Verwachte opkomst dit jaar is zo’n twee miljard stemmers. En op het spel staat: de democratie

Analyse

Verkiezingsjaar Een recordaantal mensen kan dit jaar stemmen, maar gejubeld wordt er weinig. Meer autocratie is verre van uitgesloten.

Een kiezer wacht haar beurt af bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 in Terre Haute, Indiana.
Een kiezer wacht haar beurt af bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2020 in Terre Haute, Indiana. Foto Joseph C. Garza/AP
Superverkiezingsjaar

Eerst maar het goede nieuws: de opkomst wordt waarschijnlijk historisch. In 2024 gaan wereldwijd meer mensen naar de stembus dan ooit tevoren. De helft van de wereldbevolking woont in landen waar dit jaar verkiezingen gehouden worden, en verwacht wordt dat zo’n 2 miljard mensen daadwerkelijk hun stem zullen uitbrengen. Je zou het een feestjaar voor de democratie kunnen noemen. Maar waarom overheerst bij analisten dan toch een grafstemming?

‘Meer verkiezingen’ betekent nu eenmaal niet noodzakelijkerwijs een gezonde democratie. En dit historische superverkiezingsjaar komt juist op het moment dat de democratie mondiaal in zwaar weer verkeert. Vergelijkende rapporten laten in steeds meer landen nu al een aantal jaar een afname zien van burgerlijke vrijheden en democratische rechten, terwijl autocraten juist hun grip op de macht versterken. Het aantal democratieën neemt af, net als de kwaliteit van die democratieën of het gevoelde belang ervan door burgers.

Lees ook: Wel naar de stembus, maar niet altijd vrij

„Het niveau van democratie waar de gemiddelde wereldburger in 2022 van geniet, is gedaald tot het niveau van 1986”, schreef het Zweedse V-Dem Instituut onlangs in zijn jaarlijkse rapport, waarin het onder meer persvrijheid, onafhankelijke rechtspraak en de mate van eerlijkheid van verkiezingen meeweegt. Bovendien constateerden de onderzoekers dat er „voor het eerst in meer dan twintig jaar meer gesloten autocratieën dan liberale democratieën zijn.”


De balans kan na dit jaar nog slechter uitpakken, als gebeurt waarvoor veel democratie-onderzoekers vrezen: een verdere erosie, waarbij autocratische politici de macht krijgen of hun grip erop via verkiezingen vergroten. Meer dan een jubeljaar lijkt 2024 zo vooral een wereldwijde stresstest voor de democratie – waarbij ook Europa niet ontzien wordt.

Van sommige verkiezingen is overduidelijk dat ze niet of nauwelijks democratisch zullen verlopen – zoals in Rusland, Wit-Rusland, Iran of Tunesië. Ook in Bangladesh, dat de verkiezingsestafette dit weekend aftrapt, is nauwelijks sprake van een eerlijke strijd – tegenstanders en kritische journalisten werden opgepakt, waarna de oppositie de verkiezingen nu geheel boycot. Bij andere verkiezingen zijn de risico’s voor de democratie subtieler, en hangen ze samen met hoe de waarschijnlijke winnaar zal omgaan met de verse verkiezingswinst, zoals in Mexico en Indonesië.

Dat geldt ook voor ’s werelds grootste democratie India, waar in april en mei parlementsverkiezingen plaatsvinden. Hoewel de Indiase democratie nog altijd een stuk gezonder is dan die elders in de regio, zijn er wel zorgen over het steeds autocratischer bewind van premier Narendra Modi. Naar verwachting verstevigt de hindoe-nationalist zijn macht verder dit jaar.

En dan zijn er natuurlijk de verkiezingen waarnaar wereldwijd waarschijnlijk met de meeste belangstelling en spanning wordt uitgekeken: die in de Verenigde Staten. De kans dat Donald Trump de Republikeinse voorverkiezingen wint is groot, en de kans dat hij vervolgens in november opnieuw tot president wordt verkozen, is zeker niet uitgesloten. Trump dreigde eerder al tegenstanders te zullen vervolgen, en wordt zelf vervolgd voor pogingen de verkiezingsuitslag van 2020 te ondermijnen.

De consequenties van een Trump-winst zouden niet alleen de Amerikaanse democratie onder hoogspanning zetten, maar ook mondiaal gevoeld worden. Het zou, schreef geopolitiek analist van de Financial Times Martin Wolf onlangs, „degenen die geloven in de liberale democratie ontmoedigen, en despoten en hun lakeien overal ter wereld aanmoedigen.”

Lees ook: Strafzaken leveren Trump mediaspektakel en slachtofferschap, de twee pijlers van zijn politieke carrière

Vooral voor Europa, dat de afgelopen jaren onder Joe Biden opgelucht de trans-Atlantische betrekkingen aanhaalde, is dit een horrorscenario. Trump dreigde eerder al uit de NAVO te stappen en de steun voor Oekraïne te staken. Een Trump-overwinning zou de EU op veiligheidsgebied weer op zichzelf terugwerpen, op een moment dat de dreiging vanuit Rusland allerminst afneemt.

Als autocratische tendensen elders in de wereld groeien, komt Europa bovendien nog meer alleen te staan bij het opkomen voor een liberale, democratische wereldorde. De afgelopen jaren had de EU al grote moeite landen zo ver te krijgen zich tegen Rusland te keren en zich vóór Oekraïne uit te spreken. Wankelende democratieën maken die missie alleen maar lastiger. Dat meer landen voor steun of allianties naar China kijken, ligt als de autocratie verder terrein wint, voor de hand.

Maar volgens EU-buitenlandchef Josep Borrell zijn er zeker ook risico’s dichterbij huis. „Ik denk dat de Europese verkiezingen gevaarlijker kunnen zijn dan de Amerikaanse”, zei hij eind december tijdens een lezing. De sociaaldemocratische Spanjaard uitte de vrees dat Europese kiezers geconfronteerd met de oorlog in Oekraïne én Gaza „uit angst” zullen gaan stemmen op „extreemrechtse partijen”.

Ook in Oekraïne staan verkiezingen op het program – in maart, net als in Rusland

Lang niet iedereen in Brussel deelt die analyse – uiteindelijk staan de Europese verkiezingen voor velen toch in de schaduw van die in de VS. Maar dat het óók voor de EU een spannend verkiezingsjaar wordt, staat vast. Begin juni kiezen EU-burgers in de 27 lidstaten het Europees Parlement voor de komende vijf jaar. De verkiezingen bepalen in belangrijke mate de koers van de EU en staan, na die in India, wereldwijd op plek twee qua aantallen kiezers.

In zijn nieuwjaarstoespraak repte de Franse president Emmanuel Macron deze week van een „beslissende keuze” tussen „het voortzetten van Europa of het blokkeren ervan”. Het illustreert de vrees bij centrumpolitici dat de kiezer Europa scherp naar rechts zal sturen. De afgelopen jaren wonnen rechts-radicale partijen in verschillende EU-lidstaten terrein, het meest recent bij de Tweede Kamerverkiezingen in Nederland. Peilingen laten zien dat die partijen nu ook in het Europees Parlement flink zullen groeien.

Bij de Europese verkiezingen vijf jaar geleden was die verwachting er ook al. Toen wonnen rechts-radicale partijen weliswaar een beetje, maar slaagden ze er nog nauwelijks in Europees ook een vuist te maken – onder meer door onderlinge verdeeldheid en politieke onervarenheid. Het zorgde er in de praktijk voor dat in het Europarlement een progressieve meerderheid de toon zette met bijvoorbeeld ambitieus klimaatbeleid.


Inmiddels zijn veel rechts-radicale partijen geprofessionaliseerd en besturen ze in meer EU-landen mee. Als hun groei ook Europees doorzet, kan dat de koers in Brussel gaan beïnvloeden. Bijvoorbeeld het migratiebeleid, dat door een recent Europees akkoord al flink wordt aangescherpt, maar mogelijk nog verder verstrakt. Of voor de Europese klimaatplannen, die de afgelopen jaren weliswaar stevig in de steigers werden gezet maar die volgens de laatste prognoses nog allerminst ambitieus genoeg zijn om de klimaatdoelen daadwerkelijk te halen.

Het betekent niet dat de Europese democratie noodzakelijkerwijs verzwakt, maar wel dat de prioriteiten verschuiven, en mogelijk ook dat de positie van Europa op het wereldtoneel verandert. Want als je zelf minder aan klimaatbeleid doet of flink snoeit in ontwikkelingshulp, heeft dat ook gevolgen voor je geloofwaardigheid en invloed elders.

Cruciaal is bovendien hoe de verrechtsing van Europa de steun voor Oekraïne in de aanvalsoorlog van Rusland beïnvloedt. De afgelopen tijd stond de Hongaarse premier Viktor Orbán behoorlijk alleen in zijn verzet tegen Europese solidariteit met het land in oorlog – eind december was hij de enige die het steunpakket voor Oekraïne tegenhield. Maar dat zijn rugdekking in de loop van 2024 kan groeien, is niet uitgesloten. Sommige van de radicaal-rechtse partijen die in de peilingen fors groeien, koesteren warme Kremlin-betrekkingen. Bijvoorbeeld de Oostenrijkse FPÖ, die komend najaar bij landelijke verkiezingen flink kan winnen, of de Duitse AfD, die bij verschillende lokale verkiezingen aan kop kan gaan.

Zo is het superverkiezingsjaar voor iedereen spannend, maar nog wel het meest voor Oekraïne. Pas eind dit jaar wordt duidelijk of de cruciale steun uit de VS standhoudt. Vóór die tijd staat het land ook nog voor een eigen democratisch dilemma: kunnen er verkiezingen worden gehouden in de huidige oorlogssituatie? Internationaal wordt opgeroepen de presidentsverkiezingen, die in maart zouden moeten plaatsvinden, door te laten gaan, maar onder meer president Zelensky voelt daar weinig voor vanwege grote praktische problemen.

In dezelfde maand staan in Rusland al wel presidentsverkiezingen gepland, Vladimir Poetin zal er opnieuw zijn macht mee bevestigen. Het contrast tussen de twee landen maakt duidelijk: verkiezingen betekenen niet automatisch democratie. En autocratisch gevaar elders kan de eigen democratie bedreigen.

Superverkiezingsjaar

Nooit eerder konden zoveel mensen op de wereld in één en hetzelfde jaar meedoen aan verkiezingen. Een kleine greep:

13 januari
Taiwan, presidentsverkiezingen
De huidige vicepresident Lai Ching-te, die zelfstandigheid ambieert ten opzichte van Beijing, staat tegenover Hou Yu-ih. Deze streeft juist een nauwere band met China na. China poogt uit alle macht Hou te helpen. De Taiwanezen laten zich vooralsnog niet koeioneren. De verkiezingen kunnen tot nieuwe geopolitieke spanningen leiden.
14 februari
Indonesië, presidents- en parlementsverkiezingen
De grootste islamitische democratie ter wereld kiest een opvolger voor president Joko Widodo. Een veeg teken volgens velen is dat Widodo zijn zoon als vicepresidentskandidaat heeft gekoppeld aan de bejaarde generaal Prabowo Subianto, die voor de derde keer een gooi naar de hoogste post doet, en een slechte naam geniet wegens mensenrechtenschendingen.
15-17 maart
Rusland, presidentsverkiezingen
Ondanks grote verliezen op het slagveld en tegenvallende resultaten in zijn oorlog hoeft president Poetin zich weinig zorgen te maken over zijn herverkiezing. Potentiële rivalen zijn allang naar de zijlijn of zelfs de gevangenis verwezen, zoals Aleksej Navalny. Interessant is vooral of de oppositie erin slaagt tekenen van onvrede bij de bevolking tot de buitenwereld te laten doordringen.
April-mei
India, parlementsverkiezingen
India noemt zich de grootste democratie ter wereld, maar de positie van minderheden is onder premier Narendra Modi achteruitgehold. Ook heeft de BJP, Modi’s partij, het juridische apparaat gevuld met aanhangers, en de media onder haar controle gebracht.
2 juni
Mexico, presidents- en parlementsverkiezingen
Voor het eerst krijgt Mexico waarschijnlijk een vrouwelijke president. Hoofdkandidaten Claudia Sheinbaum (progressief) en Xóchitl Gálvez (conservatief) zijn vrouw. Mexico kent democratische regels, maar (straffeloze) criminaliteit en corruptie heersen.
6-9 juni
Verkiezingen voor het Europees Parlement
Met spanning wachten kiezers af of de ruk naar rechts, die zich recent bij diverse landelijke verkiezingen aftekende, zal doorzetten.
Mei-augustus
Zuid-Afrika, verkiezingen voor de Nationale Vergadering
Sinds 1994 heeft het ANC de macht. Maar het rommelt in de partij, en oud-president Zuma steunt een nieuwe partij. Het is denkbaar dat het ANC niet langer over een meerderheid zal beschikken.
5 november
Verenigde Staten, presidents- en Congresverkiezingen
De hele wereld wacht af of Donald Trump er alsnog in slaagt president Joe Bidente verslaan. Tenzij Trump al voordien door rechters buitenspel wordt gezet wegens misstappen tijdens zijn eerste termijn.
Najaar
Verenigd Koninkrijk, parlementsverkiezingen
De Conservatieve premier Rishi Sunak lijkt aan de herfst te denken, voor de verkiezingen. Peilingen wijzen op een Labour-zege na vijf chaotische jaren onder Johnson en opvolgers.