N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Landbouw EU Tegelijk met een nieuw gentech-voorstel presenteerde Eurocommissaris Frans Timmermans een volgens critici ‘tandeloos’ plan voor betere bodemkwaliteit. Is dat om de Natuurherstelwet te redden?
Met een langverwacht voorstel voor het toestaan van genetische plantbewerking deed Eurocommissaris Frans Timmermans deze woensdag een handreiking naar Europese boeren. Als het aan Brussel ligt, wordt het in de toekomst mogelijk om bepaalde genetisch aangepaste gewassen te telen. Het is voor een flinke groep boeren een langgekoesterde wens, maar stuit onder milieuorganisaties traditioneel op felle weerstand.
Het voorstel komt op een pikant moment, nu de consequenties van klimaatbeleid voor de landbouw in Brussel onder een vergrootglas liggen en de weerstand tegen sommige maatregelen groeit. Vooral tegen de zogeheten ‘natuurherstelwet’, die de kwaliteit van natuur in Europa moet verbeteren. Het ‘gentech’-voorstel is ook te zien als een manier om die weerstand weg te masseren bij boeren en hun verdedigers.
Lees ook EU-lidstaten akkoord met natuurherstelwet, Nederland blijft tegen
Die groeiende weerstand zorgt er ook voor dat een langverwacht voorstel voor het verbeteren van de bodemkwaliteit in Europa erg blijkt te zijn afgezwakt. In plaats van de nieuwe verplichte normen voor bodemkwaliteit die verwacht werden, komt er nu slechts een verplichting om de bodemkwaliteit beter te monitoren en waar mogelijk te verbeteren.
Het versoepelen van de regels rond gewassen die genetisch zijn aangepast betekent een breuk in Europa. Anders dan in sommige andere werelddelen, gelden in de EU zeer strenge regels voor de toelating van zulke gewassen, die langer houdbaar gemaakt zijn. Reden is onder meer onzekerheid over langetermijngevolgen, en de vrees om grote zaadveredelaars te veel macht te geven over wat nog geteeld wordt. Het betekende de afgelopen jaren dat zulke ‘GMO’s’ in de EU niet of nauwelijks geteeld werden, en in sommige EU-landen zelfs helemaal verboden waren.
De nieuwe regels die Brussel nu voorstelt richten zich specifiek op een nieuwe vorm van genetische aanpassingen, die algemeen als een ‘lichte’ variant worden gezien. Met nieuwe technieken kunnen in planten bepaalde eigenschappen worden toegevoegd of juist uitgeschakeld, zodat ze bijvoorbeeld resistenter worden tegen ziektes of droogte. Als zo een gewas ontstaat dat ook via ‘klassieke’ veredelingstechnieken tot stand had kunnen komen, kan het in de toekomst een stuk gemakkelijker op de Europese markt komen.
Timmermans benadrukte woensdag hoezeer de versoepeling past in de vergroening van de landbouw. „Boeren zullen straks nieuwe, veerkrachtigere gewassen hebben om hun gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te verminderen”, aldus de Eurocommissaris. Daarnaast moet het boeren helpen met gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte.
Critici vrezen juist dat gewassen resistenter worden tegen pesticiden en dat het gebruik daarvan dus juist zal toenemen. Zij vrezen bovendien dat meer gewassen in Europa gepatenteerd worden, waardoor de macht van grote bedrijven groeit en de diversiteit van gewassen afneemt.
Tegelijk presenteerde Timmermans woensdag een plan om de bodemkwaliteit in Europa te verbeteren. Ook naar dit voorstel werd lang uitgekeken – anders dan voor water en lucht zijn er in Europa voor de bodemkwaliteit geen bindende normen. Die leken er nu wel te komen, maar in het voorstel van woensdag blijft het uiteindelijk bij de verplichting de staat van de bodem beter te gaan monitoren.
Hardere regels voor bodemverbetering liggen in Europa uiterst gevoelig. Een eerder voorstel van de Europese Commissie dat lidstaten verplichtte om meer te doen voor hun bodem kon vijftien jaar geleden rekenen op fel verzet vanuit onder meer Duitsland, Frankrijk en Nederland. Het plan werd uiteindelijk ingetrokken.
Met de woensdag gepresenteerde wetgeving leek Brussel een nieuwe poging te gaan doen met meer bindende bodemregels te komen, maar uiteindelijk ontbreken in het voorstel harde normen. In plaats van de geplande ‘bodemgezondheidswet’ werd het uiteindelijk een ‘bodemmonitoringswet’. Timmermans ontkende woensdag desgevraagd dat dat te maken zou hebben met de groeiende weerstand tegen de ‘Green Deal’. Hij benadrukte dat het doel blijft staan dat alle Europese bodem in 2050 in gezonde staat verkeert.
Dat bindende afspraken ontbreken levert volgens GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout een „tandeloos voorstel” op. VVD-Europarlementariër Jan Huitema noemt het juist positief „dat er genoeg ruimte is voor nationale en lokale invulling als het gaat om bodemmanagement.” De woensdag gepresenteerde voorstellen worden de komende maanden besproken door Europarlementariërs en EU-lidstaten, waarna duidelijk zal worden hoe de wetgeving in de praktijk zal worden ingevoerd.
BODEMGESTELDHEID
Europese bodem ligt er slecht bij
Europa kent richtlijnen voor schone lucht en schoon water, maar de bodem is er in de Brusselse wetgeving altijd bekaaid van afgekomen. Al jaren wijzen experts op het belang van een goede bodemgesteldheid voor klimaat, biodiversiteit en volksgezondheid. Maar het werd beschouwd als een zaak van de lidstaten zelf.
Dat is niet terecht. Zo’n 60 procent van de Europese bodem is er slecht aan toe. Het Europees Milieuagentschap heeft 2,8 miljoen plekken aangewezen waar de bodem ernstig vervuild is. En uit onderzoek blijkt dat in veel gebieden de bodemgesteldheid alleen maar verder achteruitgaat. De schade daarvan, vooral in de vorm van waardeverlies, wordt door de Europese Commissie geschat op 50 miljard euro per jaar.
In de aardse bodem ligt bijvoorbeeld zo’n 3 tot 3,5 keer meer koolstof opgeslagen dan in de atmosfeer. Door erosie – als gevolg van ontbossing, verdroging of eindeloos omploegen van landbouwgrond – komt een deel daarvan vrij. Dat heeft grote gevolgen voor de opwarming van de planeet.
Maar de bodemgesteldheid gaat over veel meer dan erosie en klimaatverandering. Ook door toenemende verzilting, verontreiniging, inklinken, uitdrogen en verlies van organische stoffen en biodiversiteit gaat de kwaliteit van de Europese bodem achteruit. In een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Soil Security noemt onderzoeker Irene Heuser de bodem „een niet hernieuwbare grondstof”.
Een ‘bodemstrategie’ past in de Europese Green Deal. In een rapport uit 2019 beschreef het IPCC, het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties, „duurzaam bodemgebruik” als een van de snelste en goedkoopste maatregelen om de uitstoot van CO2 tegen te gaan. Een gezonde bodem levert bovendien een belangrijke bijdrage aan klimaatadaptatie, de noodzakelijke aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Een gezonde bodem kan veel meer water opnemen en daardoor overstromingen in toom houden en aardverschuivingen voorkomen.
De Europese Commissie deed in 2021 een voorstel voor een bodemstrategie die ervoor zou moeten zorgen dat Europa volop kan „profiteren van de voordelen van een gezonde bodem voor mens, voedsel, natuur en klimaat”. Zo’n strategie moet een belangrijk sluitstuk worden van de Green Deal. Milieuorganisaties, en ook multinationals als Unilever en Nestlé, pleiten daarom voor duidelijke en strenge wetgeving.
Zo wees oud-staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66), tegenwoordig vicevoorzitter van het World Resources Institute, vorige week in de Financial Times op het grote belang van een gezonde bodem. Daarvoor zijn volgens haar heldere Brusselse maatregelen en een „ambitieuze implementatie” daarvan essentieel.
Paul Luttikhuis