Kinderen en huisdieren


Marcel van Roosmalen

De R zit in de maand. Zondag begint de wintertijd weer, altijd een moment van overdenking. In het dorp maken we ons, ondanks het zomerweer, op voor een lange, harde winter. Kringloopwinkel La Curiosa sluit voorgoed de deuren, het huiskamerrestaurant gaat een paar dagen minder open en op de plaats van de fietsenmaker zit sinds kort een baderie gespecialiseerd in toiletpotten. Ik heb de feestelijke opening van een afstandje bekeken, het aantal aanwezigen kon je op de vingers van een hand tellen. Gesprekken met dorpsbewoners gaan zonder uitzondering over de aanstaande crisis. Iedereen vreest. Het hele erge is er nog niet, maar het klagen is alvast begonnen.

En dan was ook onze slager, die na het vertrek van de bakker ook brood verkoopt, ook nog met vakantie. De andere slager in het mini-winkelcentrum heeft wel een glimmende vitrine, maar lijdt onder zijn uitstraling. Mensen met het uiterlijk van Ernest Louwes hebben nooit wind mee. Nooit het voordeel van de twijfel, altijd harder moeten trappen dan de rest.

Oneerlijk.

Ik ken genoeg mensen met een gezellige uitstraling die in het echt niet te doen zijn. Wat ook niet helpt: bij de andere slager krijgen Lucie van Roosmalen (7) en Leah van Roosmalen (5) ook een stukje worst, dat ze ondanks hun vegetarisme met smaak eten, maar die liggen naast de kassa al klaar op een bordje, waardoor het spontane uit de toch goedbedoelde handeling verdwijnt. De traktatie krijgt iets berekends, iets machinaals.

Geplaagd door dit soort gedachten stond ik daar met twee kinderen te wachten op mijn beurt. Opschieten deed het niet. Een vrouw staarde in een bak met boerenkool en merkte op dat ze daar vanwege de oktoberhitte geen trek in had. Achter de toonbank maakte de assistente van de slager een gebaar met de vingers. Het scheelde wél in de energierekening.

Wegwerkgebaar van de klant.

„Ik stook hout.”

Een ander kocht een halve leverworst voor de hond, een exemplaar dat tot de knieën kwam.

„Je krijgt ’m buiten”, zei ze tegen het dier.

We hebben daar een tijdje naar staan kijken. Vrouw haalt leverworst uit papieren zak, werpt die naar de glasbak op een troosteloze parkeerplaats en hond vliegt ernaartoe. Ik moest denken aan het enthousiasme waarmee Frida van Roosmalen (1) ’s morgens reageert op een fles peutermelk.

Ik ben weleens jaloers op kinderen en huisdieren.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.