‘We moeten de kloof tussen Oost en West dichten. Laten we afrekenen met westplaining’

Nino Haratischwili


Foto Henrik Montgomery/ANP

Interview

Nino Haratischwili | Schrijver De toekomst van haar onrustige geboorteland ligt in Europa, denkt schrijver Nino Haratischwili. „De belangrijkste les die we moeten leren is dat een regering met één partij niet werkt in Georgië.”

Schrijven, zegt Nino Haratischwili aan het einde van het interview, is op zijn mooist als het je overkomt. „Ik hou van de momenten dat het schrijven jou beheerst, dat je er geen controle over hebt. Het duwt je een richting op.”

Ze vertelt over de start van Het schaarse licht, haar laatste roman. „Het idee zat al jaren in mijn hoofd maar ik begon er niet aan. Op een nacht sloop ik naar het balkon – ik wilde niemand wakker maken – en klapte ik mijn computer open. Als iemand me tien minuten eerder had gezegd dat ik op dat moment aan dit boek zou beginnen had ik hem voor gek verklaard. Ik heb uren gewerkt. Beginnen aan een nieuw boek is vreselijk. Pas na zestig of zeventig pagina’s kan ik verder, dan word ik er tevreden over.”


Lees ook de recensie van Het schaarse licht Nino Haratischwili schreef een roman waarin Georgische klootzakken vrouwen de wet voorschrijven

Nino Haratischwili (Tbilisi, 1983) is een gevierd auteur. Ze schreef tal van toneelstukken, maar won prijzen en een groot publiek met haar omvangrijke romans. Haar verhalen, vol kleurrijke personages en tot de verbeelding sprekende scènes, gaan over familie en vriendschap, en over de roerige geschiedenis van haar geboorteland Georgië.

Ook in Nederland is ze geliefd. Van Het achtste leven (voor Brilka) werden hier 170.000 exemplaren verkocht. Voor Het schaarse licht staat de teller op dertigduizend verkochte boeken, in vier maanden tijd. Ter gelegenheid van de Boekenweek organiseerden boekhandels openbare interviews in kerken in Doorn, Haarlem en Rotterdam en een theater in Purmerend.

Haratischwili bezocht in Tbilisi een Duitstalige school („Het had ook een andere taal kunnen zijn, mijn ouders kozen voor deze progressieve school en de leraren waren toevallig Duits”) en woont al twintig jaar in Duitsland. Ze schrijft in het Duits. In de publiciteit evolueert haar nationaliteit, merkt ze. „Toen ik begon was ik een Georgische schrijver, daarna een Georgisch-Duitse schrijver en nu noemen ze me een Duitse schrijver.”

Gebruikt u zelf een bepaald etiket? Beschouwt u zichzelf als migrant, als balling of iets anders?

„Een passend etiket heb ik nog niet gevonden, maar het zou wel handig zijn. Net als anderen die hun land hebben verlaten, krijg ik vaak vragen over mijn afkomst. Wie ben je, wat is je identiteit, waar kom je écht vandaan, dat soort vragen. Best vermoeiend. Het andere perspectief van de nieuwkomer is een voordeel, maar soms zou je willen dat het niet zo’n issue is.”

Kort na de Russische inval in Oekraïne schreef u een artikel in Die Zeit, over de houding van het Westen. Schrijvend over het Westen gebruikte u ‘we’. Voelt u dat zo?

„Nee, ik zit ergens tussen Oost en West, tussen twee culturen en tussen twee talen. Ik gebruikte ‘we’ omdat ik in dat stuk niet met een beschuldigende vinger naar één kant wilde wijzen. Bij het inschatten van het Russische gevaar zijn er aan beide kanten fouten gemaakt. West-Europa was naïef en te veel op zichzelf gericht, maar wij in Oost-Europa zijn er niet in geslaagd om onze verhalen op de juiste manier te vertellen.”

„Het helpt niet om te zeggen dat het alleen maar de schuld van het Westen is dat we Rusland verkeerd hebben beoordeeld. Het is complexer dan dat: wij voelen ons altijd minder belangrijk, of in ieder geval niet gelijkwaardig. We hadden het Oost-Europese narratief veel krachtiger moeten laten horen. Neem de waardering voor Gorbatsjov. In West-Europa is hij een held, in Georgië is hij een agressor.”

Wij, die veilig zijn, kunnen niet bepalen wat goed is voor Oekraïners die worden gebombardeerd

Ontstaat er door de oorlog in Oekraïne meer begrip voor Oost-Europa in West-Europa?

„Ik denk het wel, je hoort in Duitse media nu veel meer Oost-Europese stemmen, dat is belangrijk. Laten we afrekenen met westplaining, en met dat rare idee dat Oost-Europa één groot gebied is waar iedereen Russisch spreekt en wodka drinkt. We moeten de kloof tussen Oost en West zien te dichten. We zijn nog niet zover, kijk maar naar die petitie van Duitse intellectuelen die opriepen tot onderhandelen met Rusland. Dat maakt me kwaad, want ze zitten op de bank, drinken wijn en gaan naar Italiaanse restaurants terwijl ze hierover discussiëren. Wij, die veilig zijn, kunnen niet bepalen wat goed is voor Oekraïners die worden gebombardeerd. Als zij zeggen dat ze wapens nodig hebben en geen melkpoeder, dan moeten ze wapens krijgen.”

Het Westen liet de Russische invallen in Georgië, Tsjetsjenië en de Krim passeren. Hoe verklaart u dat er nu wel is ingegrepen?

„Ten eerste omdat het dichtbij is, of voelt. Alleen Polen zit tussen Berlijn en Kyiv. Maar ook omdat het zo zichtbaar was, en niet te ontkennen. In Georgië was er nog discussie of de inval niet was uitgelokt, op de Krim wonen veel Russen. Maar dit was zo’n evidente en vijandige invasie, daar kon niemand omheen.”

In Georgië is de relatie met Rusland nog steeds een bron van conflict, bleek vorige week opnieuw. Na twee dagen met massale demonstraties trok regeringspartij Georgische Droom een omstreden wet over het verplicht melden van buitenlandse financiering in. Uit enquêtes blijkt dat een ruime meerderheid van de Georgische bevolking wil dat het land lid wordt van de Europese Unie. Officieel wil Georgische Droom dat ook, maar in de praktijk volgt de partij de koers van het Kremlin.

Heeft de bevolking gewonnen, vorige week in Tbilisi?

„Ja. Ik ben heel trots op al die jongens en meisjes en mannen en vrouwen die de straat op zijn gegaan, met zoveel waardigheid. Met zoveel humor ook. Ik heb erg gelachen om de spandoeken die ik zag, over ex-partners die giftiger waren dan het traangas van de oproerpolitie bijvoorbeeld. Maar we kunnen nu niet achterover leunen, want je weet niet wat de volgende zet van de regering zal zijn.”

Het pro-Russische beleid van Georgische Droom staat haaks op wat de meeste Georgiërs willen. Toch hebben ze in tien jaar drie keer de verkiezingen gewonnen. Hoe kan dat?

„De belangrijkste les die we moeten leren is dat een regering met één partij niet werkt in Georgië. Al dertig jaar blijven we deze fout herhalen. We omarmen één leider en denken dat hij al onze problemen zal oplossen. Ik zie dat als een Sovjet-erfenis. Door gebrek aan oppositie gaat zo’n leider zichzelf als koning zien. Hij omringt zich met jaknikkers en verliest het contact met de bevolking en de werkelijkheid. Macht corrumpeert, daar ben ik van overtuigd. Te veel macht voor één persoon werkt nooit, nergens.”


Lees ook dit artikel over Georgië en de EU uit 2022

„Het tweede probleem is de politieke polarisatie. Als je mijn mening niet deelt ben je mijn vijand en kan ik niet met je samenwerken. Dat je kunt samenwerken met andersdenkenden is een democratische les die we ook nog moeten leren. Georgische Droom kwam aan de macht omdat de bevolking genoeg had van Micheïl Saakasjvili en zijn partij. En nu hebben we genoeg van Georgische Droom en is Saakasjvili geen alternatief meer. De enige oplossing is een coalitie van kleinere partijen, zonder die twee grote partijen.”

Bidzina Ivanisjvili, de miljardair achter Georgische Droom, heeft Russische connecties en houdt volgens velen Georgië gegijzeld. Hoe ziet u hem?

„Toen hij aan de macht kwam zeiden vrienden tegen me: hij is zo rijk, hij hoeft niet meer te stelen. Dat was natuurlijk een vergissing. Rijken willen nog rijker worden. Met goede wil kun je hem zien als een Shakespeareaanse held, een koning zonder ideologie, alleen gericht op machtsbehoud. De enige kwalificatie van de partijfiguren rondom hem is dat ze loyaal zijn. Het is een opportunistische, onlogische verzameling mensen, dat maakt die partij zo onvoorspelbaar. Ze weten alleen dat er een revolutie uitbreekt als ze al te openlijk de Russische belangen gaan dienen.”

Rusland blijft voor Georgië de grootste dreiging en het grootste probleem

Met de grillige politieke situatie lijkt Georgië op een kruispunt te staan, richting Europa of richting Rusland. Bent u optimistisch?

„Ja, al is de weg naar de Europese Unie nog lang. Rusland blijft de grootste dreiging en het grootste probleem. Die invloed zal aanwezig blijven, ook nu er zoveel Russen naar Georgië zijn gevlucht. Maar de Europese cultuur is evengoed voelbaar en aanwezig. Ik ben er van overtuigd dat 80 à 90 procent van de Georgiërs kiest voor Europa.”

Het verleden is meer dan een decor in de boeken van Haratischwili. De persoonlijke belevenissen van haar personages worden gestuurd door politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. In Het achtste leven wordt verwezen naar Jozef Stalin (‘Generalissimus’) en speelt diens chef geheime dienst Lavrenti Beria (‘de kleine grote man’) zelfs een rol in het verhaal.

Is historische waarheid belangrijk voor een auteur van fictie?

„Natuurlijk. Ik ben geen historicus en het is niet mijn taak om over feiten te schrijven, maar ik vind dat ik wel trouw moet zijn aan de waarheid. Omdat het fictie is, heb ik de mogelijkheid om de feiten te interpreteren. Onderzoek doe ik vooral voor mezelf, ik zoek dingen uit die ik zelf wil weten. Natuurlijk wil ik dat mijn boek lezers vindt, maar tijdens de voorbereiding en het schrijven denk ik niet aan een educatieve missie.”

„Het verschilt ook per boek. Voor Het schaarse licht, dat zich vooral in de jaren negentig afspeelt, hoefde ik niet veel onderzoek te doen. Dat is mijn eigen jeugd, ik herinner me veel uit die tijd. Voor Het achtste leven ben ik in archieven geweest, voor De kat en de generaal was ik in Tsjetsjenië. Maar het belangrijkste is voor mij het verhaal. En op de tweede plaats komen de personages. Hoewel…”

Wie staat op één, het verhaal of de personages?

Lachend: „Terwijl ik het zei dacht ik, dit klopt niet. Ik kan niet kiezen, ze staan samen op de eerste plaats.”

Het schaarse licht speelt zich af in een tijd die u heeft meegemaakt. Bent u daar emotioneel meer bij betrokken dan bij Het achtste leven, dat de hele 20ste eeuw bestrijkt?

„Ik kan niet schrijven over iets als ik niet genoeg afstand heb. Ik moet er buiten staan. Er zitten wel persoonlijke dingen in Het schaarse licht. Niet in autobiografische zin, maar dingen die rondom mij zijn gebeurd. Maar ik verander de gebeurtenissen altijd.”

U bent opgeleid als theater- en filmregisseur. Uw boeken lijken zeer geschikt voor verfilming. Hebben filmmakers u beïnvloed?

„Ik hou heel erg van cinema, van regisseurs als Fellini, Bertolucci, Michael Haneke. Breaking the waves van Lars von Trier maakte een enorme indruk op me toen ik de film als student zag. Een hele pijnlijke film, een fysieke ervaring. Het achtste leven wordt verfilmd als serie, door een Britse producent, maar meer mag ik er niet over zeggen. Ik weet niet of ik zelf een film wil maken, of ik door een camera de wereld wil bekijken. Ik ben erg gehecht aan de intimiteit van het theater, aan alle emoties die komen kijken bij samen een voorstelling maken. Dat proces is tegengesteld aan de eenzaamheid van het schrijven. Die extremen, daar hou ik van.”