N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zedenzaak De Veiligheidsinspectie gaat onderzoeken waarom de politie geen onderzoek heeft ingesteld na het vinden van kinderporno op de mobiel van Donny M. Die wordt verdacht van de moord op het 9-jarige jongetje Gino.
De Inspectie Justitie en Veiligheid heeft een onderzoek ingesteld naar de reactie van de politie op het vinden van kinderporno bij Donny M. Dat heeft de inspectie In 2017 werd M. ook al veroordeeld voor seksueel misbruik van een minderjarige jongen.
Franz Liszt, dat is de superster die in de negentiende eeuw vrouwen in katzwijm liet vallen. De man van virtuoze notenkanonnades. Van jonge pianisten die zich zijn Sonate in b-klein doorworstelen. Maar Liszt was óók de man van introspectie, die zich tot rooms-katholiek geestelijke liet wijden, en van twee oratoria die je bijna nooit hoort. Vooral zijn eerste, Die Legende von der heiligen Elisabeth uit 1862, lag hem nauw aan het hart. Afgelopen weekend was het te horen in het Concertgebouw bij de NTR ZaterdagMatinee.
Begrijpelijk dat men dit oratorium in de negentiende eeuw nog wel eens geënsceneerd uitvoerde, want met de opera-achtige dialogen en koorscènes zie je het helemaal voor je. In zes scènes volgen we de twaalfde-eeuwse prinses Elisabeth van Hongarije, die ver weg van huis trouwt met de Thüringse landgraaf Ludwig. De godsvruchtige Elisabeth doet aan armenzorg, verricht een wonder, verliest haar man op kruistocht, wordt door haar schoonmoeder buiten de deur gezet, sterft en wordt heilig verklaard. Het is een overzichtelijk verhaal, waarin je net als in Wagners opera’s duidelijk de weg wordt gewezen met herkenningsmelodieën die symbool staan voor Elisabeth, Hongarije, de kruisvaarders en de armen.
Voor de uitvoering tekenden Liszts- landgenoten: het Hongaars Nationaal Filharmonisch Orkest en het Hongaars Nationaal Koor geleid door György Vashegyi – dit seizoen al eerder te gast met Lalo’s opera Le roi d’Ys – plus het (Nederlandse) Nationaal Kinderkoor. Met zo’n 150 musici op het podium is dat een forse bezetting voor een partituur die verrassend sereen klinkt vergeleken met waar Liszt bekend om staat: muzikale achtbanen waarin je met veel bombast van de toppen in de diepte stort.
Lees ook
Yang Yang Cai liefdevol in dialoog met Liszt
Gregoriaans
In Die Legende von der heiligen Elisabeth laat Liszt zich van een andere kant horen. Hij sprokkelde in gregoriaanse gezangen, maakte de orkestratie veelal ingetogen en transparant, en legt regelmatig het orkest even stil om een solo-instrument volledig de ruimte te geven. In de prachtige orkestrale inleiding bijvoorbeeld, waarin de solofluitist met twee collega’s in haar kielzog met een serene melodie Elisabeth mag karakteriseren.
In de 2,5 uur die volgen zijn er momenten die langdradig aanvoelen. In deze bijna-opera mis je dan toch de dramatische spanning waar Liszts generatiegenoot en schoonzoon Wagner in excelleerde. Maar je kunt het ook zo bekijken: een historische roman van Umberto Eco moet je ook niet lezen met de verwachting dat het verhaal zich op iedere bladzijde voortstuwt, maar je moet je laten meevoeren door de breedvoerige sfeertekeningen. En dan kan deze Liszt ook zomaar verrassen met verborgen schoonheid.
Koorliefhebbers kwamen met de uitstekend gezongen koorscènes goed aan hun trekken. Het Hongaars Nationaal Filharmonisch Orkest speelde ondanks wat oneffenheden stabiel, hoewel Vashegyi ze nogal stroperig door Liszts versnellingen en vertragingen leidde. Sopraan Gabriela Scherer, die als Elisabeth van de vijf solisten verreweg het meeste te zingen had, zong mooi, maar gaf aan haar personage niet genoeg smoel om werkelijk te raken (al had ze het libretto ook niet mee). Mezzosopraan Dorottya Láng trok als de vileine schoonmoeder Sophie onmiddellijk de aandacht. Jammer dat zij slechts een kleine rol had en we haar de rest van de middag niet meer terugzagen. Voor in de agenda: in februari zingt Láng ‘Der Komponist’ in Strauss’ Ariadne auf Naxos bij de Nederlandse Reisopera.
Hier moeten de asielzoekers tot het eind van het jaar overnachten: in een verlaten schoolgebouw in het dorp Ugchelen, aan de zuidkant van Apeldoorn, ingeklemd tussen jarentachtigwoningen, groenstroken, een beekje en de nieuwe katholieke basisschool de Eloy. Maximaal honderd net in Nederland aangekomen asielzoekers voor wie in het aanmeldcentrum in Ter Apel, 150 kilometer verderop, ’s nachts geen plek is.
Er zijn weken dat er minder gebeurt in Ugchelen, weet buurtgenoot Gerard Molenaar. Hij gaat er goed voor zitten, op een betonnen verhoging bij de vuilniscontainers voor de oude basisschool. Zijn poes Nala draalt om hem heen. „Het gaat 999 van de duizend keer goed met die mensen,” zegt Molenaar. „Maar de buurt-app is ontploft en veel omwonenden voelen zich door alle media-aandacht onveilig. Mijn vrouw heeft camera’s aangeschaft. Straks gebeurt er iets met de auto – dan kunnen we het in ieder geval aantonen.”
De buurvrouw die koffie komt brengen weet minder goed wat ze er van moet denken. Ze heeft een tekkel („vier kilo schattigheid”) en ze is niet bang voor fluitende mannen – er is al „heel lang niet naar haar gefloten”. Maar aan de andere kant, moet ze nou voortaan de deur naar haar tuin op slot doen?
Buurtbewoner Peter Kranenburg, tevens gemeenteraadslid voor de ChristenUnie in Apeldoorn, is minder luchtig. Zijn kinderen zitten op de Eloy, hij is bij alle voorlichtingsbijeenkomsten over de opvang geweest. Daar zag hij dat „een klein groepje ouders” de discussie kaapte. „Er is veel media-aandacht en weinig nuance. Ouders en omwonenden die achter de opvang staan, roeren zich nauwelijks. De schreeuwers hoor je daarentegen overal.” Hoe dat komt? „Er is her en der een sterk anti-overheid-sentiment,” zegt hij. „Sommige ouders houden de komende tijd hun kinderen thuis. En de schooldirectie heeft aangekondigd dat kinderen die ’s ochtends naar de gymzaal moeten lopen, begeleiding kunnen krijgen. Dat is dertig meter verderop. In Ugchelen. Waar gaat dit over?”
Waterkokers
Asielzoekers zijn er nog niet in de oude basisschool, die afgelopen week werd uitgerust met onder meer stapelbedden en een kast vol waterkokers. Die zijn geen luxe: het water in de regio is vervuild met ‘poepbacterie’ E. coli zodat het voorlopig alleen gekookt geschikt is voor consumptie.
In de buurt blijft het onrustig. In de nacht van dinsdag op woensdag ging er een explosief af, waardoor de school flink beschadigd raakte. De noodopvanglocatie werd in allerijl hersteld maar vrijdagnacht hoorden buurtbewoners opnieuw flinke knallen, dit keer van vuurwerk – nooit ver weg in dit deel van de stad.
De twee bewakers van het schoolgebouw halen er zaterdagmiddag hun schouders over op. Apeldoorn is nou eenmaal de „fatbike-hoofdstad van Nederland” zeggen zij. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), dat ’s middags bekend maakte dat er zaterdagavond – en vermoedelijk ook zondagavond – geen bus uit Ter Apel komt, houdt hen niet op de hoogte van de laatste opvangplannen. De opzichters: „We zien het wel, wij bewaken gewoon de boel.”
Asielzoekers moeten ’s avonds anderhalf uur in een touringcar zitten om in Ugchelen de nacht door te brengen. Na een ontbijt worden zij teruggereden naar Ter Apel.
Alleen ’s nachts
Voor- en tegenstanders van de opvang in Ugchelen weten één ding zeker: de communicatie vanuit de gemeente verliep ongelukkig. Op 2 oktober kregen buurtbewoners een brief waarin stond dat Apeldoorn de crisisopvang van maximaal honderd asielzoekers zou overnemen van Zutphen, omdat daar het contract afliep met de plaatselijke sporthal. Een week later was er een ‘inloop’ gepland in het oude schoolgebouw in Ugchelen, dat begin dit jaar door de gemeente werd aangekocht en uiteindelijk plaats moet maken voor huizen.
Toen de ouders van de naastgelegen Eloy-school lucht kregen van de plannen, draaide de zaak. Er volgde een haastig geplande extra voorlichtingsbijeenkomst in het nabije Van der Valk-hotel De Cantharel. Daar beloofde burgemeester Ton Heerts (PvdA) dat de asielzoekers alleen ’s nachts in Ugchelen zouden verblijven – en niet óók overdag zoals in Zutphen het geval was. „Achtergrond van die draai was, zegt een woordvoerder van de gemeente, dat basisschool de Eloy pal naast de opvang normaal moest kunnen blijven functioneren. „We hebben het plan aangepast om ouders tegemoet te komen.”
Circus
Maximaal honderd wachtende asielzoekers in Ter Apel moeten voortaan ’s avonds na het eten anderhalf uur in een touringcar zitten om in Ugchelen de nacht door te brengen. Na een ontbijt worden zij teruggereden naar Ter Apel, waar zij weer aansluiten in de asielrij. Elke avond bepaalt het COA wie er terugkeren naar Gelderland. Dat is de ene keer een grote groep, de andere keer niemand – afhankelijk van de doorstroom en de capaciteit in Noord-Nederland.
Gerard Molenaar vindt het maar een circus, in zijn wijkje. Vrijdagnacht liet hij zijn hond uit en zag hij gemeenteambtenaren parkeerborden in de grond schroeven. Vanaf tien uur ’s avonds tot tien uur ’s ochtends mag niemand voor de opvanglocatie parkeren. En geloof het of niet, zegt hij: „Ze hebben verkeerd gestickerd, waardoor het lijkt dat je er overdag niet mag parkeren.” De borden moeten nu worden aangepast voordat ze goed en wel in gebruik zijn.
„De gemeente kan het niet goed doen,” besluit Molenaar zijn relaas, op het richeltje voor de school. Hij haalt zijn poes Nala aan en zegt: „Oudjes in de buurt vinden het een eng idee, ze durven hun hond straks niet meer uit te laten. Zo werkt het: we hebben nog geen asielzoeker gezien, maar de onrust is er al.”
Met een team van Eyes on Animals volgt Bibi Dumon Tak trucks vol kalveren die vanuit Ierland naar het vasteland komen. De kalfjes loeien aan één stuk door.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]