Een Vlaams dorp in de ban van roddels over Merel

Recensie

Strips

In haar stripdebuut over de single Merel weet Clara Lodewick de warme en venijnige sfeer van een dorp vol roddels goed te treffen.

Merel krijgt door dat mannen in het café haar mijden
Merel krijgt door dat mannen in het café haar mijden

Uit de strip ‘Merel’ van Clara Lodewick

Het is een kleine dorpsgemeenschap, zo Vlaams als wat, met een schoolplein, een café, een voetbalveld en een buurtsuper. Het is er levendig en er wordt gekletst. Merel, de naamgever en hoofdpersoon van het stripdebuut van de Belgische stripmaker Clara Lodewick, is een graag geziene figuur. Ze is sportverslaggever bij een lokaal krantje en neemt deel aan schoonheidswedstrijden met haar eenden – volkomen serieus overigens.

Vrolijke single

Merel is een vrolijke veertiger en single. Dat laatste blijkt toch wel een dingetje: er wordt geroddeld. Merel zou gemakkelijk zijn, zoals het eufemistisch wordt omschreven, en een van de dames uit het dorp heeft er in het bijzonder last van. Haar huwelijk draait stroef en ze vermoedt van alles. Wat begint als een aanname uit de losse pols groeit uit tot flinke kwaadsprekerij. Merel krijgt het door: ze wordt genegeerd en na verloop van tijd wordt ze op haar gedrag aangesproken. Een onschuldig grapje blijkt alles in gang te hebben gezet.

Roddels-escalatie

Lodewick vertelt een verhaal dat we kennen. Zo gaat het met roddels. Zo gaat het vaker in kleine gemeenschappen waar iedereen elkaar kent en het lastig ontkennen is als er vermoedens zijn. De situatie escaleert en dan volgt er een moment van loutering. Ook dat is niets nieuws, vooral als blijkt dat het toch allemaal net eventjes wat anders lag dan werd verondersteld.

Merel is als verhaal niet rechtlijnig. Om het gevoel bij de lezer te laten rijpen hoe roddels werken, kiest Lodewick voor veel zijstapjes en vertraging. Dat werkt. De lezer neemt zo het tempo van het dorp over, van de trage dagen waarin de mensen elkaar tegenkomen, spreken en weer vertrekken.

Ook het tekenwerk ademt het dorpse. Lodewick tekent niet verfijnd, haar onbeholpen figuren hebben enorme handen en schoenen. Des te opmerkelijker is het dat ze de karakters van de mensen goed in de vingers heeft: Lodewick laat twijfel, boosheid en achterdocht perfect in de gezichten terugkomen. Mooier nog: ze zet Merel heel subtiel neer als een positief en gevoelig personage. Zij geeft het verhaal een warme, hoopvolle gloed.