Rockster Haluk Levent staat op waar de Turkse staat faalt

De 1000-straat in het district Yüregir is een straat als vele andere in de Zuid-Turkse stad Adana. De zandkleurige huizen van twee of drie verdiepingen hebben tralies voor de ramen. Op de balkons hangt was te drogen. Er zitten bedrijfjes, winkels en eettentjes die döner, lokma (gefrituurde suikerballen) en salgam (gefermenteerde bietensap) verkopen. Het gebedshuis wordt omgeven door sinaasappelbomen – het enige groen in de wijk. De straat is het domein van enkele grote alevitische families met Arabische wortels. Iedereen kent elkaar, de buren zijn vaak familie van elkaar.

De straat geniet enige bekendheid in Adana omdat meerdere beroemdheden er opgroeiden, onder wie Haluk Levent (54). Hij is een rockster, een van de populairste muzikanten van Turkije, die met meezinghits de harten van het publiek heeft veroverd. Maar misschien nog wel meer dan zijn muziek staat Levent bekend om zijn welzijnswerk. Samen met de vrijwilligers van zijn organisatie Ahbap was hij na de aardbeving van februari onmiddellijk in het rampgebied om hulp te bieden terwijl de staat het liet afweten – het bracht hem in conflict met de regering, die de hulpoperatie in eigen hand wil houden.

Levent, kind van een fabrieksarbeider, komt uit een alevitisch gezin met negen kinderen. Alevieten vormen de grootste religieuze minderheid van Turkije. Hun geloof verenigt elementen van de soennitische, sjiitische en soefistische islam. „In alevitische wijken is er altijd wel iemand die muziek maakt”, zegt Ayhan Çetinkökü, een neef van Levent die samen met hem opgroeide. „In de 1000-straat waren dat Ali en Berkant, twee broers van Haluk. Ali was een goede dichter en zanger, Berkant speelde gitaar. Samen met Haluk vormden ze een trio, dat speelde op bruiloften. Ze hebben op mijn huwelijksfeest ook een geweldig optreden gegeven. Zo is Haluk de muziek ingerold.”

De familie had verwacht dat goudkeeltje Ali een succesvolle muzikant zou worden. Maar tot hun verbazing werd het Haluk, die volgens zijn neef zingt als een kraai. Na enkele mislukte studies werd hij rondtrekkend muzikant. Met zijn debuutalbum Yollarda (‘Onderweg’) blies hij de Anatolische rock (een mix van Anatolische volksmuziek en westerse rock) nieuw leven in. Hij had in de jaren negentig en begin deze eeuw enkele hits, zoals ‘Yollarda Bulurum Seni’ en ‘Elfida’. Dit laatste nummer gaat over een meisje met kanker dat hij leerde kennen toen hij in het ziekenhuis optrad voor jonge kankerpatiënten.

Blotevoetenmars

Niet alleen in muzikaal opzicht is Haluk een product van de alevitische cultuur in de 1000-straat. Ook zijn vrijgevigheid en solidariteit vinden daar hun oorsprong. Elke alevitische familie heeft een heilige dag, waarop familieleden samenkomen, eten koken en uitdelen aan de armen. „Op die dagen kookte de familie een grote pan soep, die door de kinderen werd rondgebracht”, vertelt Çetinkökü, die met een donkere huid, hoge jukbeenderen en een scherpe neus op zijn neef lijkt. „Haluk was altijd bereid om mensen te helpen. Die instelling zie je ook terug in zijn latere carrière.”

Levent heeft zijn muziek altijd ingezet voor goede doelen. Hij gaf honderden benefietconcerten. En op vrijwel ieder album staat wel een nummer over het milieu. Hij begon diverse rechtszaken vanwege vervuilende projecten, zoals een chemische fabriek in het kustplaatsje Kazanli, een broedplaats voor zeeschildpadden. „Hij liep mee in een blotevoetenmars tegen de fabriek, die kankerverwekkende stoffen direct in zee loosde”, vertelt voormalig gemeenteraadslid Ahmet Yaman. „Hij is een echte milieuactivist en organiseerde een concert in Kazanli om bewustwording te creëren voor de zeeschildpadden.”

De filantroop Levent krijgt steeds meer de overhand over de rockster. Zeker sinds hij in 2017 de stichting Ahbap (‘vriend’) oprichtte, aanvankelijk vooral om muzikanten te voorzien van instrumenten. Maar tijdens de pandemie en de economische malaise groeide de organisatie uit tot een „miniverzorgingsstaat”, zoals Selim Koru, analist van de denktank TEPAV, opmerkte. Levent bouwde een netwerk op van 60.000 vrijwilligers in 70 van de 81 Turkse provincies die mensen in nood proberen te helpen, van studiebeurzen voor arme studenten en medische zorg voor kinderen tot financiële ondersteuning voor gezinnen die de huur niet kunnen betalen.

Ahbap werkt onconventioneel. Het zijn de vrijwilligers, vaak studenten, die mensen vinden die dringend hulp nodig hebben. Vervolgens doet Levent op sociale media een oproep aan zijn filantropen om geld te doneren. „We geven niemand direct geld”, zei hij enkele jaren geleden tegen het staatspersbureau Anadolu. In plaats daarvan betaalt Ahbap iemands rekeningen of biedt hulp in natura. „We moedigen onze filantropen aan om te helpen door ze beloningen in het vooruitzicht te stellen. Als een gezin bijvoorbeeld geld nodig heeft om de huur te betalen, bied ik aan om het avondeten te bereiden voor degene die het gezin helpt.”

Amerikaanse sterren

Na de aardbeving groeide Ahbap uit tot een alternatief voor de hulpverlening van de nationale noodhulpdienst AFAD, die in de ogen van veel Turken ontoereikend is. Dit geldt zeker voor de tegenstanders van president Erdogan, die toch al een groot wantrouwen koesteren jegens de staat. Ze vertrouwen er niet op dat donaties aan AFAD op de juiste plek terechtkomen. Daarom geven ze liever geld aan een rockster. In een jaarlijkse peiling naar ‘de betrouwbaarste Turken’ staat Levent al jaren bovenaan. Ahbap kreeg ruim 2 miljard lira (100 miljoen euro), mede doordat Amerikaanse sterren zoals zangeres Madonna en acteur Mark Ruffalo hun fans opriepen geld te geven.

Het laat zien hoezeer de hulpverlening na de aardbeving is beïnvloed door de politieke polarisatie in Turkije. „Ahbap is uitgegroeid tot een symbool van de seculiere oppositie”, zegt Metin Corabatir, oud-woordvoerder van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR in Turkije, die nu de hulporganisatie IGAM runt. „Want Levent staat ideologisch dicht bij de oppositie. AFAD is daarentegen een werktuig van de regering, wier aanpak wordt gezien als discriminatoir en partijdig. Ik wil niemand de schuld geven, maar deze polarisatie is zeer schadelijk. Het leidt tot een gebrek aan onderling vertrouwen.”

„Als er iemand van jullie is die van me houdt, dan wil ik een tweet. Weersta degenen die ons werk willen onderbreken!”

Haluk Levent

De stortvloed aan donaties aan Ahbap leidde tot zware kritiek van de regering. „Deze fraudeur zou niet meer op televisie moeten zijn”, zei Devlet Bahceli, de leider van de nationalistische partij MHP en een bondgenoot van Erdogan. Minister van Binnenlandse Zaken Suleyman Soylu zei: „De hulpoperatie wordt uitgevoerd door AFAD. Als mensen misbruik proberen te maken van de situatie, of zichzelf op gelijke hoogte proberen te stellen als de staat, dan zullen we de benodigde stappen ondernemen.” De oppositie nam het voor Levent op en sprak van een „lastercampagne”.

Het pijnlijkst voor Levent was het verwijt dat de financiën van Ahbap niet transparant zijn. „We maken ons zorgen hoeveel van het geld dat aan de sinistere handen wordt gegeven de slachtoffers van de aardbeving bereikt”, twitterde een partijgenoot van Erdogan. Levent reageerde door het ministerie van Binnenlandse Zaken uit te nodigen om de boeken van zijn organisatie door te lichten. Ook kondigde hij aan dat Ahbab een contract had getekend met twee onafhankelijke accountantskantoren, een internationale en een lokale, om alle uitgaven van de organisatie te controleren.

Publieke woede

De rivaliteit tussen Ahbap en de staat leidt soms tot surrealistische situaties. De krant Cumhuriyet onthulde dat de Kizilay (de Rode Halve Maan, het Rode Kruis van Turkije), die net als AFAD wordt gezien als een verlengstuk van de staat, na de aardbeving duizenden tenten verkocht aan de organisatie van Levent in plaats van ze naar het aardbevingsgebied te sturen. Het schandaal draagt bij aan de publieke woede over de falende hulpverlening, waarvoor Erdogan al twee keer zijn excuses heeft aangeboden. Zes weken na de ramp is er op veel plaatsen in het aardbevingsgebied nog altijd een gebrek aan tenten. Het kan Erdogan stemmen gaan kosten bij de parlements- en presidentsverkiezingen op 14 mei.

Ahbap kocht de tenten van de commerciële afdeling van Kizilay. Die is opgericht om betaalbare tenten te produceren voor situaties als deze, maar had desondanks niet genoeg tenten op voorraad. De opslagplaatsen in de zwaar getroffen provincie Hatay waren nagenoeg leeg. De directeur van Kizilay verdedigde zich door te zeggen dat de inkomsten van die commerciële tak worden aangewend voor de hulpverlening. Maar critici zagen het als bewijs van de zakelijke mentaliteit die bezit heeft genomen van overheidsinstellingen tijdens het bewind van Erdogan.

„Kizilay is veranderd in een kapitalistische aasgier die er niet voor terugschrikt om te profiteren van rampen die mensen het kwetsbaarst maken”, schreef Levent in een opiniestuk op de nieuwswebsite Medyascope. Volgens hem had Kizilay, dat wordt gefinancierd door donaties en overheidsgeld, de tenten direct naar het rampgebied moeten sturen. Levent kwam zelf ook onder vuur te liggen. Critici vroegen zich echter af of hij de tenten wel had moeten kopen van Kizilay. „Terwijl mensen doodvroren en probeerden te overleven, hadden we niet de luxe om te discussiëren of we die tenten moesten kopen of niet”, reageerde Levent.

Samenwerken

Maar uiteindelijk kwam Levent met een verklaring waarmee hij de boel probeerde te sussen. Daarin uitte hij kritiek op degenen die een wig proberen te drijven tussen Ahbap en de hulporganisaties van de staat. „Ik heb de leiding over de coördinatie [van de hulp] en ik kan niet eens naar sociale media kijken”, twitterde hij. „Als er iemand van jullie is die van me houdt, dan wil ik een tweet. Weersta degenen die ons werk willen onderbreken! AFAD is van ons, net als Ahbap!” Hij kreeg bijval van de internationaal bekende zanger Tarkan en andere Turkse popsterren. ‘AFAD is van ons, net als Ahbap!’ was al snel trending.

De reden voor die geste was simpel: Ahbap kan niet zonder de staat. Dat weet Levent maar al te goed. Hij zei dat zijn organisatie al jaren een samenwerkingsovereenkomst heeft met AFAD. De 3.600 containers en 13.250 tenten die Ahbap tot nu toe naar het rampgebied stuurde, zijn terechtgekomen in de kampen van AFAD. „Als we op transparante wijze ons werk willen doen, moeten we samenwerken met ministeries, gouverneurs en muhtars (buurtleider)”, zegt Tugba Serbest Biçak, de perswoordvoerder van Ahbap. „De bouw van een containerstad met behulp van donaties vindt plaats waar de gouverneur dit toestaat.”

Ondanks alle kritiek weet Levent niet van ophouden. „Hij wordt gedreven door zijn oprechtheid, zijn instinct om te helpen, en zijn tomeloze energie”, meent Biçak. „Hij zegt altijd tegen ons: ‘Hou jullie telefoons en computers altijd aan. Ahbap werkt non-stop’. Als je helpt uit liefde en begrip, kost het geen moeite om altijd voor mensen klaar te staan. Zolang we de liefde in ons hart houden, geloof ik dat de kritiek niet lang op de agenda kan blijven staan. Wat op de agenda moet blijven, zijn de mensen die hulp nodig hebben.”

Neef Çetinkökü en zijn vrouw zijn zelf ook vrijwilligers van Ahbab. Na de aardbeving hoorden ze dat familieleden in Hatay generatoren wilden doneren. Die zijn via Ahbap op de juiste plek terechtgekomen. „Ik ben enorm trots op Haluk”, zegt Çetinkökü. „Dat hij is uitgegroeid tot een symbool van solidariteit vervult me misschien nog wel met meer trots dan zijn muziekcarrière. Hij is een empathisch mens, die de pijn voelt van de aardbevingsslachtoffers. Hij leeft naar het motto: laat mensen floreren zodat de samenleving floreert.”