N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Hij grapte dat hij misschien wel tot zijn 65ste door zou voetballen, en kwam er voor voetbalbegrippen nog relatief dichtbij ook. Gianluigi Buffon (45), één van de beste keepers aller tijden, heeft woensdag zijn voetbalpensioen aangekondigd op sociale media: „Dat was het, mensen! Jullie hebben mij alles gegeven, ik heb jullie alles gegeven. We deden het samen”. Onder zijn afscheidsbericht plaatste de Italiaan een compilatiefilmpje met de spectaculaire reddingen die hij verrichte.
In het filmpje beeldt Buffon — Gigi — zichzelf soms flikkerend af als Superman, en op sportief vlak was hij dat misschien ook wel. Meer dan 1.100 wedstrijden speelde Buffon in totaal voor zijn clubs en land — een duizelingwekkend aantal. Al die wedstrijden leidden tot 29 prijzen, de wereldbeker met Italië in 2006 was zijn absolute hoogtepunt.
Het begon allemaal bij Parma, in november 1995. Daar maakte Buffon, zoon van een discuswerper en een gewichtheffer, op 17-jarige leeftijd tegen het sterrenensemble van AC Milan zijn debuut op het allerhoogste niveau in Italië. In die wedstrijd liet hij zien in staat te zijn om datgene te doen waar doelmannen voor leven: de ‘nul’ houden. Oftewel: wedstrijden doorkomen zonder de tegenstander te laten scoren. Uiteindelijk zou Buffon daar meer dan vijfhonderd keer in slagen. Geen doelman op de wereld die hem dat nadeed.
Vijfhonderd ‘clean sheets’
Het moest ook wel een Italiaanse doelman zijn die als eerste de grens van vijfhonderd ‘clean sheets’ zou doorbreken. En dat het een keeper uit de generatie-Buffon werd, mag ook geen verrassing heten. Waar Nederlanders zichzelf nog wel eens kunnen verliezen in de soms naïeve drang zoveel mogelijk doelpunten te maken, is voor Italianen de ‘nul’ heilig. Buffon kon daarnaast vrijwel zijn gehele carrière rekenen op de beste verdedigers van zijn generatie: Fabio Cannavaro, Giorgio Chiellini, Alessandro Nesta.
En ja, Buffon was ook een uitzonderlijk goede keeper. Vooral in zijn jongere jaren, kon hij katachtige reflexen overleggen, ronselde hij ballen uit de verste hoeken. Hij heerste over zijn strafschopgebied. Hoge ballen, diepe ballen, een spits die met de bal aan de voet op hem afliep: Buffon was er de baas over. Zijn teamgenoten konden op hem rekenen.
Bovendien was Gigi de leider die een defensie nodig heeft. Van keepers wordt verwacht dat zij hun verdedigers actief coachen — als het verst naar achteren geschoven veldspeler hebben ze het beste overzicht van de gebeurtenissen op het veld. Buffon is een charismatische machoman, met natuurlijk overwicht in de spelersgroepen waarin hij actief was. Zijn trainers zagen dat ook: ze maakten hem aanvoerder bij Juventus, het Italiaanse elftal en bij zijn jeugdliefde Parma, toen hij voor zijn laatste jaren was teruggekeerd.
Paniekaanvallen
Maar ook een man die zo onbevreesd overkomt als Buffon kent zijn angsten. In zijn autobiografie Numero 1 uit 2008 vertelde hij in 2003 last te hebben gehad van een depressie en paniekaanvallen na de verloren Champions Leaguefinale tegen rivaal AC Milan, na een strafschoppenserie. „Het voelde een aantal maanden alsof niets uitmaakte”, zei hij in 2019 tegen Vanity Fair. „Het was alsof mensen geen interesse hadden in mij, maar alleen in de sportman die ik belichaamde.”
Op een gegeven moment voelde Buffon zich zo slecht, dat hij vlak voor een wedstrijd met Juventus besloot om niet te spelen. „Ik had een paniekaanval, was niet in staat om er te staan.” Hij kwam er bovenop door met mensen te praten, onder wie een psycholoog. Buffon: „Als ik er niet over had gepraat, dan was ik er misschien in blijven hangen. Ik realiseerde me dat ik op een kruispunt stond: opgeven of vrede sluiten met de zwakheden die mens eigen zijn. Ik heb me nooit geschaamd voor mijn tranen.”
Dat hij de twee Champions Leaguefinales die hij na 2003 speelde ook niet wist te winnen, en zijn carrière dus zonder de prestigieuze prijs moest afsluiten: het zal altijd aan hem blijven kleven. Hetzelfde geldt voor het omkoopschandaal van Juventus waar hij in 2006 bij betrokken was, omdat hij op zijn eigen wedstrijden gokte. Maar wat ook beklijft is dat Gigi loyaal bleef aan zijn Juventus, toen het als straf naar de Serie B degradeerde. Hij bleef om de geschiedenis herschrijven, en dat deed hij.