Zelfs Marie Kondo heeft geen zin meer alles op te ruimen

Het huis van Paula Truscott and Martin Loorits (@mismatchedhome) in Perth, Australië

Cluttercore Vergeet het minimalisme, de nieuwste interieurtrend heet cluttercore en houdt in dat je je huis decoreert met persoonlijke verzamelingen.

In het huis van Marije Goekoop is élk oppervlak bedekt met spullen. De antieke boekenkast in haar woonkamer puilt uit van de kunstboeken, houten beeldjes en stapels zelfbeschilderde lampenkappen, en leunt tegen een secretaire die nog van haar oma is geweest. Daarop staan weer twee lampen, vier fotolijstjes, stapels boeken, drie vazen en wat tubes verf. Er past nog net een kop koffie bij, maar meer ook niet.

„Ik eet met een bord op schoot of bij het aanrecht, want al mijn tafels staan te vol”, zegt Goekoop (54), die beeldend kunstenaar is en al twintig jaar in dit huis vlakbij het Amsterdamse Vondelpark woont. „Ik ben dertig jaar stylist geweest en was altijd op zoek naar dingen om een set mee aan te kleden. Dan was ik in een kringloop voor een shoot voor Tommy Hilfiger en kwam ik toch ook weer terug met leuke spullen voor thuis.” Daar is het extra vol sinds ze haar huis ook als atelier gebruikt: overal staan ezels, schilderijen en verfmaterialen uitgestald.

Goekoops huis past perfect in een stroming genaamd cluttercore. Bomvolle interieurs, die precies het tegenovergestelde zijn van de minimalistische, beige ruimtes die de afgelopen jaren social media domineerden. TikTokker @billiamthewadford was in juli 2020 de eerste die de term gebruikte. Nadat ene @4walls een inmiddels 270.000 keer gelikete video over „de ergste nachtmerrie van elke minimalist” postte, ging cluttercore pas echt viral. „Het draait om het tentoonstellen van je favoriete spullen op een uitbundige en onbeschaamde manier”, zegt de voice-over bij beelden van met schilderijen, planten en ondefinieerbare tierlantijntjes volgestouwde interieurs. Inmiddels heeft hashtag #cluttercore meer dan 109 miljoen views op TikTok.

Grote pionier van de cluttercore-beweging is de Britse modeontwerper Paul Smith, die elke vierkante meter in zijn vaak gefotografeerde werkkamer al decennialang volstapelt met zijn verzamelingen wielershirts, boeken, speelgoedkonijnen en petten.

Tegenwoordig wordt het Newyorkse appartement van influencer Gia Seo vaak aangehaald als ultiem cluttercore-voorbeeld. Ze heeft álle muren bedekt met schoenen, planten en boeken. Of het stel achter Instagram-account @mismatchedhome, bij wie de schilderijen hutjemutje tegen elkaar hangen. En het interieur van de Spaanse kunstenaar Juanjo Fuentes (@juanjo_fuentes_), zonder twijfel het grote schrikbeeld van iedereen met een op kleur gesorteerde boekenkast.

Zelfs Marie Kondo, die negen boeken en een Netflix-serie (Tidying Up With Marie Kondo) wijdde aan weggooien en opruimen, heeft rommelige interieurs omarmd. Eerder dit jaar gaf ze in een interview met The Washington Post toe dat ze opruimen sinds de geboorte van haar derde kind „min of meer opgegeven heeft”.

Mausoleum

„Het leuke aan cluttercore is dat het heel realistisch is”, zegt Evelien Reich (51), hoofdredacteur van interieurtijdschrift Elle Decoration. „We hebben lange tijd gedaan alsof we allemaal heel netjes waren en in perfecte interieurs leefden, maar dat houdt uiteindelijk niemand vol.” Als summum van dat type interieur noemt Reich, die zichzelf omschrijft als ‘anti Marie Kondo’, het door de Belg Axel Vervoordt ontworpen huis van Kim Kardashian. Een compleet wit huis met hier en daar wat – eveneens witte – meubels, en in de verste verte geen boeken, speelgoed, foto’s of planten. „Een mausoleum waarin niet wordt geleefd. Je ziet aan alles dat er niet wordt gekookt, niet wordt gespeeld – er gebeurt niks! Het dient puur als een mooi lijstje waarin Kim gefotografeerd kan worden. Mooi hoor, maar ook saai.”

De rondleiding door haar piepkleine appartement die actrice en model Julia Fox onlangs op TikTok plaatste, vindt Reich veel meer van nu. Stapels schoenendozen in de keuken, een onopgemaakt bed midden in de woonkamer, een spiegel die overwoekerd wordt door persoonlijke foto’s, een gang vol kinderfietsen en jassen. „Ze vertelt dat ze de speelhoek van haar zoon niet de hele tijd opruimt, want hij haalt alles tien minuten later toch weer tevoorschijn. Thank God, dacht ik toen ik dat zag. Ze is ook maar een mens.” Wat zulke interieurs vooral zo interessant maakt, vindt ze, is dat ze blijk geven van persoonlijkheid. Iets dat minimalistische interieurs nogal eens ontberen.

Het interieur van Juanjo Fuentes (@juanjo_fuentes_) in Málaga, Spanje

Dat persoonlijke is precies wat cluttercore van maximalisme onderscheidt, zegt ze. „Cluttercore draait niet om het uitdragen van rijkdom, met chique materialen, kleuren en texturen. Het gaat ook niet om wat hip of goede smaak is, maar puur om wat jij de moeite van het uitstallen waard vindt, om persoonlijke spullen die je in de loop der jaren om je heen verzameld hebt en die visuele clues geven over wie je bent en waar je geweest bent. Een maximalistisch interieur kun je binnen één dag bij elkaar verzamelen – als je maar genoeg geld hebt. Met cluttercore kan dat niet, een persoonlijke verzameling spullen moet langzaam groeien.” De beige „caffè latte” interieurs die je overal ziet, kunnen volgens haar prima als basis fungeren. „Van daaruit kun je gaan bouwen. Op een gegeven moment ga je op vakantie en denk je: hé, dat is een leuk tafelkleed! Mijn man maakt zijn eigen azijnen, die flessen staan hier altijd in het zicht. Prima, denk ik als ik ze zie: dit zijn wij, dit doen wij. Cluttercore is eigenlijk heel inclusief, je mag zijn wie je wil zijn en dat ook trots etaleren.”

Sinds ze schildert, is het Marije Goekoop opgevallen dat kunst tegenwoordig vaak onpersoonlijk is. „Mensen kopen kunst die keurig bij hun vaasjes en de bank past. Een lege manier van omgaan met kunst. En ze hebben allemaal precies hetzelfde: slappe Matisse-aftreksels en schilderijen met tenenkrommend saaie kleurvlakken.” Het tegenovergestelde van cluttercore, dus.

Behaaglijke cocon

Dat cluttercore tijdens de pandemie is opgekomen, verbaast Evelien Reich niet. „In de twee jaar dat we aan huis gekluisterd waren, hebben we ontdekt hoe geruststellend het is omringd te zijn door spullen die ons dierbaar zijn.”

De Amerikaanse journalist Jennifer Howard publiceerde in 2020 het boek Clutter: An Untidy History, een uitgebreide analyse van onze band met spullen, met als aanleiding het uitpuilende huis van haar moeder, dat ze moest ontruimen toen die naar een verzorgingstehuis ging. Ook Howard ziet verband met de pandemie. „We wilden ons veilig voelen”, schrijft ze. „En spullen kunnen een behaaglijke cocon creëren.”

Ook nu de pandemie voorbij is, past cluttercore in de tijdgeest. Het tijdperk van eindeloze zelfoptimalisatie is voorbij. Streven naar perfectie heeft de laatste jaren plaatsgemaakt voor het leren accepteren van jezelf, inclusief al je tekortkomingen. Dat heeft ons een beweging als body positivity opgeleverd, maar ook het omarmen van kwetsbaarheid en het durven tonen van niet-blije gevoelens. Een rommelig interieur sluit daar naadloos bij aan.

Het huis van Paula Truscott and Martin Loorits (@mismatchedhome) in Perth, Australië

Volgens Reich is cluttercore bovendien feministisch. „Het merendeel van het onbetaalde werk in en om het huis wordt nog steeds door vrouwen gedaan. Het is een feministische daad om een rommelig huis te omarmen en gewoon te zeggen: ik ruim jullie troep niet meer op!” Maar, benadrukt ze: een cluttercore-huis moet wel schoon zijn. „Een schoon huis is een teken van zelfrespect.” Cluttercore moet ook vooral niet verward worden met hoarding. „Hoarders kunnen nergens afstand van nemen”, zegt Reich. „Zelfs niet van een pot elastiekjes. Cluttercore draait juist om weloverwogen keuzes: je kiest bewust voor objecten die in jouw ogen van waarde zijn.”

Je ziet de cluttercore-mentaliteit niet alleen in de manier waarop mensen hun huis inrichten, maar ook in design, zegt Reich. Als voorbeeld noemt ze de Cherished-vaas van de Rotterdamse ontwerper Diederik Schneemann, die is gemaakt van honderden Happy Meal-figuurtjes van McDonald’s. De vaas is onderdeel van een serie waar ook een kast gemaakt van 10.000 luciferdoosjes bij hoort, en een lamp van tientallen parfumflessen. Allemaal bestaande verzamelingen die jarenlang, soms decennialang, door mensen zijn gekoesterd, valt op Schneemanns site te lezen. „Daardoor hebben ze een heel ander soort waarde dan dure materialen als marmer of brons.”

Het is een feministische daad om een rommelig huis te omarmen en gewoon te zeggen: ik ruim jullie troep niet meer op!

Evelien Reich hoofdredacteur van Elle Decoration

Cluttercore past bij je, of niet. Je kunt het niet forceren. En ook niet afleren. Marije Goekoop heeft de afgelopen tijd avondenlang naar YouTube-video’s over minimalisten gekeken. „Die zitten allemaal stikgelukkig in hun lege kamers. Ergens trekt het me wel, die rust. Iemand zei een keer tegen me dat je in een lege ruimte veel meer aandacht kunt geven aan de persoon met wie je praat. Want spullen leiden af. Dat klopt wel. Kloosters, ashrams en yogaruimtes zijn niet voor niets helemaal leeg.” Toch blijft ze verzamelen. „Het zit er gewoon te diep in”, zegt ze. „Het geeft een kick in een kringloop tussen alle meuk toch iets te vinden.”

Serviezen bijvoorbeeld. Ze heeft een compleet groen servies, een compleet geel servies en een compleet zwart servies („en ik kook niet eens!”). Ook heeft ze naar eigen zeggen een lampenfetisj („die sleep ik van over de hele wereld mee naar huis”). Ze heeft verschillende antieke Chinese kastjes, veel etnografische kunst en een kast vol vazen. „Dan hebben we het nog niet eens gehad over het vuilnis dat ik mee naar huis sleep voor eventuele kunstprojecten. Ik woon om de hoek van de P.C. Hooftstraat, daar ligt prachtig papier en karton bij Louis Vuitton en Hermès voor de deur.”

Omdat ze over een tijdje hoopt te verhuizen, is ze toch vast begonnen met spullen sorteren. „Ik sleep elke dag dingen naar de gang die weg moeten. Maar dan ga ik ’s avonds door die stapels en denk ik: toch wel leuk. En dan zet ik ze weer terug.”