N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Muziek
Goldband Op de eerste van drie uitverkochte avonden in Amsterdam valt de show van Goldband uiteen in twee delen. Eerst de hits met vette knipogen naar de jaren tachtig, daarna een opgerekt Haags kwartiertje met muzikale vrienden en house.
„Welkom op de pier hier in Amsterdam”, klinkt het als Goldband net in samenzang de synthesizerballad ‘Alles kapot’ heeft gespeeld. Achter de drie Haagse zangers is Scheveningen op schaal te zien, een maquette met de kenmerkende gebouwen op palen naast het reuzenrad, waarin de band plaatsneemt. De drie vrienden zelf bewandelen de catwalk die een paar meter het publiek van de Afas Live in loopt.
Straks, wanneer de jaren tachtig plaatsmaken voor de jaren negentig, wanneer de bovenlijven ontbloot worden en de bedachte danspasjes zijn vervangen door hooligan-house, gaat de rem er pas echt af bij Goldband. Maar voordat dat Haagse kwartiertje aanbreekt heeft het trio vrijdagavond nog een trits hits die hartstochtelijk worden meegezongen door fans uitgedost met bandshirts en ADO-sjaaltjes.
Met liedjes vol hints naar veertig jaar oude nederpop heeft Goldband in no time Nederland veroverd. Ze waren de publiekslieveling van het festivalseizoen, met een veelbesproken show op Lowlands. 2023 begon met de popprijs op Noorderslag, drie Edisons, een relletje rondom een lijntje coke op het podium en de wetenschap dat ze driemaal de Afas uitverkopen en tweemaal de Antwerpse Lotto Arena.
Knuffelbare lefgozers
Maar hoe hou je in zulke grote afstandelijke zalen de knuffelbare lefgozer-charme overeind? De band gedijt vooral bij publieksinteractie en een beetje chaos. Dat is duidelijk niet de insteek van het eerste deel van de avond, dat vooral leunt op album Betaalbare Romantiek. De danspasjes en discoklapjes zijn leuk knullig, maar de uitroep ‘wij zijn de makers van de nacht!’ klinkt dan nog vooral als een belofte, niet de praktijk.
De mannen hebben inmiddels een gevarieerd repertoire, voldoende om de boog gespannen te houden. Hoe onweerstaanbaar lief klinkt ‘Kinderwens’, uitgevoerd op een bankje aan zee, als Milo Driessen (die met mat en snor) zingt: ‘Ecologische luiers / Het best voor jou en de natuur / Door oma gebreide truien / Lekker warm en niet te duur’. En ‘Noodgeval’ is al lang een nederpopklassieker, met als hoogtepunt het achtergrondkoortje dat zoetjes de noodkreet ‘waar blijft die fucking ambulance’ zingt.
Bij de uitvoering van de nieuwe single ‘Rommel’, opmerkelijk genoeg over drugsverslaving, begint het geroezemoes en dreigt Goldband even het contact te verliezen. Zelf concludeert Boaz Kok (die met het rode haar) dat ze dat ‘kutlied’ misschien te hoog hebben ingezongen.
‘Het beloofde feest komt pas wanneer de zon in de zee zakt en er nieuwe vrienden op de pier verschijnen’
Het beloofde feest
Na een uurtje is er wel gedanst, maar het beloofde feest komt pas wanneer de zon in de zee zakt en er nieuwe vrienden op de pier verschijnen. Te beginnen met Sophie Straat die in ska-hit ‘Tweede Kamer’ oproept om te stemmen op een vrouw. Ze moet nog even kwijt dat ze „natuurlijk niet Caroline” bedoelde. Dan volgt Maan voor ‘Stiekem’, eindigend in een zoen met bandlid Karel Gerlach (die met pantertattoo op de borst).
Daarna gaan de shirtjes uit en breekt het Haags kwartiertje aan dat wordt opgerekt tot een klein uur. De inleiding vormt het ietwat melige ‘Hotel Scheveningen’, een vertaling van ‘Hotel California’ waarvoor Spike van Di-Rect en leden van Son Mieux uit Den Haag zijn meegekomen. De stadsode gaat subtiel verder in ‘Requiem’ met de uitroep ‘Iedereen gaat dood en jij ook, en jij ook’, knipogend naar ‘Over 100 jaar’ van Klein Orkest.
Op de hooliganhouse van ‘Mijn stad’, ondersteund met grote Scheveningse vlaggen, beginnen de cirkelpits en zijn de nederpopsynths definitief vervangen door vleugjes gabber en trance in Goldband-stijl. De disco is de club geworden. Waar in het eerste uur de zee nog achter de band werd geprojecteerd, klotst het publiek op ‘Witte was’ en ‘Psycho’ nu zelf in golven tegen de pier.