N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Koningshuis De rechter wees vorige week de eis af van Vereniging Republiek om de invloed van de Koning op het recht te verminderen. Dat moet anders, vindt Ewout Jansen.
Stel dat ik een geschil heb met Jeroen Pauw. Ik wil een uitspraak van een onafhankelijke rechter, maar zijn benoeming kan worden geblokkeerd door Jeroen Pauw. De rechter heeft ook trouw gezworen aan Jeroen Pauw; net als mijn advocaat. De deurwaarder vertelt dat hij helaas niet naar het huis van Jeroen Pauw kan gaan om een dagvaarding te bezorgen; de hoogste rechters in Nederland nemen namelijk de dagvaardingen voor Jeroen Pauw in ontvangst. Boven het hoofd van de rechter hangt in de zittingszaal een foto van Jeroen Pauw. De rechter stelt allemaal kritische vragen die ik zelf moet beantwoorden. Jeroen Pauw hoeft voor deze ondervraging niet te verschijnen, maar stuurt de allerduurste advocaat van Nederland naar de zitting, van ‘mijn’ belastinggeld.
Als ik de uitspraak van de rechter lees, staat erboven: ‘In naam van Jeroen Pauw’. Ik mag me beroepen op algemene wetten, maar die zijn alleen geldig indien Jeroen Pauw ze heeft ondertekend. Jeroen Pauw is ook voorzitter van een orgaan dat – tot in het kleinste detail – over de regels heeft geadviseerd. Jeroen Pauw is het hoofd van de regering die de regels heeft opgesteld en benoemt ook de leden van die regering.
Wie bezorgd aan de rechtbank Den Haag vraagt of procedures met Jeroen Pauw wel eerlijk zijn, krijgt als antwoord dat hier in zijn algemeenheid weinig over te zeggen is. Pas als er concreet bewijs is dat procedures met Jeroen Pauw niet eerlijk uitpakken, kan de rechter in actie komen.
Dat oordeelde de rechtbank Den Haag onlangs, niet ten aanzien van Jeroen Pauw, maar over een andere BN’er: koning Willem-Alexander. Vereniging Republiek had een rechtszaak aangespannen om de invloed van de Koning op de rechtspraak te verminderen (en heeft inmiddels aangekondigd in hoger beroep te gaan.)
Fantastische persoonlijkheid
Ik gebruikte even de naam van Jeroen Pauw, omdat erfopvolging betekent dat de persoonlijkheid van de Koning toevallig is. Kritiek op de Koning wordt vaak verward met kritiek op de persoon van de huidige Koning, maar zelfs als de Koning net zo’n fantastische persoonlijkheid heeft als Jeroen Pauw, is het niet wenselijk dat hij – of welke functionaris dan ook – zo veel blokkeringsmacht heeft, aan alle kanten van de trias politica.
Heeft de rechtbank gelijk? Moet het echt eerst ‘concreet’ misgaan, voordat de rechter ingrijpt? Ik denk het niet. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat er ‘procedurele waarborgen’ moeten zijn om invloed van het staatshoofd op benoemingen in de rechterlijke macht te voorkomen. Een waarborg is iets heel anders dan bewijs van concrete problemen afwachten. Voorkomen is beter dan genezen.
Inmenging van de Koning is niet slechts een theoretische mogelijkheid. Volgens oud-minister Struycken heeft de Koning na de Tweede Wereldoorlog daadwerkelijk beslist over leven en dood, bijvoorbeeld rondom ‘de Vier van Breda’.
Kroonprinses Amalia heeft in een boek van Claudia de Breij haar visie gegeven op het tekenen van wetten: „En wie weet, puur hypothetisch, over tig jaar, moet ik ooit wetten ondertekenen over censuur. Dat zou ik niet kunnen. Ik zou niet iets kunnen ondertekenen dat de vrijheid van meningsuiting weg zou nemen. Dat kan niet voor mijn geweten. Dat is ook tegen mijn eed. ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’, dat is geen loze kreet.”
Lees ook: Kroonprinses Amalia: Ik geef mijn leven aan Nederland
Dit sentiment is volkomen menselijk, maar het is niet aan Amalia te bepalen wat geldt als censuur: wat de een ziet als het tegengaan van desinformatie ziet de ander als dictatoriale censuur. De laatste check op wetgeving kan en mag niet zijn of het wel in lijn is met Amalia’s gevoel van wat God van haar wil.
Goede manieren
Als Nederland wil dat de staatshoofden van Polen, Hongarije en Turkije geen blokkeringsrecht hebben bij rechterlijke benoemingen, is het wijs om zelf het goede voorbeeld te geven. Het Europese mensenrechtenhof waarschuwde Nederland al in 1985 voor het symbolisch bekrachtigen van wetten door de Koning. Dat is „only a practice of no binding force, from which the Crown can depart at any moment”.
Dat met die overweging het Nederlandse kroonberoep werd afgeschaft, betekende dat de bestuursrechter voortaan zelf beslist of zijn uitspraak bindend is. De onafhankelijkheid van de rechtspraak vereist dat het staatshoofd op voldoende afstand staat. Nu houdt niets of niemand de Koning tegen om een rechterlijke benoeming niet te ondertekenen of een wet, die nadelig is voor de eigen procedures, te vertragen of te blokkeren. Tussen ons en een Koning, die zijn macht misbruikt, staan in feite alleen goede manieren. Dat is voor het recht niet genoeg.
Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!
Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.