EU-Hof: Tsjechië en Polen discrimineren buitenlanders met uitsluiten lidmaatschap politieke partij

Tsjechië en Polen moeten inwoners zonder Tsjechisch of Pools paspoort het recht geven om lid te worden van een politieke partij. Dat heeft het Europees Hof van Justitie in Luxemburg bepaald in twee zaken die waren aangespannen door de Europese Commissie. Door buitenlanders dit recht te ontzeggen, overtreden de twee landen het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, concludeerde het EU-Hof in een arrest dat dinsdagmorgen is gepubliceerd.

Tsjechië en Polen hebben nationale bepalingen waardoor alleen eigen onderdanen een politieke partij kunnen oprichten of daar lid van kunnen worden. Daarmee wordt buitenlanders in feite het passieve kiesrecht ontzegd; zij hebben niet dezelfde mogelijkheden als de andere inwoners om zich verkiesbaar te stellen bij gemeenteraadsverkiezingen en Europese Verkiezingen.

Mobiele burgers

In artikel 22 van het EU-werkingsverdrag is bepaald dat ‘mobiele’ EU-burgers zich ook in een ander EU-land verkiesbaar moeten kunnen stellen bij lokale en Europese Verkiezingen, op voorwaarde dat zij een bepaalde periode in het desbetreffende land wonen. In Nederland is dat vijf jaar. Het verdrag legt de verplichtingen voor het actief en passief kiesrecht van buitenlanders niet op bij nationale verkiezingen.

De Europese Commissie heeft de twee landen al meer dan tien jaar geleden gemaand de nationale bepalingen aan te passen. De Commissie vindt dat Tsjechië en Polen het EU-werkingsverdrag overtreden en dat zij discrimineren op basis van nationaliteit. De twee landen hebben juist aangevoerd dat zij van mening zijn dat artikel 22 landen niet verplicht inwoners zonder nationaal paspoort het recht te geven om lid te worden van een politieke partij.

Het EU-Hof ziet dat dus anders. Tsjechië en Polen moeten zich zo snel mogelijk aan het arrest gaan houden, anders kunnen financiële sancties worden opgelegd.