KNMI: 2022 was zonnigste en droogste jaar ooit in Nederland

Klimaatverandering In 2022 zagen Nederlanders de zon vaker dan ooit. In de zomer scheen de zon 17 procent meer dan normaal, terwijl 40 procent minder regen viel.

Door de extreme droogte kenden Nederlandse rivieren vorig jaar een lage waterstand.
Door de extreme droogte kenden Nederlandse rivieren vorig jaar een lage waterstand.

Foto Flip Franssen

Vorig jaar was het zonnigste en droogste jaar ooit, sinds het begin van de metingen. Het weer- en klimaatinstituut KNMI meldt dinsdag in het rapport ‘De staat van ons klimaat’ dat in de zomer van 2022 de zon 17 procent meer scheen dan normaal, en 40 procent minder regen viel. Vooral de zomer en herfst waren buitengewoon warm, met als hoogst gemeten temperatuur 39,5 graad.


Lees ook: De winterdroogte die grote delen van Europa nu treft, zal in de toekomst vaker voorkomen

Volgens het KNMI scheen de zon vooral meer door een afname in de bewolking, doordat hogedrukgebieden vaker voorkwamen in de lente en zomer. Dat kan te maken hebben met klimaatverandering, zegt Peter Siegmund, klimaatwetenschapper bij het KNMI. Hogedrukgebieden ontwikkelen zich tussen sterke winden in, die straalstromen worden genoemd. Die stromen komen steeds vaker voor, en Nederland ligt precies tussen twee straalstromen in. Dat ze vaker voorkomen, komt doordat de polen in de zomer weinig opwarmen en het gebied dat eronder ligt juist veel. Het temperatuurverschil tussen die twee gebieden neemt in de zomer alsmaar toe, en dat komt mogelijk door klimaatverandering. „Maar het is lopend onderzoek”, aldus Siegmund.

Meer zonnestraling kan ook voorkomen door minder luchtvervuiling, omdat deeltjes in de lucht de zon terugkaatsen. Maar volgens Siegmund verklaarde dat vooral de toename van zonnestraling in de jaren negentig. „Sinds begin deze eeuw is de lucht al behoorlijk schoon doordat luchtverontreiniging is aangepakt. Nu wordt de lucht nauwelijks nog schoner.” Uit onderzoek blijkt dat schonere lucht niet alleen tot meer zonnestraling, maar ook tot meer opwarming van de aarde leidt.

Toekomst

Het KNMI waarschuwt in het rapport dat Nederland sinds begin vorige eeuw 2,3 graden warmer is geworden – ongeveer twee keer zoveel als de mondiale opwarming van 1,2 graden. Als er niks verandert, zal de aarde rond 2033 met 1,5 graad zijn opgewarmd, en het noordelijk halfrond rond 2037 met 2 graden. In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat de wereldwijde opwarming idealiter niet boven de 1,5 graad uitkomt, maar in ieder geval niet boven de 2 graden.

Het KNMI voorspelt ook voor de komende jaren meer zonnestraling, al verwacht het instituut dat die toename „beduidend minder” zal zijn dan de toename van 2022. „Vorig jaar was die toename meer dan de scenario’s aangaven,” zegt Siegmund. „Het zal me niet verbazen als deze trend gaat afvlakken, bijvoorbeeld door meer bewolking.”