N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De eerste vuurwerkknal klinkt als de politieke leiders bijna toe zijn aan het laatste thema van het NOS-slotdebat: vertrouwen in de politiek. Daarvoor was in het Provinciehuis van Noord-Brabant al steeds getoeter te horen, honderden tractors staan op dinsdagavond al vanaf half negen voor het gebouw waar de politici uit Den Haag hun laatste kans gebruiken om kiezers te trekken bij de Provinciale Statenverkiezingen van woensdag.
In de hal die is omgebouwd tot een studio zegt Geert Wilders (PVV) dat het nog wel goed kan komen met het vertrouwen in de overheid „als we de Nederlander weer centraal en op één zetten”. Hij zegt ook dat VVD-leider Mark Rutte – „en dat bedoel ik niet als een persoonlijke aanval” – weg moet als premier: „Hij heeft te veel mensen pijn gedaan. En dan heb ik het niet alleen maar over de toeslagenouder, de Groningers, maar ook over de boeren die hier nu buiten staan, de vissers, de gepensioneerden.”
Het geknal gaat door, bij de ingang loopt een grote groep beveiligers onrustig heen en weer. Of ze staan in hoekjes met elkaar te overleggen. Mark Rutte zegt, zoals steeds in debatten en andere tv-optredens van de afgelopen week, dat er „dingen niet goed zijn gegaan”, en begint aan een opsomming van alles wat wél goed is afgelopen voor Nederland onder zijn leiding.
Attje Kuiken
Presentator Rob Trip verlegt de aandacht van Rutte naar Attje Kuiken van de PvdA – zij is in deze ronde samen met Rutte en Wilders aan de beurt, de andere politieke leiders zitten aan de zijkant. Trip wil weten hoe Kuiken aankijkt tegen de verantwoordelijkheid van PvdA’ers, in Rutte II, bij de gaswinning in Groningen en het toeslagenschandaal. „Wij hebben”, zegt ze, „politieke leiders gehad die zeiden: ik trek me dat aan en neem mijn verantwoordelijkheid en die stapten op.”
Is dat, vraagt Rob Trip, een voorbeeld voor Rutte? Bedoelt ze dat? „Dat zei ik niet”, zegt Kuiken. Trip herhaalt zijn vraag. Kuiken wil er overduidelijk niet op ingaan. Hij wilde toch weten wat ze vond van de rol van PvdA’ers? Maar Trip geeft niet op. Moet Rutte een voorbeeld nemen aan die PvdA’ers die zijn opgestapt? „U wilt er geen antwoord op geven?”
Rutte kijkt haar geconcentreerd aan, en als Attje Kuiken voor de derde keer niet wil antwoorden, glimlacht hij – heel even maar. Wekenlang hadden de VVD en GroenLinks/PvdA de kiezers gewaarschuwd: een stem op die andere partij was slecht voor Nederland. Maar hier stopte ineens die ‘tweestrijd’: Rutte hoefde van haar dus níet weg. Trip vraagt het voor de vierde keer. Kuiken zegt dat ze „recht doet aan de Groningers” door het debat over Ruttes rol „nu niet hier te gaan voeren”. „Terecht punt”, vindt Rutte.
Lees ook: Wat staat er op het spel voor de landelijke partijen?
Van der Plas en Baudet
Vóór het debat lagen op de stoelen van de politici briefjes met hun namen en foto’s: daar moesten ze gaan zitten. Rutte zat vooraan, BBB’ers zagen tweeënhalf uur voordat het debat begon dat Caroline van der Plas links van hem zat, en rechts: Mirjam Bikker van de ChristenUnie. Een half uurtje later lag ineens de foto van Esther Ouwehand (PvdD) naast Rutte en op haar oude plaats, wat verderop lag die van Van der Plas. Dat had de Partij voor de Dieren gedaan: volgens Ouwehand zat ze tussen twee „héél grote mensen” in – dat wilde ze niet. In overleg met de NOS-regie kreeg BBB voor elkaar dat Van der Plas toch weer naast Rutte terecht kwam, deze keer op de plaats van Bikker.
En zo kwam het dat Van der Plas, net voordat de uitzending zou beginnen, met een fotograaf tegenover zich héél even haar hoofd tegen Ruttes schouder legde. Die leek het niet door te hebben. Op de rij achter hen zat Thierry Baudet (FVD). Hij praatte met niemand, keek op zijn telefoon. In de debatronde over klimaat en energie stond hij tegenover Kuiken en Sigrid Kaag (D66). Die hadden weinig zin om aandacht aan hem te besteden, Kuiken draaide al na een paar zinnen haar rug naar hem – ze had zin in een debat met Kaag.
Rob Trip liet dat niet gebeuren, hij gaf ook het woord aan Baudet. Die noemde de toeterende boeren buiten. „Ik geloof niet”, zei Kuiken, „dat de heer Baudet ooit een boer van dichtbij heeft gezien. Misschien heeft hij een paar bruine laarzen thuis staan.” Maar ze vond hem verder „niet zo relevant voor het debat” en draaide zich weer om naar Kaag.
Drie kwartier later begon het geknal. Het publiek moest na afloop binnenblijven, ze mochten bij de bar een drankje halen. Voor de politieke leiders was er speciale beveiliging. Om elf uur reden de tractors weg, de deuren gingen weer open.