke betrokkenheid. En het is inderdaad zo dat je van documentaires maken niet kunt leven. Dat geldt zelfs voor beroemde makers als Heddy Honigmann. Iedereen doet er iets bij, het is geen fulltime baan .”
Tegelijk vertelt De Ruiter dat hij toch al „niet zo happig was op een vervolg” van Het beste voor Kees. „In die film werd het onderwerp autisme al goed uitgediept. Dan moet je je afvragen: wat voegt een vervolg nog toe? Wordt er wel iets nieuws verteld? In deel één woont Kees nog bij zijn ouders. Gaat hij dan in deel twee wél op eigen benen staan? Meestal levert een vervolg geen nieuwe inzichten op. En wij zijn geen Hollywood, gaan niet een succes uitmelken. We maken van belastinggeld documentaires met een maatschappelijk belang .”
De Ruiter betreurt het dat hij en Nolte „niet meer on speaking terms” zijn. Maar misschien is Nolte bij de commerciëlen wel beter op haar plek, zegt De Ruiter. „Daar kun je geld krijgen op basis van één A4-tje. Een streamingdienst kan makkelijker even zo’n groot bedrag neertellen dan wij. Maar ik weet niet of Videoland betaald zou hebben voor deel één. Wij wel. Een commerciële partij neemt minder risico. Nu maakt Videoland dankbaar gebruik van het succes dat Kees bij NPO behaald heeft .”
Vindt hij niet dat NPO ‘out of the box’ had moeten denken om Kees vliegt uit toch te kunnen uitzenden? „Nee. Dat zou ook niet eerlijk zijn naar andere makers toe. We hebben drie jaar lang met juristen gekeken of het mogelijk was Monique te bieden wat ze vroeg, maar dat kon gewoon niet. Het maximale bedrag om in de eindfase in een documentaireproject te stappen is 45.000 euro. In haar geval zijn we zelfs tot 80.000 gegaan. Méér was echt niet mogelijk.”
Nieuwe tijd
Nolte vindt dat het stelsel zou moeten veranderen. „Er zou een verdeelsleutel moeten zijn. Dus als een documentaire een groot succes is, dat de maker daar dan ook een deel van terug ziet. Ik had met 80.000 euro genoegen kunnen nemen, als ik dan tenminste mijn exploitatierechten had mogen behouden.”
Het bestaande systeem loopt achter bij de nieuwe tijd, vindt de maker van Kees vliegt uit. „Het is niet meer zo dat een documentaire na uitzending in het archief verdwijnt. Hij blijft vaak te zien op een kanaal als NPO Start, dat advertentieinkomsten genereert. Tegelijk zijn makers niet meer veroordeeld tot de publieke omroep: ze kunnen ook terecht bij streamingdiensten zoals Netflix of Videoland. Daarom zou de publieke omroep betere voorwaarden voor makers moeten bieden.”
De Ruiter ziet dat anders. „Dat Kees vliegt uit niet bij ons te zien is komt door haar eigen keuzes. Zij wilde een andere weg bewandelen dan de wegen die het huidige systeem toelaat. Dat systeem is goed, vind ik, want we verdelen het geld eerlijk onder verschillende makers en trekken niemand voor. Bovendien moet er een noodzaak zijn voor elke film, ook als het een vervolg is op een kijkcijferhit. Maar ik denk dat Monique uiteindelijk een hoop geld heeft opgehaald van donateurs en dat Videoland ook goed betaald heeft voor de film .”