Grote onvrede bij CDA-fractie over eigen bewindslieden

Verkiezingsuitslag Fractieleden voelen weinig ruimte om zich kritisch uit te laten. Als ze het over de toekomst van Hoekstra hebben, gebruiken ze het woord ‘voorlopig’.

CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma. Wat hem betreft kan Hoekstra voorlopig aanblijven.
CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma. Wat hem betreft kan Hoekstra voorlopig aanblijven.

Foto Bart Maat/ANP

Bij Tweede Kamerleden van het CDA heerst grote onvrede over de kabinetsleden van de eigen partij. Dat melden ingewijden aan NRC. Maandag kwam het al langer sluimerende ongenoegen tot uiting in een extra fractievergadering, die georganiseerd werd om de verkiezingsnederlaag die het CDA vorige week leed, te bespreken.

De vergadering had lang geduurd en was „soms emotioneel” geweest, zei fractievoorzitter Pieter Heerma dinsdag. Volgens hem toont de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen aan dat er een kloof is tussen Den Haag en de rest van het land, maar ook tussen CDA’ers in Den Haag en partijgenoten in de rest van het land.

De kloof die hij niet noemde, maar die na de verkiezingen lijkt te zijn verdiept: die tussen de CDA-fractie en het CDA-smaldeel van het kabinet.

Al langer vinden CDA-Kamerleden dat ze beperkt worden in de manier waarop ze hun werk kunnen doen. De coalitie waar ze deel van uitmaken, met VVD, D66 en ChristenUnie, is nooit geboren uit liefde – het was het resultaat van een recordlange formatie, gekenmerkt door onderling wantrouwen. De partijen zijn tot elkaar veroordeeld, vertrouwen lijkt er nooit te zijn geweest. Om die wankele relatie niet in gevaar te brengen, horen CDA-fractieleden dat ze zich vooral aan de coalitielijn moeten houden.

Ergernis

Kamerleden zien hun partij sindsdien alleen maar verliezen: eerst in de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar en vorige week halveerde het CDA bijna in aantal zetels in de Provinciale Staten. In de fractie is ergernis ontstaan over de CDA-kabinetsleden. Die zouden zich op z’n minst assertiever kunnen opstellen, wordt gezegd, en het CDA-verhaal beter moeten vertellen. Als de fractie dat niet mag en het kabinet het niet doet, wie houdt zich dan nog bezig met de profilering van het CDA?

Een concreet voorbeeld is het verhaal dat de fractie in februari presenteerde, ‘Voor heel Nederland’. Dat bevat een uiteenzetting over regionale ongelijkheid, en plannen om die tegen te gaan. Fractieleden zagen in de campagne dat de bewindspersonen die namens hun partij in het kabinet zitten er weinig tot niets mee deden, terwijl het CDA wel over de portefeuilles beschikt die aan de problemen die de fractie signaleert raken. Karien van Gennip is de minister die verantwoordelijk is voor sociale ongelijkheid. Vivianne Heijnen is de staatssecretaris die gaat over infrastructuur. Hanke Bruins Slot is de minister van Binnenlandse Zaken.

Geen ruimte om stelling te nemen

De fractie weet zich geen raad met de verkiezingsnederlaag. Die vraagt om een uitgesproken antwoord, zo wordt geredeneerd, maar CDA’ers voelen niet de ruimte om stevig stelling te nemen. In de extra fractievergadering op maandag klonk het voornemen om die ruimte op te gaan eisen. En ook dat het kabinet aan zet is.

Toch gaat die oproep bij sommigen gepaard met een gevoel van onzekerheid over het vermogen van CDA-bewindspersonen om wél het CDA-verhaal over het voetlicht te kunnen brengen als er in het kabinet gesproken wordt over de gevolgen van de verkiezingswinst van BBB voor het stikstofbeleid. Wopke Hoekstra en CDA-minister Hugo de Jonge hebben duidelijk gemaakt dat er iets zal moeten veranderen aan dat beleid. Wat – dat laten ze nog in het midden.

In de bijeenkomst werd de vraag of Wopke Hoekstra aan kan blijven als partijleider meermaals door Kamerleden opgeworpen. Een aantal van hen vraagt zich inmiddels hardop af of het CDA de weg omhoog terug kan vinden met Hoekstra als partijleider. Zij hoorden in de vergadering wat achter de schermen al langer klinkt: er is geen alternatief, een leiderschapswissel vergroot de onrust en de partij moet zich nu eerst op de inhoud richten.

De vraag is hoe houdbaar dat antwoord op de kritiek op Hoekstra is. Dinsdagavond komt de verenigingsraad van het CDA weer bijeen, voor de tweede keer binnen een week. Vrijdag had de raad, die onder meer bestaat uit de provinciale afdelingsvoorzitters, Wopke Hoekstra, Pieter Heerma en fractievoorzitter in de Eerste Kamer Ben Knapen, al online met elkaar gesproken over de verkiezingsnederlaag. Ook toen werden er twijfels uitgesproken over het leiderschap van Hoekstra. Dinsdagavond, voor het gesprek, lijkt het er niet op dat hij halsoverkop op zal moeten stappen. Eerder op de dag zei Pieter Heerma dat Wopke Hoekstra kan aanblijven, wat de fractie betreft.

Wat na de verkiezingen wel is gaan opvallen: als CDA’ers het in achtergrondgesprekken hebben over de toekomst van hun partijleider, gebruiken ze inmiddels steevast het woord „voorlopig”. Dat hij bij een nieuwe verkiezing weer lijsttrekker wordt, lijkt te worden uitgesloten.