‘Pleegkind van de natie’ Élisabeth Borne wil zich opofferen voor Frankrijk

Profiel

Élisabeth Borne | Premier van Frankrijk De Franse premier Élisabeth Borne groeide op in een huis vol trauma en ontpopte zich tot een doordouwer die altijd bij de feiten blijft.

De Franse premier Élisabeth Borne maakte donderdag bekend het parlement te passeren bij de invoering van een impopulaire pensioenhervorming.
De Franse premier Élisabeth Borne maakte donderdag bekend het parlement te passeren bij de invoering van een impopulaire pensioenhervorming.

Foto Alain Jocard/AFP

Ze weet dat ze de kop van jut is, ze accepteert het. De Franse premier Élisabeth Borne staat in de vuurlinie nu zij en president Emmanuel Macron een gehate pensioenhervorming hebben doorgedrukt zonder de Assemblée Nationale te laten stemmen. De politieke toekomst van Borne hangt aan een zijden draadje nu vrijdag twee moties van wantrouwen tegen haar regering zijn ingediend. Waarschijnlijk wordt daar maandag over gestemd.

Je kunt zeggen dat Borne weinig keuze heeft: de Franse premier is altijd de kop van jut. Waar de president het beleid bedenkt en de complimenten int, is het de premier die het beleid doorvoert en verdedigt in de Assemblée. En waar de president beschermd wordt door het feit dat hij direct verkozen is, kan de premier haar positie verliezen als het parlement het vertrouwen opzegt. De baan wordt niet voor niets l’enfer de Matignon, de hel van ambtswoning Matignon, genoemd.

Maar het is niet alleen de functie zelf. Dat Borne haar lot aanvaardt, spreekt boekdelen over haar persoonlijkheid. En over haar motivatie, die ze put uit haar pijnlijke familiegeschiedenis en het gevoel dat ze in het krijt staat bij de Franse Republiek.


Lees ook: ‘Grote hervormer’ Macron waagt zich nu aan de pensioenen

Feitelijk, en altijd aan

De 61-jarige Borne is goed op weg haar gevoelde schuld te vereffenen: ze werkt al ruim veertig jaar voor de Franse staat. Na een ingenieursstudie aan de prestigieuze grande école Polytechnique werkte ze eind jaren tachtig voor de ministeries van Infrastructuur en van Onderwijs, en daarna voor prominente figuren uit de Socialistische Partij, onder wie toenmalig premier Lionel Jospin en toenmalig minister Jack Lang.

Ze klom gauw op: in 2002 werd Borne strategiedirecteur bij het nationale spoorwegbedrijf SNCF, later werkte ze onder meer als stafchef van de socialistische minister van Ecologie Ségolène Royal – in die tijd ontmoette ze Emmanuel Macron, destijds minister van Economie. Vanaf 2015 leidde Borne het Parijse openbaarvervoersbedrijf RATP, en toen Macron presidentskandidaat werd, sloot ze zich aan bij zijn kamp. Voordat die, inmiddels herkozen, Borne in mei 2022 als tweede vrouw in de Franse geschiedenis als premier koos, bekleedde ze onder Macrons presidentschap drie ministersposten.

De 71-jarige Anne-Marie Idrac komt Borne al decennia tegen, vertelt ze telefonisch. Ze werkten samen bij het ministerie van Infrastructuur, Idrac leidde de SNCF toen Borne er strategiedirecteur was en ging Borne voor als baas van de RATP en als minister van Transport. „Ik beschouw haar als een professionele vriendin.” Idrac kent de premier als een „georganiseerd, feitelijk en precies” persoon. „Ze komt vergaderingen binnen gewapend met feiten en cijfers. Bij de SNCF kende ze bijvoorbeeld de precieze routes van de treinsporen uit haar hoofd, de noodplannen voor stakingen. Ze is rigoureus en zoekt dossiers tot op de bodem uit.”

Ook Bornes wens om te moderniseren viel Idrac op. „Ze had creatieve bijdragen en ze was graag bezig met hervormen en verbeteren.” Het is dan ook niet verrassend dat Borne gedurende haar gehele carrière grote veranderprojecten heeft geleid, van de liberalising van de SNCF als minister van Transport in 2018 tot de gewraakte pensioenhervorming.

Borne wordt door collega’s beschreven als een harde werker. Iemand die altijd áán staat. Toen een journalist van Libération haar eens vroeg wat ze graag in haar vrije tijd doet, antwoordde ze: „Vrije tijd… wat een interessant concept.” Ze verwacht het ook van collega’s, vertellen oud-medewerkers. „Het eerste mailtje komt om 05.00 uur ’s ochtends, de laatste om middernacht”, zei een naaste in 2017 bijvoorbeeld tegen Le Monde. Borne schroomt niet mensen te wijzen op hun fouten en daarbij woorden als „incompetent” te gebruiken.

„Ze put haar teams uit”, zei een oud-medewerker eens tegen Le Parisien. Hij vertelde dat het verloop onder Borne zo hoog was dat sommigen haar Borne-out noemen. Pascale Sourisse, algemeen directeur Internationale Ontwikkeling bij techbedrijf Thales en een voormalig klasgenoot van Borne bij Polytechnique, herkent het beeld van een harde werkster die hoge eisen stelt. „Maar ik denk dat het een positieve karaktereigenschap is, veeleisendheid is een belangrijke kwaliteit voor een leider”, zegt ze via een videoverbinding. „Als je te snel tevreden bent, kom je ook niet vooruit.”


Lees ook: Macron kiest een loyale technocraat en een keiharde werker als premier

Dochter van Holocaust-slachtoffer

Borne kreeg het niet cadeau. Ze groeide in de jaren zestig in het familievriendelijke vijftiende arrondissement van Parijs op als tweede dochter van de Normandische farmaceut Marguerite Lescene en de Joods-Poolse Joseph Borne, die leiding gaf aan een condoomfabriek. Maar het huis waar Borne opgroeide was gevuld met onverwerkt trauma en verdriet: haar vader was een Auschwitz-overlevende.

Joseph Borne (voor de oorlog Bornstein) zat in de Tweede Wereldoorlog in een Joodse verzetsgroep. Eind 1943 werd hij met twee broers en zijn vader opgepakt, vertelde zijn inmiddels overleden broer Isaac in 2006 aan het Frans Nationaal Audiovisueel Instituut IRA. Vader Borne en de jongste broer, de 13-jarige Albert, werden vermoord in de gaskamers van Auschwitz. Isaac en Joseph werden daar tewerkgesteld, en later in Buchenwald.

In het IRA-interview vertelt Isaac Borne over de verschrikkingen die hij en zijn broer meemaakten: over baby’s die op de grond werden gesmeten, over tientallen ophangingen die ze aanschouwden, over gevangenen die elkaar verdrukten in volgepropte wagons tijdens dagenlange transporten, zodat bij aankomst de vloer bezaaid was met lijken. „We hebben er psychisch erg onder geleden”, aldus Isaac. Ook samen zouden de broers nauwelijks praten over hun gedeelde leed; Joseph „kon dat niet aan”.

Anne-Marie Borne, de oudere zus van Élisabeth Borne, zou later getuigen dat iemand haar vader had beschuldigd van het verzinnen van zijn ervaringen in de Holocaust, waarna hij „volledig dichtklapte en er nooit meer over praatte”. Toen het begin jaren 70 slechter ging met Josephs gezondheid en zijn financiën ontnam hij zichzelf het leven. „Hij had talloze redenen om suïcide te plegen”, zei zijn broer Isaac. „Maar ik denk dat hij Auschwitz nooit heeft verwerkt.” Élisabeth Borne was elf jaar oud.

De pijnlijke geschiedenis en dood van haar vader zouden Bornes leven tekenen. Volgens Anne-Marie Borne veranderde haar zusje van een onbezorgd kind in een fanatieke student met haar neus in haar wiskundeboeken. „Er was iets rustgevends, kalmerends aan het idee dat er dingen zijn die je onder je controle kunt krijgen”, zei Élisabeth Borne eerder dit jaar tegen The New York Times over haar voorliefde voor wiskunde en exacte vakken.

De Republiek heeft me de hand gereikt toen ik dat kind was van een vader die nooit echt was teruggekeerd uit de kampen

Na de dood van vader Borne moest moeder het gezin in haar eentje leiden, wat financieel niet makkelijk was en voor Borne een motivatie vormde om zo snel mogelijk financieel zelfstandig te worden. Als tiener werd zij erkend als pupille de la nation (pleegkind van de natie), een titel voor kinderen van oorlogsslachtoffers die daarmee recht op een studiebeurs kregen. Dankzij deze staatssteun kon Borne haar ingenieursstudie doen: het startpunt van haar carrière. Hiernaar verwees de premier toen ze zei dat ze in het krijt staat bij de Franse Republiek. „Dat ik hier kan staan, als premier van Frankrijk, dat heb ik te danken aan de Republiek”, zei ze vorig jaar juli bij haar Algemene Beleidsverklaring. „Zij heeft me de hand gereikt (…) toen ik dat kind was van een vader die nooit echt was teruggekeerd uit de kampen. (…) Ik wil een beetje teruggeven van wat zij mij heeft gegeven.”


Lees ook: Van kroegkamp tot moordfabriek

De ontboezeming tijdens de Algemene Beleidsverklaring was een schok voor veel naasten van Borne: over haar familiegeschiedenis was ze decennialang gesloten geweest. „Toen we studenten waren, was dit niet bekend”, zegt Pascale Sourisse bijvoorbeeld. „Ik kende Élisabeth als een prettige klasgenoot, als een jonge vrouw die veel lachte, ik heb er nooit vraagtekens bij gesteld.” Ook in haar werkende leven deelde Borne haar verleden niet – zelfs niet toen ze bij de SNCF werkte en het spoorwegbedrijf verwikkeld was in een rechtszaak over medeplichtigheid aan de Jodenvervolging. „Ik kwam er pas achter toen ze premier werd”, zegt haar voormalige baas Anne-Marie Idrac. „Ze heeft het met heel weinig mensen gedeeld.”

Sourisse stelt dat het feit dat Borne ondanks haar moeilijke levensstart zoveel bereikt heeft „de kracht van haar karakter” toont. „Ze is een strijder, iemand die zich niet laat tegenhouden door moeilijkheden.” Ook Idrac zegt dat het Borne „sterker en meer humaan” heeft gemaakt.

Houdt niet van poespas

Ook over andere privéaangelegenheden is Borne gesloten. Anders dan haar voorgangers woont ze niet in Hôtel Matignon, de met marmer, goud en klassieke beelden versierde premierswoning met een tuin van twee hectare in het chique zevende arrondissement van Parijs, maar in een appartement van nog geen 70 vierkante meter. Ze bezit een tweede appartement net buiten de hoofdstad, blijkt uit openbare registers. Voor zover bekend woont ze alleen – ze is na een huwelijk van een paar jaar gescheiden van academicus Olivier Allix en haar enige zoon, die „in het recht” werkt, is volwassen. Ze heeft een partner die in Bretagne woont. Gevraagd waarom ze niet meer vertelt over haar vriend, zei ze eens te willen voorkomen „dat hij wordt lastiggevallen”.

In haar vrije tijd – die ze toch af en toe schijnt te hebben – bezoekt Borne graag het theater of de bioscoop. Ook houdt ze van hardlopen en wandelen in de woestijn, bijvoorbeeld in Jordanië. „Als student was ze al erg sportief”, zegt oud-klasgenoot Sourisse. „Ze deed mee aan alle sportieve activiteiten die ons werden aangeboden.” Het weerhoudt Borne er niet van ogenschijnlijk continu aan een elektronische sigaret te lurken – zelfs in het parlementsgebouw is ze gespot met het apparaatje.

In tegenstelling tot politici die hele vloten chique auto’s hebben, bezit Borne enkel een Citroën ter waarde van zo’n 10.000 euro. Maar tegenwoordig verplaatst ze zich in een colonne auto’s met zwartgetinte ramen, en dat vindt ze maar niets. „Het straalt niet echt soberheid uit”, zei Borne tegen televisieprogramma Quotidien, en ze beaamde dat ze zich liever op eigen gelegenheid zou verplaatsen als de cortège vanuit veiligheidsoogpunt niet nodig zou zijn. „Het karakteriseert Élisabeth”, zegt ex-baas Idrac. „Ze is niet geïnteresseerd in de macht zelf, maar in de resultaten van die macht, in het laten slagen van projecten, in het behalen van resultaten.”

Links of rechts

Bornes technocratische en volgens sommigen zelfs grijze imago maakt haar ongrijpbaar voor veel Fransen, die moeite hebben hun premier in het politieke spectrum te plaatsen. Borne beschouwt zichzelf als links, en dat ze in het verleden werkte voor socialistische politici en nu onderdeel is van de linkervleugel van Macrons partij wijst hier ook op. Maar linkse tegenstanders onderstrepen graag dat Borne meermaals ‘rechts’ beleid doorvoerde. Zo was het Borne die als minister van Transport de SNCF liberaliseerde en als minister van Werkgelegenheid de uitkering voor werklozen verlaagde. Ook de pensioenhervorming wordt door velen als een rechtse hervorming beschouwd.

Over haar privéleven is Borne gesloten. Ze heeft een partner die in Bretagne woont, en houdt van theater- en filmbezoek.
Foto Ludovic Marin/AFP

Bij haar benoeming ging er veel aandacht uit naar het feit dat Borne een vrouw is, pas de tweede die deze positie bekleedt. Vrouw zijn in een door mannen gedomineerde omgeving is een constante in het leven van de premier: ook op haar ingenieursopleiding waren vrouwen sterk in de minderheid. „We waren met zo’n 340 studenten en we waren met slechts 24 meisjes”, zegt Sourisse.

Het leidde ertoe dat er „altijd een kleine twijfel was over onze technische competenties en over onze beschikbaarheid”. Sourisse herinnert zich bijvoorbeeld dat ze haar gesprekspartners bij sollicitaties steeds moest „overtuigen dat ik me zou toeleggen op een carrière en niet zou stoppen om een gezin te stichten”. „Je redde het alleen als je echt zin had om ervoor te strijden.”


Lees ook: Franse regering kan zomaar vallen na doordrukken van pensioenhervorming

Borne is inmiddels ruim tien maanden premier van Frankrijk. In die maanden heeft ze haar strijdvaardigheid en voorliefde voor feiten bewezen. „Kijk naar de hervorming van het pensioensysteem”, zegt Idrac. „Al maanden is ze dagen en nachten lang bezig met uitleggen waarom die nodig is, en daarbij baseert ze zich op de feiten: er zijn steeds minder jongeren om steeds meer pensioenen te betalen.”

Maar ze is ook de belichaming geworden van het grondwetsartikel 49.3, waarmee ze inmiddels al elf keer het parlement buitenspel zette om een wetsvoorstel doorgevoerd te krijgen. ‘49.3’ wordt door veel Fransen beschouwd als ondemocratisch en nu het ook is ingezet bij de invoering van de gehate pensioenhervorming, wordt het lastig voor Borne dit imago af te schudden. De afgelopen maanden is haar populariteit gekelderd: begin maart had slechts 27 procent van de Fransen in een peiling van Ipsos een positieve mening over de premier.

De impopulariteit van Borne is terug te zien op straat: op talloze protestborden is het gezicht van de premier te zien, vaak in combinatie met leuzen over „autoritarisme” of de cijfers 49.3. Of Bornes volhardendheid haar uiteindelijk de kop zal kosten, of dat ze doorstoomt als premier terwijl de straten van Parijs zich steeds meer vullen met vuilniszakken en demonstranten, zal moeten blijken.