N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zedenzaak De Veiligheidsinspectie gaat onderzoeken waarom de politie geen onderzoek heeft ingesteld na het vinden van kinderporno op de mobiel van Donny M. Die wordt verdacht van de moord op het 9-jarige jongetje Gino.
Mensen leggen bloemen en knuffels neer bij de plek waar de 9-jarige Gino werd gevonden.
Foto Rob Engelaar/ANP
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft een onderzoek ingesteld naar de reactie van de politie op het vinden van kinderporno bij Donny M. Dat heeft de inspectie In 2017 werd M. ook al veroordeeld voor seksueel misbruik van een minderjarige jongen.
Gisteravond zat Marco Kroon, erkend oorlogsheld en drager van de Militaire Willems-Orde, aan bij Bar Laat om zijn boek Paraat te promoten. In de ankeiler op X stond: ‘Paraat staan zit Marco Kroon in het bloed’. Gezien het zeer recente verleden een waarheid als een koe. Ik vervloekte het dat Bar Laat tegenwoordig zo laat wordt uitgezonden want deadline technisch helaas te laat voor deze column. Toen ik het las vond ik het optreden van Marco Kroon bij de herdenking van tachtig jaar Vrijheid in Wageningen, waarbij hij een demonstrant tegen de grond wierp nog voordat die zijn vlag kon uitvouwen en vervolgens een paar meter over het wegdek sleepte, waarbij de demonstrant naar eigen zeggen een lelijke schaafwond opliep waarvoor hij aangifte deed tegen Marco Kroon, wat veel verontwaardiging opriep, maar voor Kroon zeker herkenbaar moet zijn omdat hij zelf ook ooit aangifte deed tegen agenten die hem arresteerden wegens wildplassen met carnaval omdat ze daarbij zijn pink kneusden, opeens wel slim. Of slim… Gewiekst is een beter woord omdat Marco Kroon met die actie de auteur Marco Kroon op het juiste moment in het zonnetje zette. Hij was zijn boek geworden, hij had het ook ‘super-paraat’ kunnen noemen. Zijn sympathie-factor steeg enorm, meer dan driekwart van ons volk schijnt achter zijn parate ingrijpen te staan. Amerika heeft Superman, Spiderman en al die anderen, wij konden daar tot voor kort niets tegenoverstellen, maar nu is daar onze Marco Kroon die deze stripfiguren naar de kroon steekt. Wat een timing, achter het gespuis aan tijdens de nationale herdenking. Live, het volk zat ademloos voor de buis. Wat hij in zijn nog korte leven al heeft meegemaakt grenst aan het ongelooflijke, zelfs als hij niet kan schrijven is het spannender dan pak ’m beet Snuf de Hond, Oorlogswinter of alles van Tommy Wieringa.
Dat zijn actie eigenlijk overbodig was, de demonstrant en zijn trawanten waren al gespot en bijna gegrepen door de veiligheidsmensen, deed geen afbreuk aan zijn heldendaad. Zelfs onze hoogste militair, commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim liet op de radio weten dat hij trots is op deze Marco Kroon. Zo dapper had hij ze nog niet vaak in het echt gezien. Op naar een waakzame samenleving, vol mensen die niet twijfelen maar meteen handelen als ze denken dat de orde wordt verstoord! Mensen die geen last hebben van mitsen en maren. Niet dat Marco Kroon die niet kent, maar die komen pas later, achter zijn schrijftafel. Een deel van het gedachtegoed is nu te koop. Het heet Paraat. Marketingtechnisch laat hij alle andere schrijvers met een korte sprint van nog geen twaalf meter zijn hielen zien. Marco Kroon is veel slimmer dan ik al dacht. Wat een held.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
Nog een tribunaal? Ja, toch maar wel. De oprichting van een speciale rechtbank voor de Russische inval van Oekraïne, vrijdag aangekondigd in Lviv, is belangrijk voor de internationale rechtsorde. Oók als de kans op succesvolle berechting van Vladimir Poetin gering is.
Het speciale tribunaal, waarin Oekraïne samenwerkt met de Europese Unie, zal zich uitsluitend richten op de misdaad agressie, ofwel het binnenvallen van een ander land. Het zal complementair zijn aan het Internationaal Strafhof, dat in 2023 al een arrestatiebevel uitvaardigde tegen Poetin voor oorlogsmisdaden in Oekraïne, meer specifiek het ontvoeren van kinderen. Het Strafhof kan volgens zijn eigen regels Poetin niet vervolgen voor agressie, omdat Rusland niet bij het hof is aangesloten.
Op het eerste gezicht klinkt het misschien als juristerij, een nieuwe rechtbank voor een oorlog die al is ondergebracht bij het Strafhof, het permanente tribunaal dat de zwaarste misdrijven in de wereld behandelt. Bovendien verandert een nieuw tribunaal weinig aan het belangrijkste probleem voor de berechting van Poetin: het ontbreken van een internationale politiemacht om hem te arresteren.
Het agressietribunaal kent zelfs een extra belemmering: anders dan het Strafhof mag het geen zittende staatshoofden vervolgen. Omdat Poetin nog geen belangstelling heeft getoond voor zijn pensionering – en daar nu wellicht nog minder toe geneigd zal zijn – is veel geduld een vereiste, zoals vrijwel altijd in het internationaal recht.
Aanklachten zonder beklaagden in het verdachtenbankje: het is een fenomeen dat het Strafhof een tandeloos imago geeft. Zo wacht het al zestien jaar op de Soedanese oud-president Bashir en al twintig jaar op de Oegandese rebellenleider Joseph Kony. Dit roept de vraag op of de initiatiefnemers met een agressietribunaal niet hun eigen teleurstelling en vernedering organiseren.
Maar Poetins arrestatie is geenszins uitgesloten, evenmin als die van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die eveneens wordt gezocht door het Strafhof. Dat bewijst de verrassende overdracht van de Filippijnse oud-president Rodrigo Duterte eerder dit jaar. Doordat Duterte in ongenade was gevallen bij zijn opvolger zit hij nu in de cel in Scheveningen. Het kan de beste autocraat overkomen.
Een speciaal tribunaal voor Russische agressie zendt vanaf de oprichting een signaal uit. Niet alleen naar Poetin, ook naar andere leiders met neigingen tot imperialisme. Het laat zien dat er een internationale norm bestaat en dat er nog staten zijn die zich er sterk voor maken. Of het nu gaat om Poetin en de Baltische staten, om Xi Jinping en Taiwan of Donald Trump en Groenland; ze kunnen de soevereiniteit van landen negeren, maar krijgen er nieuwe zorgen voor terug. Anders dan het Strafhof mag het agressiehof processen voeren bij verstek. Dat is niet zaligmakend, maar helpt bij handhaving van de norm.
Premier Schoof sprak zuinig over de vraag of dit tribunaal net als het Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en de inmiddels gesloten tribunalen voor voormalig Joegoslavië, Rwanda en Libanon in Den Haag gevestigd moet worden. Alleen als andere landen gelijkwaardig meebetalen aan het „forse prijskaartje”, dan is het volgens hem een optie. Meer enthousiasme is op zijn plaats. Den Haag als internationale stad van vrede en recht doet veel voor de reputatie van Nederland. Als het kabinet dat wil behouden, moet het consequent zijn.
‘The best thing since sliced bread’ is een Engelse uitdrukking die vooral nog ironisch wordt gebruikt. De kreet dateert uit de jaren twintig van de vorige eeuw, toen er net broodsnijmachines waren uitgevonden en gesneden brood de markt veroverde. Nu kijken veel mensen neer op gesneden brood, dat vaak in fabrieken wordt gemaakt en in plastic verpakt wordt verkocht.
Zonder ironie is de beste uitvinding sinds gesneden brood wat eten betreft crispy chili oil. Pittig en knapperig, een combinatie waarvan je niet wist dat je die nodig had. De Chinese kokkin Tao Huabi was de eerste die het goedje bottelde en in de jaren 1990 ging verkopen onder de naam Loa Gan Ma (oude peetmoeder). De hete, krokante saus veroverde eerst China en daarna de rest van de wereld. Zij ligt nu ook in de Nederlandse supermarkt.
Er zitten in chili crisp of chili (chilli, chile) crunch vaak uien en gefermenteerde sojabonen en andere smaakmakers. Maar het gaat nu om het belangrijkste ingrediënt, de naamgever, de chili, de peper der pepers. Een Chinese botanist schreef er onder meer over in 1618: „De vrucht is helder rood, zoals koraal. De vrucht bevat gif en is zo pittig dat je haar niet in je mond kunt stoppen.”
Zwarte peper komt uit Azië, maar de peper met de vele namen, van Spaanse tot Hollandse peper, van Pernambuco tot Cayenne tot Goa peper, van ‘barbaarse peper’ en ‘vreemde gember’ tot ‘pittige aubergine’ tot „overtreft zwarte peper”, die peper niet. Deze peper komt uit Meso-Amerika en was in Europa en Azië onbekend voor 1492.
In onder meer Mexico was de plant al duizenden jaren voor het begin van deze jaartelling gedomesticeerd. Hij ging door de chocoladedrank die de Azteken dronken. De Taino op het Caribische eiland Hispaniola zouden Columbus onder meer hebben bevochten met chilipoeder. De eerste pepperspray.
Hitte
De rode peper maakt deel uit van de Columbian Exchange, de door historicus Alfred Crosby in 1972 gemunte term voor de uitwisseling van planten, dieren, ziektes en cultuur tussen de Amerika’s en de rest van de wereld. Tot de gewassen behoren naast tabak, tomaten, aardappelen, chocola, vanille, maïs, pinda’s en pompoenen ook de peper met de vele namen. In Europa deed deze peper niet zoveel, in Azië des te meer.
De keukens van India, Indonesië, China, Korea, Thailand etc. zijn niet voor te stellen zonder de hitte die de Amerikaanse peper aan het eten toevoegt.
En dat terwijl Columbus aan zijn rooftocht begon om specerijen van India naar Europa te halen. Columbus schreef: „Er is veel axi, wat hun peper is, van een soort waardevoller dan peper, en niemand eet iets zonder, want ze vinden het heel gezond.” Of Columbus van zijn eerste reis ook peper mee terugnam is niet bekend. Wel van zijn tweede reis.
Het waren vervolgens de Portugezen die de Amerikaanse peper mee naar Afrika en Azië namen, waar de plant veel populairder werd dan in Europa, als eerste in Goa waar het Portugese gerecht carne de vinho e alhos (vlees in wijn met knoflook) uiteindelijk de Indiase curry Vindaloo werd. In Indonesië werd de peper via Malakka en de Molukken geïntroduceerd.
Vaak gebeurde die introductie via de multi-etnische bemanning van de schepen, die de peper mee namen voor eigen gebruik. Zo gebeurde het in ieder geval in China, zoals Brian R. Dott beschrijft in zijn boek The Chile Pepper in China. A Cultural Biography.
De eerste vermelding van de chilipeper in China is in een tekst van Gao Lian uit 1591. Hij noemt de chili in zijn Verhandeling over het pure genot van beschaafde luiheid „buitenlandse peper” en beschrijft de sterke smaak, zegt dat deze pepers aangenaam zijn om naar te kijken en vindt dat de vruchten precies lijken op de versleten punt van een schrijfpenseel.
In 1621, slechts dertig jaar later, beweert een andere schrijver al dat de chili’s overal te vinden zijn. Ze worden niet meer bekeken, maar gegeten, en ook dat is puur genot, ook in 2025.
Het kan er mee te maken hebben dat de chilipepers makkelijk te kweken waren buiten de tropen en ook nog eens goedkoper dan zwarte peper en Szechuan-peper op de markt. En natuurlijk aan de opwindende smaak.
De oorsprong van chilipeper is in de loop der eeuwen in de vergetelheid geraakt. Bijna overal geldt chilipeper nu als een lokaal product, al sinds mensenheugenis in gebruik.
Volgens grote roerganger Mao kon iemand die geen pittig eten kon verdragen nooit een echte revolutionair zijn. Aan de andere kant staan chili’s ook symbool voor gepassioneerde vrouwen. En van haar crispy chili in oil werd Tao Huabi miljardair.
De betekenis van de chilipeper is rekbaar: mannelijk en vrouwelijk, vreemd en eigen, communistisch en kapitalistisch. De chili kan het aan.