Altijd de tweede man en het symbool van Duitse zuinigheid

In 1972 maakte Wolfgang Schäuble, destijds dertig jaar oud, zijn entree in de Bondsdag. Dinsdagavond overleed Schäuble in het harnas. Tot zijn dood op Tweede Kerstdag was hij 51 jaar lang onafgebroken christen-democratisch parlementariër, eerst in het West-Duitse Bonn en daarna in Berlijn. Als rechterhand van kanselier Helmut Kohl, minister van Binnenlandse Zaken, CDU-voorzitter, minister van Financiën en later voorzitter van de Bondsdag was Schäuble zo’n veertig jaar één van invloedrijkste personen in de Duitse politiek.

Tot zijn teleurstelling werd Schäuble nooit kanselier, of Bondspresident, maar bleef hij altijd de tweede man. In de jaren negentig was hij de gedoodverfde opvolger van Kohl, wiens vertrouweling hij jarenlang was, maar gedraai over een gift van 100.000 Duitse mark cash van een wapenleverancier kostte hem de nominatie. Angela Merkel, die door Schäuble zelf tot ondervoorzitter van de CDU was benoemd, streefde hem nietsontziend voorbij. Vervolgens passeerde Merkel hem toen er een staatshoofd moest worden gekozen – maar ze deed een beroep op hem als minister van Binnenlandse Zaken (2005-2009) en als minister van Financiën (2009-2017). In Duitsland wordt Schäuble gezien als een politiek zwaargewicht, een man met grenzeloze toewijding ondanks zijn gefnuikte ambities. De Süddeutsche Zeitung neemt woensdag afscheid van ‘de dienaar van de staat’.

Internationaal is Schäuble meer dan wie ook het symbool van de Duitse zuinigheid, die hij als minister van Financiën onzachtzinnig aan andere landen oplegde. Tijdens de eurocrisis had hij Griekenland het liefst uit de EU gewerkt, en toen dat – mede door ingrijpen van Angela Merkel – niet lukte, dwong Schäuble de linkse regering in Athene een harde neoliberale koers op. Dat de Grieken daar niet voor hadden gestemd, deed niet ter zake.

Democratie of Europese solidariteit, zo was het beeld dat veel Europeanen destijds hadden van de Duitse koers onder Schäuble, waren ondergeschikt aan het voldoen aan financiële regels. In eigen land werd Schäuble echter vooral geprezen om zijn onverbiddelijke houding. De krant Handelsblatt noemde hem in die tijd de ‘Kanzler der Vernunft’.

Zwarte nul

Ook in eigen land predikte Schäuble zuinigheid, en schreef hij als minister van Financiën (2009-2017) meerdere jaren achtereen zwarte cijfers. De ‘zwarte nul’, het begrotingsevenwicht, was voor hem zo belangrijk dat zijn ambtenaren, in het zwart gekleed, bij zijn afscheid in 2017 een grote zwarte nul vormden om zich zo als eerbetoon te laten fotograferen.

In de jaren tachtig bestierde Schäuble, die in 1942 werd geboren in het Zuid-Duitse Freiburg im Breisgau, het Kanzleramt onder Helmut Kohl. Als minister van Binnenlandse Zaken (1989-1991) onderhandelde hij namens de oude Bondsrepubliek over de hereniging met vertegenwoordigers van de DDR.

Angela Merkel legt de eed als bondskanselier af voor parlementsvoorzitter Schäuble, 14 maart 2018.
Foto Odd Andersen/AFP

Tijdens een verkiezingsavond in oktober 1990 werd Schäuble neergeschoten door een psychotische man. Bij de aanslag werd hij in zijn kaak en in zijn rug geraakt; hij hield er een dwarslaesie aan over en zat voortaan in een rolstoel. Zijn politieke carrière zette hij er amper voor stil.

In 1991 pleitte hij er vurig voor om Berlijn in plaats van Bonn tot hoofdstad van het herenigde Duitsland te maken, als belangrijk gebaar aan de burgers in de nieuwe, Oost-Duitse deelstaten. „In de oude Bondsrepubliek”, zei Schäuble in juni 1991, „kan niet alles blijven zoals het was, ook niet in Bonn.” Even belangrijk vond Schäuble dat Berlijn het symbool zou zijn van een verenigd Europa, niet langer gescheiden door het IJzeren Gordijn.

Overtuigde Europeaan

Schäuble, die altijd in zijn geboortestreek vlakbij Frankrijk bleef wonen, zag zichzelf als een overtuigde Europeaan. Veel internationale critici betwijfelen echter of zijn rol in de eurocrisis de EU, en Duitsland, goed heeft gedaan. Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde, vergeleek Schäuble Rusland met Nazi-Duitsland, en de annexatie van de Krim met de Duitse annexatie van het Sudetenland in 1938. Angela Merkel floot hem terug, en ook de SPD en de oppositiepartijen bekritiseerden Schäuble hard om zijn uitspraken.

In een interview in NRC noemde Schäuble-biograaf Hans Peter Schütz hem „ein knallharter Mensch” en „loyaal aan kwesties, niet aan mensen”. Schäuble was een scherp denker en spreker, niet zelden neerbuigend naar gesprekspartners. Af en toe kon er een snedig grapje vanaf en naarmate hij ouder werd, kon hij ook wat vaker om zichzelf lachen. Over zijn rolstoel maakte hij liever zelf een opmerking dan dat hij dat aan anderen overliet.

Zelf zag Schäuble zich graag als een soort Sisyphus. „Het gaat vooruit, dan weer achteruit. Maar het voortdurende streven om de steen de berg op te rollen, dat is politiek”, aldus Schäuble in een citaat dat de Süddeutsche Zeitung optekende. Maar, vervolgde Schäuble, volgens Albert Camus was Sisyphus een gelukkig mens. „En ik ben dat ook.”


Lees ook
dit profiel uit 2017

Schäuble tijdens een informele bijeenkomst van de Eurogroep in Estland.