‘Not all is lost’ toont een prachtdecor, helaas gevuld met anonieme lichamen

Recensie

Theater

Theater Het tweede deel van Davy Pieters’ vierluik over opgroeien ‘in een toekomstige wereld’ gaat over zorgen voor elkaar. De beelden zijn schitterend, maar de zeggingskracht blijft achter.

In het mooie decor van ‘Not all is lost’ botsen en rennen de hoofdpersonages.
In het mooie decor van ‘Not all is lost’ botsen en rennen de hoofdpersonages.

Foto Sjoerd Derine

Het washandje denk je er zo bij, als ze gehurkt in het meertje zit. Ze is naakt en schept onhandig water over haar lichaam, wrijft. Een ander knielt naast haar, biedt het stuntelende hoopje een helpende hand. Het lijkt de echo van een alledaagse handeling in een verpleeg- of ziekenhuis.

Deze scène is een van de meest herkenbare momenten in Not all is lost van theatermaker Davy Pieters. Het is een situatie die te herleiden is naar iets in de wereld buiten het theater. Dat geldt voor de andere scènes nauwelijks. In abstracte choreografieën rennen de performers langs elkaar: vallend en duwend, schreeuwend en omhelzend. Het is niet duidelijk wie ze zijn, waar ze vandaan komen of waar ze naartoe gaan. Ze zíjn er gewoon, als anonieme lichamen in een onbekend landschap.

Dat landschap is trouwens schitterend vormgegeven. Scenograaf Janne Sterke ontwierp een decor waarin een bak zand centraal staat. Op verschillende plekken groeit iets groens uit de bruine aarde. Ieder beeld is een plaatje, zeker als zandkorrels rondvliegen of aarde wordt omgewoeld. Door scherpe contrasten, tegenlicht of juist schemerduister ontstaat een universum waarin tijd niet bestaat en waar plots iemand op kan duiken, of lossen.

Traag

Wat er in deze prachtsetting gebeurt, spreekt minder tot de verbeelding. Een dame met handtas (Melyn Chow) is het middelpunt. Zij lijkt ontheemd, heeft wild zoekend tussen de planten heen en weer gestoven. Nu botst ze met wie ze maar tegenkomt, maar laat zich ook troosten en zelfs tot spelen verleiden: een enthousiast springen en krijsen, duiken en stoeien.

De repeterende bewegingen, ontmoetingen en bedachtzame interactie met de omgeving zorgen voor een taaie kijkervaring. Ondanks de esthetiek van de losse momenten ontvouwt de voorstelling zich traag, met veel herhalende dynamieken. Wéér botsen twee spelers tegen elkaar of staat iemand roerloos te staren. De onheilspellende soundtrack van Gagi Petrovic suggereert spanning, maar opwindend wordt het niet.

Not all is lost zou puur kunnen koersen op het oproepen van een sfeer of emotie, maar de beloftes in de publiciteitsteksten zijn groter dan dat. De performance is het tweede deel van een vierluik over ‘het opgroeien van de mens in een toekomstige wereld’. Na CRISPR, over genetische modificatie, moet deze voorstelling iets zeggen over zorg en de menselijke afhankelijkheid. Wat betekent het om zorg te dragen? Wat betekent het om gedragen te worden?

Als je de begeleidende teksten niet gelezen hebt, is dat thema eigenlijk niet af te leiden uit wat er op de bühne gebeurt. Ook ontbreekt een motivatie, een doel – iets dat de handelingen voortstuwt en richting geeft. Als opeenvolging van stilstaande ‘shots’ ziet Not all is lost er prachtig uit, maar de zeggingskracht van deze beelden blijft achter.


Theater Dit zijn de beste theatervoorstellingen van dit moment