Het brein registreert bij obesitas geen eten in de maag

Overgewicht Het brein van mensen met obesitas reageert niet goed op signalen uit maag en darmen. Het is alsof de caloriesensor uit staat.

Hersenscans brengen de afgifte van dopamine in beeld, die bij slanke personen opkomt na toediening van glucose en vet via een maagsonde.
Hersenscans brengen de afgifte van dopamine in beeld, die bij slanke personen opkomt na toediening van glucose en vet via een maagsonde. Foto’s Amsterdam UMC

Bij mensen die obesitas hebben, reageert het brein minder goed op signalen uit de darmen. Als ze zijn afgevallen, wordt dat niet beter. Ze voelen nog niet goed dat ze gegeten hebben, blijkt uit een Amsterdamse studie die deze week in Nature Metabolism verscheen.

Het was al bekend dat het brein van mensen met obesitas anders reageert bij het zien van foto’s van eten dan het brein van slanke mensen. Maar naast die boodschappen via oog, mond en neus, is er ook communicatie tussen het maag-darmstelsel en de hersenen. Bij muizen die een vet-infuus kregen, is aangetoond dat er vanuit de maag en darmen een link is met de afgifte van dopamine in de hersenen. Als muizen overmatig suiker en vet krijgen, maakt het muizenbrein minder dopamine aan in reactie op eten.

Artsen in het Amsterdam UMC wilden weten of die communicatie bij mensen ook verstoord is. Ze gaven 28 mensen met een gezond gewicht en dertig mensen met obesitas vet en glucose (suiker) via een maagsonde. Zo werd de hersenreactie losgekoppeld van de signalen die naar het brein gaan door eten te ruiken en proeven, en kon puur naar het effect uit de maag en de darmen worden gekeken. Deelnemers kregen ook water, om zeker te weten dat het brein niet louter op een volle maag reageerde.

Dopamine

Op twee verschillende scans was de activiteit in de hersenen te zien. De onderzoekers keken ook naar de afgifte van dopamine, het boodschapperstofje dat in het beloningscentrum in de hersenen wordt aangemaakt en een prettig gevoel geeft. Nadat de mensen met obesitas drie maanden op dieet waren geweest, werd gekeken of gewichtsverlies iets veranderd had.

„Bij mensen met een gezond gewicht zagen we dat verschillende gebieden in de hersenen reageren op suiker en op vet. Toen we inzoomden op het beloningscentrum, belangrijk voor de eetlustregulatie, zagen we ook daar verandering”, zegt hoogleraar Mireille Serlie, internist-endocrinoloog in het Amsterdam UMC en op Yale University (VS). Bij de mensen met obesitas hebben we geen verandering in die hersenactiviteit gemeten, het beloningscentrum liet geen enkele meetbare reactie zien.

Het opvallende was: zelfs 10 procent gewichtsverlies leverde geen verbetering op. „De hersenen registeren onvoldoende dat er eten in de maag is gekomen. Daardoor eet je dus makkelijk te lang of te veel.” Het is alsof de caloriesensor van het beloningscentrum is uitgeschakeld.

Vet zit in heel veel van ons eten

Mireille Serlie hoogleraar

Dat de reactie van de hersenen op eten in de maag niet veranderde na gewichtsverlies, zou weleens een van de verklaringen kunnen zijn waarom het zo moeilijk is om slank te blijven als je veel gewicht bent kwijtgeraakt, volgens Serlie en haar collega’s.

De onderzoekers waren ook benieuwd naar de dopamineafgifte bij mensen met obesitas, omdat het vermoeden bestaat dat wanneer die verstoord is, dat bijdraagt aan de neiging om meer te eten dan het lichaam nodig heeft. Wat ze zagen: bij het suikerinfuus kwam in het beloningscentrum in de hersenen bij alle groepen dopamine vrij. Maar bij het vet-infuus was dat effect alleen bij de slanke mensen te zien. Mensen met obesitas kregen dat prettige shotje dopamine niet als ze vet in hun maag en darmen kregen. Het zou kunnen, zegt Serlie, dat mensen met obesitas meer moeten eten om hetzelfde effect op dopamine te bewerkstelligen. Dit proces, dat als het goed werkt helpt om op tijd te stoppen met eten, kwam bovendien niet ineens op gang als mensen waren afgevallen.

Veel calorieën

De helft van de Nederlanders heeft overgewicht en ongeveer 80 procent van de producten in de supermarkt is te zoet, te zout en te vet. „Vet zit in heel veel van ons eten en levert veel calorieën per gram”, zegt Serlie. „Het zou goed zijn om het onderzoek te herhalen met een combinatie van voedingsstoffen.”

Hoewel nu meer duidelijk is over de verstoorde communicatie tussen hersenen en maag-darmstel bij mensen met obesitas, weet Serlie nog niet of en hoe dit hersteld kan worden. „We willen bijvoorbeeld ook onderzoeken of de nieuwe obesitasmedicijnen zo succesvol zijn omdat ze het vermogen van de hersenen om eten in de maag te registreren verbeteren.”

De mensen in deze studie die waren afgevallen kregen meteen na twaalf weken dieet een nieuwe hersenscan. Serlie weet niet of de hersenactiviteit op langere termijn alsnog langzaam herstelt. „Dit is ook moeilijk te onderzoeken omdat een meerderheid van de mensen die gewicht verliezen, dit helaas ook weer terugkrijgt.”