Het is even doorbijten voor VVD-leider Dilan Yesilgöz. In een zaaltje van Hotel Van der Valk in Utrecht staat ze woensdagavond van half acht tot half tien voor zo’n driehonderd VVD-leden, van wie zeker de helft haar beslissing om niet mee te doen aan een regering met de PVV afwijst. Ze had, zegt een VVD’er, campagne gevoerd met de slogan ‘ik sta aan jouw kant’, nu kon ze beter posters gaan ophangen met ‘ik sta aan de kant’. Welke kiezer snapt dat?
„Ik ben Thomas”, zegt een VVD-wethouder uit Haldeberge bij de microfoon, „en ik ben een van jullie boksballen geweest sinds jouw bommetje van vrijdagochtend.” Toen had Yesilgöz in Den Haag gezegd dat de VVD als verliezer van de verkiezingen niet in een coalitie zou stappen, maar wel „een centrumrechtse coalitie van PVV, NSC en BBB” mogelijk wilde maken. Ze zegt het sinds die tijd zó vaak dat kiezers kunnen gaan denken dat zo’n coalitie er al bijna is. Waardoor Pieter Omtzigt van NSC, die in zijn fractie ook kritische leden heeft over samenwerken met de PVV, het steeds moeilijker krijgt en nu dus op zijn zwakste plek, zo lijkt het, als politiek leider wordt aangesproken: kán hij wel beslissingen nemen?
In Utrecht zegt Thomas dat de VVD’ers in de zaal, die vaak actief zijn in afdelingen, strategieën en „politieke positionering” vaak wel leuk en zeker ook interessant vinden. „Als wij dit niet hadden gedaan, had Pieter Omtzigt het wel gedaan, ík snap het wel.”
Maar snappen de kiezers van de VVD het ook? „Een heel groot deel had nooit op ons gestemd als ze hadden geweten dat dít de uitkomst was geweest. Wat je René van der Gijp hoort zeggen bij Vandaag Inside is veel representatiever voor dat gevoel dan wat jij hier vanavond van ons gaat horen.” Die anderhalf miljoen VVD-kiezers, zegt hij met een steeds wat luidere stem, vragen van de VVD „maximale verantwoordelijkheid” en „capabele bewindspersonen op het bordes”.
‘Onfatsoenlijk’
Yesilgöz en andere VVD’ers uit Den Haag zijn al dagenlang aan het bellen en online-vergaderen met zoveel mogelijk leden, om de onrust in de partij niet uit de hand te laten lopen. Ook op de avond in Utrecht lijken de VVD’ers die met microfoons rondlopen precies te weten waar de mensen zitten die hun steun willen uitspreken voor de beslissing van de partijtop. Die steun klinkt ook, ruimschoots, gevolgd door enthousiast applaus. Uit loyaliteit, Yesilgöz krijgt veel complimenten voor haar inzet, en ook wel uit afkeer van de PVV. Een VVD’er uit Bloemendaal zegt: „We kunnen niet samenwerken met iemand die zo onfatsoenlijk is als Geert Wilders.”
En toch: de VVD’ers die boos zijn over de beslissing van hun partij, klappen harder, waardoor de tegenstand net wat groter lijkt te zijn. Kris van Emden uit Kerkdriel zegt dat hij woensdagavond na de uitslag „met tranen in zijn ogen” op de bank zat. „Van blijdschap omdat het rechtse blok zo groot was geworden.” Nu blijkt die droom een „luchtbel” te zijn die „uiteen is gespat”.
Yesilgöz hoort het allemaal aan, ze toont begrip voor de zorgen en richt zich steeds nadrukkelijk op de vragenstellers, ze herhaalt soms hun woorden. Al is VVD’er Joop Binnenkamp na afloop ontevreden: hij wilde weten of ze wél met de PVV in een regering was gestapt als de VVD de grootste partij was geworden. Er komt geen antwoord.
Rutte wilde geen gedoe
Er zijn ook VVD’ers die de diepe verdeeldheid zien als het bewijs dat ze echt een „brede volkspartij” zijn. Hun partij heeft al zolang ze zich kunnen herinneren een linker- en een rechterflank. Of meer precies: je hebt een deel dat zich graag rechtsstatelijk en soms ook progressief noemt en de laatste jaren klimaat een steeds belangrijker thema is gaan vinden. En er is het deel dat zichzelf stevig rechts vindt en ook meer neigt tot conservatieve standpunten. Al lopen die opvattingen en keuzes ook wel door elkaar heen: lang niet iedereen hoort bij één zo’n deel.
In de dertien jaar dat Mark Rutte premier was, speelden de discussies tussen de verschillende stromingen zich vooral binnenskamers af. Rutte wilde geen gedoe. Er wás ook heel lang nauwelijks gedoe. En als het er wel was, zoals in 2012 over het kortstondige idee dat er een inkomensafhankelijke zorgpremie moest komen, had de VVD vaak het geluk dat er in andere partijen, zoals de PvdA in Rutte II, al heel snel weer discussies en conflicten speelden die veel méér aandacht trokken.
Lees ook
Welke struikelblokken zijn er op weg naar een rechtse coalitie?
Zo kan het nu ook weer gaan. Als de aandacht afgeleid wordt door aarzelingen en misschien zelfs oplopende spanning bij NSC, wordt de onrust bij de VVD minder belangrijk. Al zal er in de partijtop vast wat nerveus worden gekeken naar nieuwe peilingen: wat vinden de kiezers van de beslissing van Yesilgöz?
Die blijft doen wat ze ook al in de campagne deed: ze herhaalt en herhaalt haar boodschap. Die is nu dat de VVD „het verschil wil maken op de inhoud”, niet „aan het pluche geplakt” zit en „vanavond nog” wil mee onderhandelen over steun vanuit de Tweede Kamer aan een kabinet van PVV, NSC en BBB. Dat Yesilgöz steeds dezelfde zinnen uitspreekt, is ook tot de leden in het zaaltje in Utrecht doorgedrongen. „Gedogen”, zegt VVD’er Gert-Jan Weierink als de avond bijna voorbij is, „dat vind ik nou een waterig compromis.”