Rondé, een van de populairste Nederlandse bands, bestaat tien jaar en vierde de jaardag met een uitverkocht concert in Afas Live, Amsterdam. Er was confetti, serpentine, samenzang met de gasten en een geprojecteerd fotoalbum op de achterwand met hoogtepunten uit de geschiedenis van de jarige.
Die beelden lieten zien hoe de groep op Lowlands speelt, in Paradiso, in de studio aan het werk is en uitgelaten rondrent op een festivalpodium. Het maakte duidelijk: Rondé heeft veel bereikt in tien jaar. Wat begon als een ‘schoolproject’ op de Herman Brood Academie, waar de muzikanten samen studeerden, is nu een gevestigde naam in de Nederlandse popmuziek. Rondé maakte drie albums, speelt Engelstalige rock, pop en dance, en heeft enkele aansprekende hits, zoals ‘Undecided’ en recent het nummer ‘Love Myself’.
Voor het feestje in Afas waren geen speciale attracties bedacht, het ging hier om de muziek en het samenspel tussen de muzikanten.
Het duurde even voordat de muzikanten warm draaiden. Het optreden was opgedeeld in genres, eerst pop, dan een akoestische set, dan rock en uiteindelijk ‘Club Rondé’, waar wervelende dance klonk.
Afgezien van de nogal doorsnee klinkende popliedjes, weet Rondé aan de andere genres iets eigens toe te voegen; een melodiewending of een ander karakteristiek: zoals het fluitdeuntje in ‘Undecided’ of de uitdijende soundscape aan het eind van ‘Why Do You Care’.
Zangeres Rikki Borgelt heeft een diepe stem met een kalme ondertoon, hoe opgewonden haar vier muzikanten ook spelen, zij behoudt rust. In Afas was de geluidsmix uit balans, de zang stond harder dan de muziek. Afgezien van enkele elegante danspassen heeft ze geen duidelijke signatuur als voorvrouw, haar presentatie is blij maar bleekjes.
Ondertussen stak het toegewijde publiek papieren hartjes omhoog met de tekst „10 jaar Rondé”. Door een haperende kostuumwissel – van denim naar vuurrood – verscheen Borgelt de eerste helft van ‘Break My Heart’ niet op het podium. Toch bleek dit rocknummer de opmaat naar dynamischer spel, met een geslaagde wisselwerking tussen Borgelts koelbloedige zang en de uitweidende muzikanten.
Het optreden leek de fasen in de ontwikkeling van de band te weerspiegelen. Ze begonnen schuchter maar vonden uiteindelijk een rode draad met scherpere tegenstellingen tussen de muzikale onderdelen. In nummers als ‘Headlights’, waarbij op Borgelts aanwijzing het hele publiek op en neer sprong, en in ‘No Worries’ bleek Rondé de allure toch in huis te hebben.