Dubbel zoveel mensen in armoede door overheidsfout

Inkomen Al jaren moeten gezinnen in armoede toeslagen terugbetalen waar zij recht op hebben. De groep blijkt nu groter dan eerder gedacht.

Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid (ChristenUnie)
Carola Schouten, minister voor Armoedebeleid (ChristenUnie)

Foto Sem van der Wal/ANP

Ongeveer tienduizend gezinnen leven in armoede door een fout van de overheid. Dat zijn er bijna twee keer zoveel als tot nu toe gedacht werd. Zij moeten toeslagen terugbetalen waar zij recht op hebben, waardoor hun inkomen daalt tot onder het bestaansminimum.

Dat blijkt uit een kabinetsreactie op schriftelijke vragen van partijloos Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij stelde die vragen namens elf Kamerfracties na berichtgeving in NRC over deze problematiek.

NRC beschreef deze maand hoe dit probleem speelt bij een specifieke groep van ongeveer 5.700 mensen: samenwonende stellen van wie de ene partner geen inkomen heeft en de andere een kleine UWV-uitkering of een heel laag salaris. Samen worden zij aangevuld tot bijstandsniveau, door de gemeente. Zij hebben dus twee inkomstenbronnen.


Lees ook: Al jaren in armoede, door een fout van de overheid

Maar deze fout raakt nog een tweede groep, blijkt nu: stellen die één inkomstenbron hebben. Om precies te zijn: een UWV-uitkering die netto rond het bijstandsniveau ligt, of iets daarboven.

Beide groepen lopen tegen hetzelfde probleem aan. Zij krijgen netto ongeveer evenveel geld op hun rekening als stellen met alléén een bijstandsuitkering. Maar door een onbedoeld effect van zeer specifieke belastingregels wordt hun bruto-inkomen veel te hoog. Daardoor moeten zij toeslagen terugbetalen waar zij eigenlijk recht op hebben: meestal honderden euro’s, soms meer dan duizend euro per jaar. Het gevolg: armoede en een groot risico op schulden.

Het probleem komt voort uit belastingregels die in 2009 veranderden voor ‘alleenverdieners’, partners met één inkomen.

„We willen er alles aan doen om hier een oplossing voor te vinden”, schreven vier kabinetsleden woensdag aan de Tweede Kamer. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA), minister Carola Schouten (Armoedebeleid, ChristenUnie) en de staatssecretarissen van Financiën Marnix van Rij (CDA) en Aukje de Vries (VVD) zijn samen verantwoordelijk voor dit vraagstuk.

Oplossing

De kabinetsleden schrijven dat ze hard werken aan een oplossing. Die willen zij voor de zomer presenteren. Voor de eerste groep van 5.700 gedupeerden lijkt zo’n oplossing al in zicht. Gemeenten kunnen hun waarschijnlijk belastingvrije uitkeringen gaan geven. Zo wordt voorkomen dat hun bruto-inkomen te hoog wordt, en ontvangen zij de toeslagen waar ze recht op hebben.

Het kabinet moet de wet aanpassen om dit juridisch mogelijk te maken. Maar gemeenten mogen daar nu op vooruitlopen door hun inwoners in deze situatie te helpen. Nijmegen bijvoorbeeld doet dat al. Deze gemeente compenseert slachtoffers ook voor het inkomen dat zij de afgelopen jaren zijn misgelopen.

Het kabinet informeert gemeenten binnenkort hoe zij die voorlopige compensatie kunnen regelen, schreef het eerder al in reactie op Kamervragen van Senna Maatoug (GroenLinks).

Het is opvallend dat dit niet eerder is gebeurd. De hoogste rechter voor uitkeringszaken, de Centrale Raad van Beroep, oordeelde een half jaar geleden al dat deze slachtoffers gecompenseerd moeten worden, in een zaak van een gedupeerde tegen de gemeente Arnhem. De slachtoffers hebben te weinig geld, stond in de uitspraak, „om in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan […] te kunnen voorzien”.

Sterker: de Nationale Ombudsman kaartte de problemen al in 2016 aan. Sindsdien hebben opeenvolgende kabinetten het probleem bestudeerd, zonder het op te lossen.

„Het raakt ons en het is frustrerend dat we in die zeven jaar nog niet tot een oplossing zijn gekomen”, schrijven de bewindslieden. „We willen dit recht zetten en voorkomen dat dit nog eens kan gebeuren.”

Dit artikel wordt aangevuld.