N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Politicoloog Dahlia Scheindlin De existentiële crisis waarin Israël zich bevindt, kwam voor politicoloog Dahlia Scheindlin niet als een verrassing. „Israël zou op den duur gedwongen zijn om te kiezen tussen gelijke rechten voor iedereen of een niet-democratische weg.”
Gehaast loopt politicoloog en veel gevraagd analist Dahlia Scheindlin (50) eerder deze maand tegen het eind van de middag café Masaryk binnen, in een welvarend deel van Tel Aviv vol restaurants, cafés, boekwinkeltjes en chique kapsalons. Her en der lopen buiten nog mensen met de Israëlische vlag, de sporen van weer een dag van massale protesten tegen de juridische hervormingen van de regering. De betogers vrezen dat de rechtse regering van premier Netanyahu de Israëlische democratie de nekslag toedient door de rechterlijke macht ondergeschikt aan de politiek te maken.
Op de vraag of zijzelf de laatste paar maanden ook mee heeft gedaan aan de betogingen antwoordt de tengere Scheindlin, die nog voor de nieuwe regering eind vorig jaar aantrad al veel had gepubliceerd over de erosie van de Israëlische democratie, haast verontwaardigd: „Natuurlijk, elke week weer, afgezien van twee keer, toen ik in het buitenland was. Ik ben er blij mee, het is hartverwarmend.”
Lees ook Tel Aviv verzet zich massaal tegen ‘morrelen aan de fundamenten van Israëls democratie’
Bij een flesje mineraalwater, oog in oog met een meer dan mansgroot portret van de eerste Tsjechoslowaakse president Masaryk, vertelt ze hoeveel de omstreden hervormingen overal hebben losgemaakt. „Een neef van me van in de zeventig woont in een appartementencomplex aan de noordkant van Tel Aviv. De meeste mensen daar, veelal ouderen, zijn niet zo politiek, maar nu huurt de buurt elke week op eigen houtje vier bussen om naar de stad te rijden en mee te demonstreren tegen de plannen van de regering. Mijn neef nam zijn volwassen kleinzoon mee. Die bleek discussies te voeren met leeftijdsgenoten of ze nog wel in het leger konden dienen.”
Was u verrast door de drastische plannen van de regering en de massale protesten daartegen?
„Die plannen had ik wel verwacht, maar niet zo snel en extreem. Door het er zo razendsnel doorheen te drukken, hoopte de regering kennelijk het land te overvallen voor er verzet kon rijzen. Maar ze verwoest er de democratische instellingen mee en ondermijnt het vertrouwen van de burgers in het politieke systeem. Niet voorzien had ik dat er zo’n enorme verscheidenheid aan maatschappelijke organisaties, lokale leiders, burgemeesters, schoolhoofden, artsen en mensen uit de financiële wereld in verzet zou komen. Dat er stakingen zouden zijn, wegen naar het vliegveld zouden worden geblokkeerd, investeerders het land zouden verlaten en reservisten zouden weigeren om nog te trainen en de hele samenleving ontwricht zou raken.”
Was deze welhaast existentiële crisis eigenlijk niet onvermijdelijk, omdat het concept van Israël als democratie met gelijke rechten voor iedereen vanaf het begin op gespannen voet heeft gestaan met de Joodse staat die het ook wilde zijn?
„Op den duur zou Israël inderdaad wel zijn gedwongen om te kiezen tussen gelijke rechten voor iedereen of een niet-democratische weg, hetzij in de vorm van een theocratie, hetzij een autoritair of zelfs een militair regime of iets anders. Ook bij de huidige voorstellen gaat het inderdaad om het versterken van de Joodse identiteit van Israël.”
Steeds meer Israëliërs lijken juist aan die Joodse identiteit te hechten?
„Helaas heeft dit land zich vastgeklonken in een visie van een Joodse staat, die er op neerkomt dat ultra-orthodoxe ideeën over het judaïsme zoveel mogelijk worden opgelegd. Vooral Arabieren (Palestijnen, red.) worden daarvan de dupe.”
Is die opmars vooral aan het populisme te danken?
„Dat speelt zeker mee. De politieke stijl van de populisten in de regering is zwart-wit: wij hebben gelijk en jullie zitten er naast, als zij winnen, gaan wij dood. En de oorzaak van alle problemen is in hun retoriek het Hooggerechtshof, dat de stem van de natie negeert, onder één hoedje speelt met de linkse elite en onze nationale identiteit ondermijnt. Kortom het Hof is de vijand van het volk.”
Juist premier Benjamin Netanyahu is daarin een meester?
„Al in de jaren negentig had Netanyahu alles in zich voor de perfecte populist. Hij vond het heerlijk om met grote groepen mensen een verstandhouding op te bouwen en ze op te zwepen. De media waren volgens hem altijd op de hand van de linkse elite die de macht in handen had. Netanyahu besefte hoe machtig hij met deze eigenschappen kon worden. En natuurlijk viel hij de rechterlijke macht nog harder aan, nadat er in 2016 tegen hem persoonlijk ook rechtszaken waren gestart op verdenking van corruptie.”
Het lijkt er ook op dat het tij in het voordeel van rechts is, ook demografisch gezien?
„Tot twee maanden geleden, zou ik hebben gezegd: ja, alles wijst op een verdere verrechtsing. Zo’n 64 procent van de Joden omschrijft zich tegenwoordig als rechts, veel meer dan nog maar vier jaar geleden. Het aantal religieuzen groeit inderdaad maar het komt ook door de opkomst van het populisme in de politiek, het leiderschap van Netanyahu. Maar nu keert zich ook een deel van Netanyahu’s achterban in Likud tegen deze juridische hervorming. Dat is een uitdaging voor rechts. Hoe gaan ze daarmee om? Het zou zelfs tot een soort herschikking in de politiek kunnen leiden. Maar het is nog te vroeg om te zeggen hoe dat uitpakt.”
Theoretisch zou Israël inderdaad in een autoritair regime kunnen veranderen, een beetje zoals Hongarije of Polen
Sommige ouderen zeggen te vrezen dat het Israël dat zijzelf en hun ouders de laatste 75 jaar hebben helpen opbouwen, voorgoed verloren dreigt te gaan. Vreest u dat ook?
„Theoretisch zou het inderdaad in een autoritair regime kunnen veranderen, een beetje zoals Hongarije of Polen. Ben ik persoonlijk bang? Ik maak me wel een beetje zorgen dat ik alles wat ik verdiend heb en opgebouwd sinds ik in 1997 als 25-jarige vanuit de VS hier arriveerde, zou kunnen verliezen op mijn oude dag. Ik heb me in het verleden ook wel afgevraagd in hoeverre ik nog met dit regime kan samenwerken. Tot nu toe was de conclusie steeds: ja, ik kan hier beter blijven. Maar tegelijk zie ik als politicoloog dat de politieke trend onmiskenbaar in minder democratische richting gaat.”
Ziet u een uitweg uit deze crisis?
„Persoonlijk denk ik dat je er niet aan ontkomt de Joodse identiteit aan het land op te leggen, als je echt alles onder controle wil houden. Maar als de regering zich meer op afstand plaatst, kun je een meer natuurlijke verhouding met de Joodse samenleving hebben zonder mensen te dwingen. Maar makkelijk zal dat niet zijn. Het probleem is dat de Joden, met name de ultra-orthodoxen, er aan gewend zijn geraakt buitenproportioneel veel politieke macht te hebben. En waarom? Ze waren nodig om een coalitie te kunnen vormen en de andere partijen wilden niet regeren met Arabische partijen.” Scheindlin doelt hier onder meer op het feit dat de ultra-orthodoxen zijn vrijgesteld van militaire dienstplicht en veel subsidies van overheidswege ontvangen.
U heeft altijd twijfels gehad over het democratische gehalte van Israël?
„Ik omschrijf Israël als een samenleving die niet democratisch is maar wel democratische instellingen heeft en zelfs een democratische cultuur. Maar persoonlijk kan ik Israël toch geen democratie noemen omdat het in de bezette Palestijnse gebieden een beleid voert dat zo ernstig in strijd is met alles wat democratisch genoemd zou kunnen worden. Ik accepteer niet dat de bezette gebieden los kunnen worden gezien van Israël. Daar valt niet zomaar een scheidslijn tussen te trekken.”
Ongemakkelijk gevoel
Ook bij de massale demonstraties tegen de juridische hervormingsplannen van de regering bekruipt Scheindlin soms een ongemakkelijk gevoel. Het stoort haar dat de deelnemers die zich zeggen in te zetten voor een democratisch Israël het lot van de Palestijnen, die zozeer onder de Israëlische bezetting hebben te lijden, helemaal negeren.
„De protesten hebben een sterk nationalistisch karakter gekregen. Werkelijk iedereen draagt een Israëlische vlag. En dat vind ik onfortuinlijk, vooral voor de Palestijnen, die zo het gevoel krijgen dat ze er geen deel van uitmaken. Bij die demonstraties zoek ik vaak een hoekje op waar ze ook tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden protesteren. Maar ook mijn eigen neef zei: ‘oh, daar heb je Palestijnse vlaggen, het irriteert me zo dat die er ook zijn’. Maar ja, wat doe je dan? Ik kan niet zomaar iedereen op andere gedachten brengen, dus heb ik het er maar bij gelaten.”
In de beschutting van café Masaryk in deze wijk in Tel Aviv, die uitgesproken Europees aanvoelt, lijkt de vaak gewelddadige confrontatie tussen Israëliërs en Palestijnen in de bezette gebieden ver weg. Maar slechts een paar uur na het interview wordt Scheindlins stelling dat niet zomaar een scheidslijn valt te trekken nog geen kilometer verderop bewezen. Een jonge Palestijn opent het vuur op gasten buiten een café. Er vallen drie gewonden. Overal in Tel Aviv krijgen mensen de instructie tijdelijk binnen te blijven. De Palestijn, naar later blijkt gezonden door de radicale Palestijnse organisatie Hamas, wordt ter plaatse direct doodgeschoten. Zijn missie was wraak te nemen voor een actie van het Israëlische leger in de stad Nablus op de Westelijke Jordaanoever, waarbij tien Palestijnse strijders en burgers om het leven waren gekomen.