Een bestelling van 45 elektrische bussen, die vervoerder Qbuzz had geplaatst bij elektrische busfabrikant Ebusco, mag geannuleerd worden. Dat heeft de rechtbank in Utrecht woensdag besloten. Ebusco had een kort geding aangespannen om die annulering te voorkomen, omdat de bussen al gemaakt zijn. Qbuzz wil echter niet betalen, omdat het bedrijf veel te laat zou zijn met leveren.
Ebusco en Qbuzz kwamen in maart 2023 tot een overeenkomst, waarin stond dat de 45 bussen een jaar later geleverd zouden moeten worden. Toen bleek dat Ebusco dat niet ging halen, werd gemikt op 1 september van dit jaar. In diezelfde maand liet Ebusco weten een deel pas in oktober te kunnen leveren, en de rest pas in februari 2025. Afgesproken is dat Qbuzz de overeenkomst mocht laten ontbinden als alle bussen niet vóór 1 december van dit jaar geleverd zouden worden.
Mogelijk faillissement
De rechter oordeelt dan ook dat Ebusco zich niet heeft gehouden aan de overeenkomst die de twee partijen hadden gesloten. Omdat de leveringstermijn is overschreden en bij Qbuzz zorgen bestaan dat de overeenkomst alsnog wordt nageleefd, is annulering terecht. Daarnaast zijn er “ernstige vermoedens dat Ebusco de onderhoudsverplichtingen en verstrekte garanties niet na zal komen”.
Omdat de eerste leveringsdatum niet is gehaald, moet Ebusco 1,2 miljoen euro aan Qbuzz betalen. De vervoerder heeft daarom beslag laten leggen op één van de rekeningen van Ebusco. Volgens de rechter is ook die beslaglegging terecht. Ebusco vreest dat het door die beslaglegging salarissen van de pakweg 750 werknemers niet kan betalen.
Voor Ebusco, dat in de eerste helft van dit jaar een verlies van 65 miljoen euro leed, zal de uitspraak als een mokerslag voelen. Eerder liet de advocaat van de fabrikant al weten dat het in Brabant gevestigde bedrijf op het randje van faillissement bungelt en dat het voortbestaan van het bedrijf deels afhangt van het contract met Qbuzz.
Lees ook
Conflict met vervoerder Qbuzz dreigt het einde van e-busmaker Ebusco in te luiden
Feyenoord heeft voor een grote verrassing in de Champions League gezorgd. De ploeg van trainer Brian Priske won de uitwedstrijd tegen Benfica met 1-3.
Feyenoord boekte de tweede zege in drie duels in de Champions League. Benfica leed voor het eerst puntenverlies in koningsklasse van het Europese clubvoetbal. De Portugezen vernederden eerder deze maand nog Atlético Madrid met 4-0.
Ayase Ueda schoot Feyenoord in de twaalfde minuut op voorsprong. De Japanse spits leek de score te verdubbelen, maar die treffer werd afgekeurd omdat de videoscheidsrechter had gezien dat Jordan Lotomba een overtreding had gemaakt. Antoni Milambo schoot Feyenoord in de 33e minuut alsnog naar 0-2. Gernot Trauner leek voor 0-3 te tekenen. Maar ook die treffer werd afgekeurd nadat de videoscheidsrechter een buitenspelsituatie had gezien.
Kerem Aktürkoglu maakte het duel in de 66e minuut weer spannend (1-2). Doelman Timon Wellenreuther zag er niet helemaal goed uit bij die treffer, maar voorkwam daarna wel tot tweemaal toe de gelijkmaker van de thuisploeg. Milambo maakte in blessuretijd het derde doelpunt van Feyenoord. (ANP)
De onafhankelijkheid van de Nederlandse rechtspraak ten opzichte van de politiek is „boterzacht” en daarom zijn „ingrijpende, stelselmatige verbeteringen noodzakelijk”. Met deze alarmerende conclusie roept een groep eminente rechtsgeleerden in de onderzoeksbundel Constitutionele waarborgen op tot verschillende wetswijzingen. Daarmee moet voorkomen worden dat politici – zoals in Polen en Hongarije – de rechtspraak naar hun hand zetten. De bundel wordt donderdag in Den Haag gepresenteerd.
„Een kwaadwillende minister heeft alle knoppen al klaar om aan te draaien”, waarschuwt hoogleraar rechtspleging in rechtsfilosofisch perspectief Jonathan Soeharno in zijn werkkamer van de Universiteit van Amsterdam. Met staatsrechtwetenschappers Jerfi Uzman en Niels Graaf stelde hij de onderzoeksbundel samen in opdracht van de Stichting Onderzoek Rechtspleging. Zeven andere voorname juristen, onder wie hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans en oud-president van de Hoge Raad Geert Corstens, schreven mee.
Directe zeggenschap
Rode draad zijn hun zorgen over het gebrek aan waarborgen voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak ten opzichte van de politiek. Die zorgen concentreren zich rond de Raad voor de rechtspraak: het in 2002 opgerichte bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor het rechterlijke beleid en de bedrijfsvoering van de elf rechtbanken en vier gerechtshoven in het land.
Via de Raad, die onder het ministerie van Justitie valt, heeft de regering directe zeggenschap over de financiering, bedrijfsvoering en personele invulling van de gerechten, lichten de rechtsgeleerden uit. Zo draagt de minister de leden van de Raad en de president van de gerechten voor voor benoeming en ontslag en kan hij dwingende aanwijzingen geven aan de Raad en gerechtsbesturen – ook over personeelsaangelegenheden. Daarnaast kan de minister besluiten van de Raad en (indirect) de gerechten vernietigen.
„Als je kijkt naar de hiërarchische positie van de rechterlijke macht ten opzichte van de politiek, dan is de situatie in Nederland nog zwakker dan in Polen en Hongarije voor het misging. In die landen zijn op grote schaal rechters benoemd op basis van hun loyaliteit aan de regering terwijl niet regeringsgezinde rechters monddood gemaakt werden via bijvoorbeeld het tuchtrecht. Daar had je wetswijzingen nodig om de rechterlijke macht te plooien. Dat is in Nederland niet nodig”, zegt Soeharno.
De urgentie zit erin dat een kwaadwillende politicus geen enkele wetswijziging nodig heeft om de rechterlijke macht naar zijn hand te zetten
„Wij zien bovendien in Nederland omstandigheden die zich ook in Polen en Hongarije voordeden, zoals anti-institutioneel sentiment, bijvoorbeeld door het neerzetten van rechters als een soort kwaadaardige elite- en politici die zich openlijk negatief uitlaten over rechters.”
Schetst u niet vooral een theoretisch gevaar? Uw onderzoek benoemt ook de goede rechtsstatelijke cultuur in Nederland die politieke inmenging in de rechtspraak voorkomt. Waarom het systeem op de schop gooien als een dreiging zich niet manifesteert?
„Nóg niet manifesteert. De urgentie zit erin dat een kwaadwillende politicus geen enkele wetswijziging nodig heeft om de rechterlijke macht naar zijn hand te zetten. Als je kijkt naar de maatschappelijke verhoudingen, de polarisatie, en het feit dat politici steeds makkelijker openlijk kritiek uiten op de rechtspraak, dan zie je dat de spanningsvelden worden opgezocht. We moeten ook niet vergeten dat de PVV, toen het gedoogsteun leverde aan het kabinet-Rutte I in 2011 en 2012, bij de benoeming van twee leden van de Hoge Raad heeft dwarsgelegen. In verkiezingsprogramma’s heeft de partij opgenomen dat falende rechters moeten kunnen worden ontslagen. En dit is nu de grootste partij van Nederland. Het is goed dat de huidige coalitie afspraken heeft gemaakt over de rechtsstaat. Wij denken dat de wijzigingen moeten worden doorgevoerd voordat de dreiging zich daadwerkelijk manifesteert.”
Welke onderzoeksaanbevelingen vindt u het belangrijkst?
„Dat zijn er twee. De minister moet op afstand komen te staan van de benoemingen van de Raad voor de rechtspraak en de gerechten. Dat is heel belangrijk, want daarmee knip je de invloedlijn door die de minister heeft. Daarnaast zou er een aparte begroting voor de rechterlijke macht moeten komen, in plaats van dat die, zoals nu, onderdeel uitmaakt van de justitiebegroting. Dat past veel beter bij een staatsmacht. Bij de Algemene Rekenkamer en Ombudsman is er ook een dergelijk begrotingssysteem.”
Waarom stellen jullie dat juist de huidige structuur van de tuchtrechtspraak een risico voor politieke beïnvloeding is?
„In het draaiboek van autocratische regimes is tuchtrecht het favoriete middel om rechters in toom te houden. In Nederland werkt het tuchtrecht voor rechters langs twee wegen: via de procureur-generaal bij de Hoge Raad met een arrest dat iedereen kan lezen, en via de president van de rechtbank die niets openbaar maakt. Via die laatste route zou de minister invloed kunnen uitoefenen omdat hij ook de president benoemt en herbenoemt. We hebben gelukkig de cultuur dat het niet gebeurt, maar het kán wel.”
Er klonken eerder soortgelijke waarschuwingen over het Nederlandse systeem, bijvoorbeeld vanuit de Raad van Europa. Toch leidde dat niet tot veranderingen. Waar ligt dat volgens u aan?
„Voor de zomer is een motie van D66-Kamerlid Joost Sneller aangenomen die de regering oproept met een wetsvoorstel te komen om de benoeming van de leden van de Raad voor de rechtspraak op afstand van de minister te plaatsen. Er waren vier partijen tegen die motie: PVV, BBB, Forum voor Democratie en de VVD. De urgentie wordt kennelijk niet overal even sterk gevoeld.”
Jaïr Ferwerda is in het echt best een aardige jongen, ik heb nog met hem gelachen toen hij jaren geleden de ‘Nacht van NRC’ mocht of moest organiseren. Hij had familieleden meegenomen die kwamen kijken hoe hij werkte, het was een beetje hetzelfde als naar hem kijken terwijl hij thuis de afwas deed. Later was hij opeens een soort vliegende politiek reporter op televisie met als specialisme goed geïnformeerd meelachen met de macht. In Story stond laatst een achtergrondverhaal. Hij komt uit Stiphout bij Helmond, hij luisterde als baby al naar Met het Oog op Morgen en hij monteert zijn stukjes zelf. Beste citaat was: „Je bent zo goed als je laatste item.”
Zondag stond hij in het Olympisch Stadion in Amsterdam volgens afspraak met draaiende camera bij de finish van de halve marathon op minister-president Dick Schoof te wachten. Dick stond bij het babbeltje een beetje uit te trappelen. Op de achtergrond passeerden iets te enthousiaste lopers die in woord en gebaar lieten weten dat ze ‘Dickie’ heus wel herkenden. Er volgde een gesprek over helemaal niets, Dick Schoof vergeleek zijn kabinet maar weer eens met een hardloopwedstrijd, zoals hij alles vergelijkt met het lopen van een hardloopwedstrijd. Zijn hele leven is een hardloopwedstrijd, zijn carrière is een hardloopwedstrijd, een bak yoghurt is een hardloopwedstrijd, praten met Jaïr is ook een hardloopwedstrijd. Door de nieuwe premier begin ik terug te verlangen naar Mark Rutte, die was – zeker in combinatie met Jaïr – ook niet te harden, maar als die zwaaiend wegfietste was het vieze gevoel meteen weg.
Gelukkig is het allemaal niet echt. In het lijf van Jaïr zit een zwetende werkstudent en Dick Schoof speelt een minister-president die net doet alsof hij niet de achtste keuze voor de functie was. Gekke gedachte: als een onverlaat tijdens zo’n onderonsje het vuur opent verliezen we niets, maar we zouden het wel een klap voor de democratie noemen.
Hij is dat paardje in Ponypark Slagharen op wie iedereen wel wil zitten
Het Binnenhof is vergeven van journalistieke en politieke onverlaten die met elkaar content om te lachen produceren. Rutger Castricum, de oervader van het genre, loopt er ook weer rond; hij is allang geen gevaar meer, zijn nakomelingen hebben veel scherpere snavels. Van alle koddebeiers is Jaïr de fatsoenlijkste, met de lieve lobbes willen ze wel afspreken. Hij is dat paardje in Ponypark Slagharen op wie iedereen wel wil zitten, het maakt hem niet uit wie er op z’n rug kruipt, als hij er maar een kwinkslag uit kan persen. „Een vlieg sla ik niet dood omdat hij niet prikt”, zou Leah van Roosmalen (7) zeggen.
Het is natuurlijk niet voor niks dat hij met Caroline van der Plas mee naar huis mocht voor een documentaire. Kan geen kwaad, is hooguit wat onhandig, knoeit met zijn koffie en af en toe neemt hij zijn familie mee.
Jair staat nooit voor een dichte deur.
Het moment dat ze hem uitkiezen om het echte nieuws tegen te vertellen komt steeds dichterbij.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.