N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Profiel
Baas JPMorgan zorgde dat een andere bank werd gered – en hielp ook zichzelf.
Tijdens de acute bankencrisis in de VS van deze week kwam Jamie Dimon snel in actie. Wat gebeurde er precies?
Dimon is de baas van Amerika’s grootste bank JPMorgan Chase en misschien wel de machtigste bankier van Wall Street. Hij speelde een hoofdrol bij de reddingsactie donderdagavond rond de First Republic Bank, de derde Amerikaanse bank die, na Silicon Valley Bank en Signature Bank, in de problemen kwam.
De 67-jarige Dimon, al achttien jaar de hoogste baas bij JPMorgan, sprak volgens verschillende media woensdag persoonlijk met topmannen van andere grote banken in de VS, om hen te overtuigen een grote reddingsactie op te tuigen. Enkele uren later lag er 30 miljard dollar op tafel.
Dimon had weliswaar een kleine ‘aanmoediging’ nodig van minister van Financiën Jay Powell en centrale bankenbaas Janet Yellen, maar hij kon daarna schitteren als mede-architect van de reddingsactie. Zakenkrant Financial Times schreef over de deal van „de drie J’s” (Janet, Jay en Jamie). Ook andere politici prezen Dimon en zijn collega-bankiers.
Was dit voor hem een nieuwe ervaring?
Nee, vermoedelijk had hij een déjà vu. Tijdens de vorige bankencrisis stond hij ook aan het roer bij JPMorgan en kreeg hij ook aandacht. Twee keer schoot zijn bank toen te hulp om het financiële systeem te stabiliseren. In maart 2008 nam JPMorgan (met de Fed) de noodlijdende bank Bear Stearns over. Zes maanden later deed het datzelfde met de in zwaar weer verkerende bank Washington Mutual.
JPMorgan kon die reddende rol toen op zich nemen omdat het er zelf uitstekend voor stond. Het had niet dezelfde grote risico’s genomen met giftige beleggingen als concurrenten. Sterker, de bank boekte tot 2013 onafgebroken winst, iets wat vrijwel geen enkele Amerikaanse bank lukte in de crisisjaren. Oud-president Obama noemde Dimon indertijd „een van de slimste bankiers die we hebben”.
Was dit een Robin Hood-actie van Dimon?
Zeker niet. Dimon wist toen maar al te goed dat een totale ineenstorting van het financiële systeem vroeg of laat ook zijn eigen bank zou bedreigen. De twee overnames hielpen JPMorgan later mee uit te groeien tot de grootste en meest winstgevende bank van het land. En gaven Dimon (nu een van de best verdienende bankiers van de VS met 34,5 miljoen dollar vorig jaar) een nog sterkere stem op Wall Street.
Al klaagde Dimon later zelf dat hij zo’n reddingsactie waarschijnlijk „niet nog een keer” zou doen, omdat de staat naderhand achter JPMorgan aanging vanwege misstanden bij Bear Stearns – juridisch gezien was JPMorgan daar nu verantwoordelijk voor. In september 2008, toen de kolos Lehman Brothers omviel, stak Dimon overigens geen vinger uit. Deze gifpil liet hij behendig aan zich voorbij gaan.
Dat Dimon ook nu weer koelbloedig calculeert, ligt voor de hand. Hij lijkt, net als vijftien jaar geleden, te hopen dat deze ingreep de paniek bij beleggers en depositohouders tot bedaren brengt.
En zelfs als het verder goed afloopt: als ook dit keer weer het beeld blijft hangen dat banken niks doen en de overheid te hulp moet schieten, is het wachten op een politieke reactie in de vorm van strengere bankenregels, net zoals na de vorige crisis. Dimon heeft zich tegen een aantal van die strengere regels na 2008 stevig verzet. En juist de laatste jaren waren die weer deels afgezwakt.