Pianiste Eliso Virsaladze: ‘Muziek onderwijst me nog dagelijks over het leven’

Pianist Eliso Virsaladze: „Gelukkig onthullen stukken nooit al hun geheimen, ze lijken op een landschap dat voortdurend verandert.”


Foto Nikolai Puschilin

Interview

Eliso Virsaladze, pianist De Georgische Eliso Virsaladze (80) behoort tot de uitstervende generatie van een grote Russische pianotraditie. In Amsterdam verbindt ze Chopin en Mozart. „Beiden tonen ons de eindeloze diepten van de eenvoud.”

Soms zit je oog in oog met de geschiedenis. Een appartement in München, behangen met herinneringen. Kleine schilderijen aan de keukenmuur tonen een Georgisch landschap: een kerk aan een bosrand in oranjegeel avondlicht en korenschoven in een blauwgroene schemering.

De geschiedenis bakt pannenkoeken. Haar naam is Eliso Virsaladze. Tachtig jaar. Pianist. Geboren in Tbilisi toen Georgië nog als Sovjetrepubliek zuchtte onder de moordlust van communistisch dictator Jozef Stalin. Haar oom werd eind jaren dertig opgepakt door diens geheime dienst en verdween spoorloos. „Mijn oma, zijn moeder, bij wie we inwoonden, heeft altijd geloofd dat hij leefde en bleef wachten”, zegt ze. „Pas decennia later, ver na Stalins dood, kregen we te horen dat hij was vermoord.”

Met Elisabeth Leonskaja behoort Virsaladze tot de laatste generatie reuzinnen van de Russische pianoschool. De legendarische pianist Sviatoslav Richter (1915-1997) was voor haar een voorbeeld en een grote vriend; hij vond haar de beste Schumann-vertolker die hij had ontmoet. Haar spel kenmerkt zich door een innerlijke gloed, die kan verwarmen en verteren.

Als ze op zaterdag 1 april in het Amsterdamse Muziekgebouw speelt, wil de pianist de innige band tussen Mozart en Chopin blootleggen. „Beiden tonen ons de diepten van de eenvoud. Deze diepten zijn eindeloos. Daar dwaal ik al in rond sinds mijn grootmoeder – ook een concertpianist – in mijn kinderjaren Mozart op de lessenaar zette. En zelfs nu, op mijn tachtigste, onderwijst de muziek me dagelijks over het leven, over die zoektocht naar eenvoud. Mocht ik ooit ontwaken met de gedachte dat er voor mij achter de piano niets meer te ontdekken valt, dan sluit ik de klep voorgoed. Maar gelukkig onthullen stukken nooit al hun geheimen, ze lijken op een landschap dat voortdurend verandert.”

https://www.youtube.com/watch?v=vId0Tqb0Fbs

Pianolessen van haar oma

Haar inwonende grootmoeder Anastasia gaf thuis pianolessen en als kind zat Virsaladze dan in een naastgelegen kamer te luisteren. In die beginjaren leerde ze zichzelf spelen op gehoor, want haar oma wilde haar pas vanaf haar achtste onderwijzen. „Ik hoorde haar vaak met mijn vader praten over pianist Vladimir Horowitz, voor wie beiden grote bewondering koesterden. In 1924 reisden ze samen naar Berlijn om hem te zien. Datzelfde jaar deelde mijn oma het podium met hem in Tbilisi, bij een herdenkingsconcert na de begrafenis van de Georgische operazanger Vano Sarajishvili. Vier jaar later besloot Horowitz na een tournee definitief in Amerika te blijven. Na bijna zes decennia keerde hij terug. Ik bezocht dat legendarische concert in Moskou. De euforie en ontroering in de zaal en op straat zal ik nooit vergeten.”

Na haar studie aan het conservatorium in Tbilisi vertrok de 16-jarige Virsaladze naar Moskou, waar ze les kreeg van onder anderen Heinrich Neuhaus. „Zijn klas zat vaak vol. Niet alleen met studenten, maar ook met toehoorders. Hij was een meesterverteller, die in prachtige metaforen sprak. Neuhaus had problemen met zijn handen, maar wanneer hij aan de vleugel iets voordeed, ontlokte hij een ongelooflijk geluid uit dat krakkemikkige instrument. Het leerde me dat klank niet enkel in handen en vingers zit, maar in de mens. Na tien minuten ben je uitgekeken op vingervlugheid, dan verlang je naar iets anders, naar de ziel van de muziek. En die kon Neuhaus laten horen.”

Als twintigjarige won Virsaladze de derde prijs bij het prestigieuze Tsjaikovski Concours. Plotseling stroomden bij het Sovjet-staatsimpresariaat aanbiedingen binnen uit het kapitalistische Westen. Via de geruchtenmachine hoorde ze dat het New Yorkse Carnegie Hall had aangeklopt. „Vaak kregen ze als antwoord: ‘Virsaladze, die kennen we hier niet.’ Of ze is te druk. Of ziek.”

Een van de eerste buitenlandse trips buiten de communistische wereld voerde Virsaladze in 1969 naar Nederland. „Ik deed onder meer Tsjaikovski’s Eerste Pianoconcert met het Amsterdams Philharmonisch en dirigent Anton Kersjes, een geweldig musicus, een reus van een vent maar erg bescheiden.”

Nu keert ze terug naar Amsterdam met Chopin en Mozart. „Die muziek brengt me vrede in deze woelige tijd. Ik voel nog steeds de mateloze bewondering en fascinatie die ik als kind voor Mozart had. Met Chopin moest ik een langere weg afleggen. Ik hield van hem, maar mijn grootmoeder liet me zijn stukken niet studeren. Klasgenoten speelden zijn Prelude in A-groot, die je als achtjarige technisch zo onder de knie hebt. Ik was jaloers. Maar mijn oma hield voet bij stuk. Je laat een kind ook niet de Decamerone lezen, vond ze. Voor sommige muziek moet je eerst geestelijk rijpen. Om Chopins eenvoud te doorgronden, heb je levenservaring nodig.”

https://www.youtube.com/watch?v=XmzVEkNi1Mg

Thuis in het vliegtuig

Haar tachtig levensjaren zitten Virsaladze niet in de weg. „Ik kan alles spelen wat ik wil”, zegt ze. Ze doceert in Moskou, Italië en Tokio. En overal ter wereld geeft de pianist concerten. Op de vraag welke plek ze thuis noemt, antwoordt ze met een grijns: „Het vliegtuig.”

Ze droomt ervan om nog eens met de Transsiberië Express van Moskou naar Vladivostok te reizen, zoals Sviatoslav Richter. „Onderweg stapte hij in elke stad uit voor een recital, waardoor de reis geen twee weken maar twee maanden duurde. Richter was een genie, niet alleen als pianist. Hij maakte prachtige schilderijen. In Moskou hangt er één bij mij aan de muur. Hij had een geweldig dirigent kunnen zijn. Maar het ontbrak hem aan tijd, zei hij. Weet je hoe lang hij studeerde op de eerste pagina van Prokofjevs Zevende Pianosonate? Zeven uur. Onlangs zei een pianist tegen mij: ‘Ach, dat doe ik zo van blad.’ Dan heb je het dus niet begrepen.”

Ze vertelt hoe de beroemde Emil Gilels – evenals Richter en Virsaladze een leerling van Neuhaus – op zijn Amerikaanse tournee Tsjaikovski’s Eerste Pianoconcert niet alleen zo’n vijftien keer speelde, maar het ook nog twee uur per dag oefende. „Ondanks het reizen, zijn fenomenale techniek en het feit dat hij dat werk kon dromen. Sommige pianisten herhalen alleen. Dan is het alsof je een pak uit je koffer haalt waarin motten zitten. Je houdt het omhoog, maar er vallen gaten in en het stinkt muf. Ware musici blijven zoeken hoe goed ze een stuk ook kennen.”

Eliso Virsaladze speelt Mozart en Chopin. Muziekgebouw aan ’t IJ, zaterdag 1 april, 20.15 uur. Inl: muziekgebouw.nl


Lees ook het interview met Thurston Moore: ‘Sonic Youth klonk zoals de chaos van New York’