Wanneer wordt leed ‘black trauma porn’?

Emmett Till In 1955 toonde Mamie Till het lijk van haar zoon zodat de wereld zou zien wat racistisch geweld aanricht. Bij de film ‘Till’ spreken sommige zwarte critici van ‘black trauma porn’.

Emmett Till (Jalyn Hall) en zijn moeder Mamie (Danielle Deadwyler) in ‘Till’.
Emmett Till (Jalyn Hall) en zijn moeder Mamie (Danielle Deadwyler) in ‘Till’.

In 1955 toonde Mamie Till Mobley het verminkte lichaam van haar 14-jarige zoon Emmett Till aan de wereld. Ze liet zijn onherkenbare, opgezwollen en tot pulp geslagen gezicht fotograferen en zijn begrafeniskist bleef op haar verzoek open om mensen te confronteren met het gruwelijke racisme in het zuiden van de VS. Haar actie bleek een belangrijke katalysator voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.

Toen afgelopen jaar de trailer van de film Till online kwam, over de zoektocht van Mamie naar gerechtigheid voor het lynchen van haar zoon, waren vele zwarte Twitteraars echter kritisch. De overvloed aan beelden van het leed van zwarte Amerikanen, zowel historisch als meer recent, is voor veel kijkers momenteel te veel om te verstouwen én de film zou voelen als ramptoerisme of ‘black trauma porn’. Till is niet de enige film die afgelopen jaren dit label kreeg.

De discussies rond dit label voegen nieuwe elementen toe aan het debat dat al sinds het begin van de filmgeschiedenis wordt gevoerd: Wanneer is geweld in films functioneel en wanneer is het sensationalisme? Bij historische films werden die vragen in het verleden onder tafel geveegd met variaties op ‘het wás toen gewelddadig’ en ‘mensen moet dit weten’. Net zoals de verklaring die Mamie in Till geeft om het lichaam van haar zoon te tonen: „Ik wil dat Amerika getuige is.” Maar kan dat argument nu nog worden ingezet?

Naar aanleiding van Till stelt filmcriticus Robert Daniel in Time Magazine dat voor een hedendaags publiek „getuige” zijn van de gevolgen van racistisch geweld een totaal andere ervaring is dan in 1955. Zo is Hollywood bezig met een inhaalslag als het gaat om het verbeelden van de geschiedenis van zwarte Amerikanen. Maar de filmindustrie heeft daarbij een dubieuze voorkeur voor periodes waarin volop racistisch geweld kan worden getoond.

De afgelopen jaren voelde het alsof er iedere paar maanden een bloederig prestigeproject uitkwam over het Amerikaanse slavernijverleden (Antebellum), de Burgeroorlog (Emancipation) of de strijd van de burgerrechtenbeweging. En dan zijn er nog de talloze hedendaagse (horror)films als Candyman (2021), waarin racisme vaak een rol speelt.

Wat meespeelt is dat dat geweld voor zwarte Amerikanen absoluut géén geschiedenis of fictie is. Beelden van hedendaags racistisch geweld verschijnen continu in nieuwsmedia en op sociale media. Voor sommige Amerikanen is dat traumatiserend om te zien.

Buiten beeld

Om die laatste reden wilde Till-regisseur Chinonye Chukwu het verhaal van Emmett Till alleen verfilmen als ze geen fysiek geweld tegen zwarte Amerikanen in beeld moest brengen. In Till hóórt de kijker alleen de martelingen. Chukwu besliste wel om het verminkte lichaam van Emmett te tonen, een huiveringwekkend beeld. Maar dat „lag in het verlengde van Mamies beslissing in 1955”, legde Chukwu uit in een persconferentie.

De Till-regisseur ging dus niet zo ver als de regisseur van het op feiten gebaseerde drama over het onderzoek naar de misdaden van Harvey Weinstein, She Said, die de aanrandingen en verkrachtingen die centraal staan volledig buiten beeld liet omdat ze vindt dat dat soort feiten al vaak genoeg zijn verbeeld. Al dan niet vermengd met een zekere wellust.

Een diametraal tegengesteld standpunt nam Twelve Years a Slave een decennium geleden in. In de film van Steve McQueen, gebaseerd op de memoires van de vrije zwarte violist Salomon die in 1841 werd gedrogeerd en verkocht aan een plantagehouder in het zuiden, zitten juist talloze expliciet gewelddadige momenten en vernederingen. Berucht is de scène waarin de kijker Salomon minutenlang met zijn nek in een strop ziet balanceren op zijn tenen om niet te stikken nadat hij voor zichzelf durfde op te komen. De vele, zeer grafische beelden van mishandelingen waren bij de release in 2013 onderwerp van gesprek, maar de Oscarwinnende film werd ook geprezen omdat hij als een van de eerste films voor een breed publiek de gruwel van slavernij invoelbaar maakte.

Confrontatie

De kijker confronteren met het verleden en de gruwel van toen voldoet anno 2023 als argument voor het tonen van grafisch geweld niet meer, schreef Daniel in Time. Helemaal stoppen met het verfilmen van deze episodes uit de geschiedenis dan maar? Dat vonden opiniemakers die Till en het belang van het in herinnering brengen van geschiedenis verdedigden, het kind weggooien met het badwater. En het zal waarschijnlijk ook niet gebeuren.

Een gevolg van de discussies is in ieder geval dat makers zich geroepen voelen om publiekelijk het geweld dat ze tonen te bespreken. Zo bevat het recente Emancipation asgrauwe beelden van tot slaaf gemaakten die worden gebrandmerkt of voor agressieve honden worden gegooid. Regisseur Antoine Fuqua noemde dat afgelopen najaar in Vanity Fair „noodzakelijk”, omdat je niet mag vergeten tot welke gruwel mensen in staat zijn voor geld.

Het team van Till legde uit wat volgens hen het verschil is tussen bijvoorbeeld de beelden van slachtoffers van geweld die op het internet circuleren en de beelden van de Emmetts lijk in hun film. Waar het eerste spontane opnames ter verdediging zijn, die slachtoffers enkel koppelen aan het geweld dat hen is aangedaan en zo, mogelijk onbedoeld, objectiveren, doen de filmmakers er alles aan om een verminkt lichaam te humaniseren. Zo leert de kijker Emmett kennen voor hij gedood wordt en zien ze zijn lijk voor het eerst samen met Mamie die hem streelt als haar kind, niet als een afschuwwekkend object.

Of het de tegenstanders van ‘black trauma porn’ naar de bioscoop zal lokken, valt te betwijfelen. Maar dat makers worden verplicht na te denken over brute beelden die ze de wereld inslingeren, is nooit een slechte zaak.


Lees ook de recensie: Een Till voor een nieuwe generatie