Enkele voormalige kopstukken van de Partij van de Arbeid zijn het oneens met het standpunt van de GroenLinks-PvdA-fractie in de Tweede Kamer om een een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen. Op het PvdA-congres van zaterdag in Nieuwegein, willen ze een motie indienen om dit standpunt te „heroverwegen”.
Buitenlandwoordvoerder en Kamerlid Kati Piri diende donderdag een motie in, die geen meerderheid in het parlement haalde. Daarin pleitte ze voor een stop op de levering van wapens – inclusief de onderdelen die Nederland levert voor het Israëlische raketschild Iron Dome, dat burgers beschermt tegen inkomende raketten.
Onder meer Lodewijk Asscher, Job Cohen en Ad Melkert schrijven dat „het wegvallen van de raketverdediging door gebrek aan onderdelen zou kunnen leiden tot tienduizenden extra onschuldige burgerslachtoffers”.
„Op basis van zowel internationaal recht als het beginsel van internationale solidariteit” vinden ze dat de PvdA zich altijd aan de kant van „onschuldige burgers” moet plaatsen. Daarom is „ter bescherming van de bevolking” Nederlandse wapensteun aan Israël „nodig”. De indieners verzoeken het partijbestuur „afstand te nemen van de motie-Piri”.
Ophef
Piri zelf zei eerder op vrijdag tegen NRC dat „Israël altijd al een splijtzwam binnen de PvdA” was. „Met zijn aanval op Iran is de Israëlische premier Netanyahu begonnen aan een nieuw roekeloos avontuur. Israël kan Iran bombarderen omdat het raketschild hen grotendeels beschermt tegen Iraanse raketten. Daarom kunnen we niet langer volhouden dat het leveren van onderdelen voor de Iron Dome alleen levens redt, en geen mensenlevens kóst.”
Over de ophef die rond de motie ontstond zei Piri: „soms moet je in de politiek leiderschap tonen, in plaats van je alleen maar druk te maken over mogelijke ophef.”
Lees ook
Kati Piri over rel rond Israëlisch raketschild: ‘Ik baal ervan dat rechts hiermee de aandacht kan afleiden’
De pro-Palestijnse activist Mahmoud Khalil is vrijdagavond Amerikaanse tijd vrijgelaten na meer dan drie maanden te hebben vastgezeten, melden internationale persbureaus. Een rechter had eerder op de dag zijn vrijlating uit een afgelegen ICE-detentiecentrum in de staat Louisiana bevolen.
De aan de Columbia University afgestudeerde Khalil was een van de leiders van de protesten op Amerikaanse universiteiten tegen de oorlog in Gaza. Hij werd in maart gearresteerd door de Amerikaanse immigratiedienst ICE en dreigde, ondanks dat hij niet werd beschuldigd van een wetsovertreding, het land uit te worden uitgezet.
President Trump sprak op zijn platform Truth Social van „pro-terroristische, antisemitische, anti-Amerikaanse activiteiten” en maakte hem een symbool van zijn beleid om studenten die meededen aan pro-Palestijnse protesten te deporteren. Khalil had een permanente verblijfsvergunning, maar die werd na zijn arrestatie ingetrokken.
Meerdere rechters hebben zich over de zaak gebogen. Zo mocht hij eerst wel de VS uit worden gezet, maar stak een andere rechter daar later een stokje voor. Vorige week oordeelde een rechter in New Jersey al dat de regering van Donald Trump hem met de detentie van zijn vrijheid van meningsuiting berooft.
En vrijdag besloot dezelfde rechter dat Khalil zijn proces in vrijlating mag afwachten, omdat de resterende aanklachten over onder meer „fouten in zijn aanvraag voor een permanente verblijfsvergunning” zijn detentie niet rechtvaardigen. Het is volgens de rechter „zeer, zeer ongebruikelijk” dat de regering een legale inwoner van de VS vasthoudt, waarvan het „onwaarschijnlijk is dat hij gaat vluchten” en die niet beschuldigd is van „enige vorm van geweld”.
„Het recht heeft gezegevierd, maar het heeft veel te lang geduurd”, zei Khalil na zijn vrijlating. De detentie heeft hem naar eigen zeggen „een andere blik gegeven op dit land dat claimt kampioen mensenrechten, vrijheid en gerechtigheid te zijn.” De in Syrië geboren activist wil nu terugkeren naar zijn vrouw in New York en naar hun baby die tijdens zijn gevangenschap is geboren.
De regering van Trump kondigde vrijdagavond aan tegen de vrijlating van Khalil in beroep te gaan, meldt persbureau AP.
Lees ook
Op de campus van Columbia heerst angst: ‘We weten niet wat wel en niet mogelijk is’
Liveblog Amerikaanse politiek
Trump: VS hoeven zich zelf niet aan nieuwe NAVO-norm van 5 procent te houden
De Verenigde Staten hoeven zich van president Donald Trump zelf niet aan de nieuwe NAVO-norm van 5 procent te houden, zei hij vrijdag tegen journalisten.
„We hebben de NAVO zo lang gedragen, dus ik denk niet dat wij dat moeten”, zei Trump. „Maar ik denk wel dat de NAVO-landen dat moeten, absoluut.”
NAVO-baas Mark Rutte heeft na fel aandringen van Trump voorgesteld dat alle lidstaten 3,5 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie moeten gaan uitgeven en 1,5 procent aan zaken waar het leger ook van profiteert, zoals infrastructuur en cyberveiligheid.
De Verenigde Staten gaven vorig jaar 3,4 procent van hun bbp uit aan defensie, dus zitten al bijna aan het eerste deel van de nieuwe norm.
Verzet Spanje
Trump riep tegelijkertijd Spanje op het verzet tegen de verhoogde NAVO-norm te staken. „Ik vind dat Spanje moet betalen wat de rest betaalt”, zei hij. „Spanje is berucht omdat het zo weinig betaalt.”
Spanje geeft momenteel 1,3 procent van zijn bbp uit aan defensie, terwijl de huidige norm 2 procent bedraagt. De Spaanse premier Pedro Sánchez weigert in te stemmen met een verhoging van de norm, zoals Trump en Rutte graag willen.
Lees ook
Het gekruip voor Trump kan niet eindeloos doorgaan, ook niet tijdens de NAVO-top
Liveblog Amerikaanse politiek
Trump: VS hoeven zich zelf niet aan nieuwe NAVO-norm van 5 procent te houden
Het gaat om veiligheid en het gaat om geld, komende week op de NAVO-top in Den Haag. Maar het gaat inmiddels ook om waardigheid en fatsoen. Vanaf het begin van zijn presidentschap heeft Donald Trump laten zien dat er weinig is waaraan hij als staatshoofd van het belangrijkste land ter wereld géén lak heeft. Diplomatieke mores, gerechtelijke uitspraken, basale burgerrechten, internationale akkoorden, militaire toezeggingen, adviezen van de eigen inlichtingendiensten: het gaat allemaal in rap tempo overboord. Behalve voor zijn eigen ego en voor politieke bullebakken – ‘sterke leiders’ als de Russische president Vladimir Poetin – lijkt Trump voor weinig respect te hebben.
Regeringsleiders uit de hele wereld wringen zich al maanden in allerlei bochten om de Amerikaanse president niet tegen zich in het harnas te jagen en, idealiter, te bewegen tot verstandig en redelijk beleid op het internationale toneel. Het enige wat ze er tot nu toe voor hebben teruggekregen zijn klappen in het gezicht. Trump legde hoge handelstarieven op aan bevriende naties. Rusland werd hierbij juist ontzien. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky werd in het Witte Huis vernederd. Trump en zijn entourage proberen actief en openlijk verkiezingen in Europa te beïnvloeden, ten faveure van populisten en nationalisten. Er wordt geflirt met territoriale expansie. En de NAVO, ooit opgericht als afschrikking van een externe vijand en om vrijheid en democratie te beschermen, wordt nu van binnenuit bedreigd door het machtigste lid van het militaire bondgenootschap.
Ook afgelopen week liet Trump weer zien dat hij bondgenoten naar believen schoffeert en negeert. Hij vertrok voortijdig van de G7-top in Canada, zonder oog voor gastheer, gasten of de enorme thema’s die op tafel liggen, zoals, om maar wat te noemen, een wereldwijde handelsoorlog. Een G7-verklaring over Iran werd op zijn aandringen gewijzigd en aangescherpt, maar dat leverde geen bonuspunten op: de Amerikaanse president vertrekt wanneer het hem behaagt. Op weg naar Washington volgde een denigrerende sneer naar de Franse president Macron die er niets van zou begrijpen. „Emmanuel zit er altijd naast.” Trump riep, via sociale media, ook op tot een volledige evacuatie van Teheran, alsof hij op het punt stond om een stad van 9 miljoen mensen in de as te laten leggen. En dit was nadat Trump al had gezegd dat Rusland weer tot de G7 toegelaten zou moeten worden, alsof Poetin een beste kerel is.
Dit is niet het gedrag van een wereldleider, maar van een geopolitieke pyromaan. Eentje die in Den Haag met alle egards zal worden ontvangen, de stad gaat er om veiligheidsredenen zelfs vergaand voor op slot. Met het risico dus dat Trump het na een halve dag welletjes vindt en het vliegtuig naar huis neemt. Hoe om te gaan met zoveel politiek-diplomatieke vernielzucht?
Trump wil graag de geschiedenis ingaan als de man die minder oorlog bewerkstelligde. „De nalatenschap die mij het meest met trots vervult, zal die van een vredestichter en vereniger zijn”, zei hij tijdens zijn inaugurele speech in januari. Hij zal echter de boeken ingaan, die conclusie kan nu al worden getrokken, als de president die de internationale orde vernielde en daarbij weinig maalde om mensenlevens. Het stilzetten van USAID leidt tot tienduizenden extra doden. Het matigen van de steun aan Oekraïne op een cruciaal moment in de oorlog kost extra mensenlevens, omdat Poetin het gevoel heeft gekregen dat hij straffeloos zijn gang kan gaan. De aanvallen op Oekraïne, en vooral ook op burgerdoelen in het land, gaan onverminderd door. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft het door Trump beleden isolationisme als groen licht geïnterpreteerd om verder zijn gang te gaan in het Midden-Oosten, na eerder al in Gaza, Libanon en Syrië, nu ook in Iran. Het leger dat Trump naar eigen zeggen niet langer in de wereld wenst in te zetten, wordt intussen in stelling gebracht tegen de eigen Amerikaanse bevolking.
De vraag is natuurlijk of dat isolationisme ooit wel heeft bestaan, want ook dat is Trump: onvoorspelbaarheid. „Misschien doe ik het, misschien niet. Niemand weet wat ik ga doen”, reageerde hij deze week op de vraag of de VS mee gaan doen met de oorlog tegen Iran. Zijn inaugurele woorden blijken niets waard. Dat wil zeggen: deze week. Volgende week is het weer anders. De wens van Westerse leiders om Trump te plezieren en aan boord te houden is begrijpelijk, gezien de dominante rol van de VS in militaire en economische zaken. Tegelijkertijd kan de zelfvernedering ook niet oneindig doorgaan. Meelachen is één, kruipen voor de grote baas is van een andere orde. De NAVO-top is kortom ook een diplomatiek examen voor de aanwezige leiders. Zij moeten laten zien, ook richting de eigen landgenoten, dat ze er zelf ook nog toe doen.