Terwijl bouwprojecten niet verder kunnen gaan door stikstof, ligt het volgende grote struikelblok al op de loer. Eentje dat te maken heeft met CO2 – en onduidelijkheid over welke regels bouwbedrijven de komende jaren moeten volgen voor de uitstoot daarvan bij hun projecten.
De bouw is klaar om te verduurzamen, circulair te bouwen en op grote schaal nieuwe materialen en methoden te gebruiken. Consistent overheidsbeleid ontbreekt echter. Bouwbedrijven weten niet wat er in 2030 of 2035 van hen verwacht wordt. Scherpe keuzes zijn nodig om die onzekerheid te doorbreken – een onderwerp waarover de Tweede Kamer donderdag debatteert.
Het probleem zit hem in de duurzaamheidsnormen waaraan bouwbedrijven zich moeten houden als ze ergens een gebouw neerzetten. Voor Brussel staat daarbij de uitstoot van CO2 centraal, zowel bij de productie van de bouwmaterialen als bij het opwekken van de energie die nodig is voor de bouw. Maar Nederland houdt als enige EU-lidstaat vast aan de ooit goed bedoelde, maar inmiddels verouderde Milieu Prestatie Gebouw-richtlijn. Deze MPG is een complexe rekensom waarin allerlei indicatoren uiteindelijk de duurzaamheidsscore van een gebouw opleveren. Alleen: die zegt te weinig over de CO2-uitstoot die Europa zo belangrijk vindt.
Er bestaat een methode om wél de koolstofemissies van een bouwproject te bepalen, de zogeheten Whole Life Carbon-aanpak. Die sluit perfect aan op de Europese regels en biedt wat bedrijven nodig hebben: meetbare CO2-doelen, een internationale standaard en een gelijk speelveld binnen Europa. Maar waar de Nederlandse overheid de MPG verplicht stelt voor alle nieuwbouw, geldt dat niet voor de Whole Life Carbon-methode.
Voor bouwbedrijven is het logisch om te focussen op innovatie. Zij begrijpen dat wie vandaag niet inzet op toekomstbestendig bouwen – zoals gebruik van biologische materialen als hout, stro en vezelhennep, en rekening houden met de effecten van klimaatverandering – binnen een paar jaar aanloopt tegen dezelfde knelpunten als nu bij stikstof. Bedrijven wíllen dus verduurzamen. Maar om grote investeringen te doen in bouwprojecten en fabrieken, moeten ze wel weten wat er de komende tien jaar – waarin er elk jaar 100.000 nieuwe woningen bij moeten komen – met de regels op het gebied van CO2 gaat gebeuren. Want het neerzetten van gebouwen en het gebruik ervan is immers verantwoordelijk voor zo’n 39 procent van de totale CO2-uitstoot van Nederland.
Tijd om te wennen
Wat ons betreft zouden bouwbedrijven en (lagere) overheden het beste een heldere CO2-limiet kunnen afspreken voor nieuwbouw. Die limiet zou de komende tien jaar stapsgewijs omlaag kunnen. Vanaf 1 juli 2026 zou het dan verplicht worden de CO2-emissies te rapporteren via de Whole Life Carbon-methode. En vanaf 2028 kan de MPG-norm ten slotte worden afgedankt.
Op die manier krijgen bouwbedrijven anderhalf jaar de tijd om te wennen aan de nieuwe methodiek. Zo’n aanpak, met langjarige voorspelbaarheid, was er eerder ook voor energiezuinig bouwen. En net zoals bij energiezuinige gebouwen, kan de overheid het met renteprikkels of tijdelijke subsidies aantrekkelijker maken om te bouwen met lage CO2-uitstoot.
We pleiten niet voor extra regels, maar voor voorspelbare regels
Het is overigens óók belangrijk dat de overheid stopt met het voortdurend wijzigen van beleid. De afgelopen tijd was er bijvoorbeeld onduidelijkheid over de plicht om nestkasten voor mussen en zwaluwen in nieuwbouw op te nemen. Daarnaast ging een voorgenomen aanscherping van de MPG toch weer niet door. En het is ook onduidelijk welke rol gemeenten precies spelen bij het handhaven van duurzaamheidsnormen. Allemaal zaken die verwarring zaaien en het vertrouwen ondermijnen.
Wij vragen kortom om een duidelijk perspectief en consequent beleid, waardoor de bouwsector stap voor stap een transitie kan ondergaan. We pleiten niet voor extra regels, maar voor voorspelbare regels.
Want als we één ding hebben geleerd van de stikstofproblematiek, is het dit: problemen die je niet tijdig aanpakt, halen je op termijn in – met stilstand, frustratie en schade tot gevolg. Die fout kunnen we ons bij CO2 niet opnieuw permitteren. Zeker niet met de woningnood die Nederland al heeft.
Lees ook
Met ‘doorbraak-aanpak’ hoopt minister Mona Keijzer de gemiddelde woningbouwtijd terug te brengen van 10 naar 7 jaar
