N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Roland Garros Novak Djokovic won in Parijs zijn 23ste grandslamtitel en passeerde daarmee Rafael Nadal. Maar populair maakt de 36-jarige Serviër zich nog altijd niet.
Er zijn mensen die hem haten. Die naar zijn partijen komen om hem uit te foeteren bij elke bal die hij slaat. Novak Djokovic vindt het respectloos en begrijpt het niet, zei hij ergens halverwege het grandslamtoernooi Roland Garros. „Maar het is hun goed recht. Ze hebben betaald voor een ticket. Ze kunnen doen wat ze willen.”
Verrassend is het niet dat Djokovic, die zondag geschiedenis schreef in Parijs met een 23ste grandslamtitel, niet tot de populairste tennissers behoort. Hij houdt van een relletje, trekt zich weinig aan van wat de goegemeente vindt. Hij is niet altijd trots op zijn gedrag, zei hij eens op de Servische tv. „Maar ik heb het gewoon nodig. Mijn coaches hebben me verteld dat het soms beter is even stoom af te blazen. Als je je boosheid opkropt, gaat het aan je vreten.”
Toen een journalist hem in Parijs vertelde dat er geen tennisser is die meer negatieve uitingen oproept op sociale media dan hij, blijkens een recent onderzoek, reageerde de Serviër laconiek. „Verbaast dat je? Het zou me verbazen als dat niet zo zou zijn. Zoals Kobe Bryant [de overleden Amerikaanse oud-basketballer] ooit zei: ‘Haters werken in mijn voordeel. Niemand haat de goeden. Ze haten de geweldenaars.”
Dat hij een geweldenaar is bewees de 36-jarige Djokovic – de oudste winnaar in Parijs ooit – met zijn derde titel daar, ten koste van de Noor Casper Ruud (7-6, 6-3 en 7-5). Met 23 grandslamtitels is hij niet alleen de meerdere van Rafael Nadal (22) en Roger Federer (20), maar herovert hij ook de nummer-één-positie, na die te zijn kwijtgeraakt aan Carlos Alcaraz. De enige tennissers (m/v) die qua grandslamtitels niet in zijn schaduw staan zijn Serena Williams (23 titels) en Margaret Court (24).
Kenmerkende verbetenheid
Djokovic begon matig aan de eindstrijd, waarvoor hij zich in de halve finale in een viersetter van een door kramp geteisterde Alcaraz had ontdaan. Hij kwam met 4-1 achter tegen de ontketende Ruud, die aan het eind van de eerste set veel indruk maakte met een bal tussen de eigen benen door, vergelijkbaar met die van Federer op Wimbledon tegen Sam Querrey in 2015. Maar Djokovic vocht zich met de hem kenmerkende verbetenheid terug tot 6-6 en won vervolgens met overmacht de tiebreak (7-1).
Na die eerste set wierp de Serviër alle schroom van zich af. Hij brak Ruud aan het begin van de tweede set en leek weinig last te hebben van de fysiek zware opening. Hij zweepte het publiek op, voerde een verhitte discussie met de scheidsrechter over het al dan niet overschrijden van de tijdslimiet tussen de punten door, en zag de hoop op een goede afloop bij zijn tegenstander zichtbaar slinken. Met een prachtige crosscourt forehand benutte hij de eerste van drie breakpunten op 5-5 in de derde set. De rest was bijna een formaliteit. Hij liet zijn tranen na afloop niet de vrije loop, anders dan bij de Australian Open dit jaar.
Politieke spanningen oppoken
Meer nog dan gebruikelijk is het al een tijdje onrustig rond de persoon Djokovic. Hij zorgde vorig jaar voor zó veel verdeeldheid in Australië door zijn weigering om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus, dat toernooidirecteur Craig Tiley van de Australian Open fans dit jaar waarschuwde dat zij verbannen zouden worden als zij hem respectloos bejegenden. In Parijs schreef Djokovic na zijn zege op de Hongaar Marton Fucsovics, in de tweede ronde, op een camera de tekst ‘Kosovo is het hart van Servië, stop het geweld’, waarmee hij volgens velen de politieke spanningen in het land oppookte.
Djokovic toonde geen berouw. „Als publieke figuur voel ik me verplicht om steun te betuigen aan ons volk en heel Servië. [..] Een grandslam zonder ophef zal er voor mij wel nooit inzitten. Hoeft ook niet, het is iets wat me drijft.” Zoals hij, zei hij, ook gedreven wordt door het verbreken van records en het schrijven van nieuwe hoofdstukken in de tennisgeschiedenis.
Nadat Djokovic de buit in Parijs binnen had, leek er een rust over hem neer te dalen. Hij sloot zijn ogen en glimlachte. En hij had warme woorden over voor zijn opponent, die hij „een van de warmste mensen” op de tennistour noemde, met „goede menselijke waarden”. „Ik wens je overwinningen toe tegen iedereen, behalve tegen mij”, grapte hij.
In zijn overwinningsspeech wendde hij zich direct tot alle kinderen in de wereld. Net als hij zelf ooit moesten zij hun dromen koesteren, zei hij. „Vergeet de dingen die achter je liggen. Als je een betere toekomst wil, moet je die zelf creëren.”