Column | Dilan Yesilgöz begint zich steeds meer te gedragen als een soort stiefzusje van Donald Trump

VVD-leider Dilan Yesilgöz wás al een ramp voor Nederland, nu is ze ook nog een ramp voor de VVD. Daar voelen ze zich steeds ongemakkelijker onder het gepruts van hun leider. Een geluk bij een ongeluk, zou je haast zeggen.

Eerst zette ze met allerlei machinaties en leugens over ‘nareizen’ door asielzoekers de deur wagenwijd open voor het falende kabinet-Wilders. Nu ze met lege politieke handen staat, probeert ze de volgende verkiezingen te winnen met het napraten van Telegraaf-gewauwel en gestook over antisemitisme en collega Frans Timmermans.

Bijna vermakelijk is de manier waarop ze haar blunders verbaal probeert toe te dekken. „Ik heb het verkeerde getal genoemd bij het verkeerde onderwerp”, zei ze destijds over dat nareizen. „Maar het waren geen doelbewuste leugens. Dat raakt me.” Ze had allerlei nareiscijfers door elkaar gehaald. „Dat is een fout en dat heb ik nooit zo bedoeld.”

Het klonk alsof er ook onbedoelde leugens zijn, maar dat zal ze wel niet bedoeld hebben. In de kwestie-Douwe Bob gebeurt iets soortgelijks: ze beschuldigt hem eerst van Jodenhaat, maar beweert later dat hij geen Jodenhater is („Ik denk het niet”), alleen Jodenhaat verspreidde. Ik denk dat ze haar beschuldiging nu half intrekt, zonder excuus overigens, omdat Bob met de dood bedreigd werd door een man, die straks voor de rechter ongetwijfeld zal zeggen dat hij het niet zo bedoeld had.

Zelf krijg ik het eigenaardige gevoel – en ik bedoel het ook nog – dat Yesilgöz zich steeds meer begint te gedragen als een soort stiefzusje van Donald Trump. Veel populistisch geblaat, weinig wol. Eerder radicaal-rechts dan gewoon rechts. Liever tendentieus getwitter en ander mediabewust geëtter dan serieuze politiek bedrijven. Gretig aanschuiven bij de vrijblijvende talkshow, maar het bij een lullig eigen videootje houden nadat een artiest bedreigd wordt dankzij jouw uitspraken.

Zo kom ik toch nog, ik kan het ook niet helpen, bij de grote Trump zelf terecht. Alsof daar vorige week nog niet genoeg over geschreven is. Achteraf besef ik vooral dat daar niet goed genoeg over is geschreven – ook niet door mij moet ik met enorme tegenzin toegeven. Wél door collega Sander Schimmelpenninck maandag in de Volkskrant, geef ik met nóg meer tegenzin toe.

Vorige week beschreef ik met een beginnend traantje in de ooghoek hoe Trump op een persconferentie empathisch gereageerd had op een BBC-journaliste uit Oekraïne wier man daar als soldaat vocht. Ze smeekte Trump om meer Patriots opdat Oekraïne zich beter kon beschermen tegen Poetins luchtaanvallen. Hij zou zijn best doen, beloofde Trump: „Ik kan zien dat het u veel doet.”

Enkele dagen later blijkt hoeveel het Trump doet: niksnothing. Hij gaat minder wapens leveren aan Oekraïne. Poetin mag zijn gang gaan, Oekraïne kan barsten. Het charme-offensief van Rutte heeft niets geholpen, we zijn, onze sneue koning en koningin incluis, voorgelogen door de machtigste oplichter van de wereld. „Nog steeds wordt Trump onderschat”, schreef Schimmelpenninck, „Ruttes toneelspel was geen kunststukje, maar een maffiose vernedering.”

Ja, Trump is de maffiabaas die in de film Scarface zegt: „I always tell the truth even when I lie.