Wat vindt NRC | Veelvliegers – neem je verantwoordelijkheid. Net als iedereen

Een paar weken strandvakantie op een tropisch eiland. Naar de poedersneeuw ver weg. Op werkbezoek in een Europese hoofdstad of familie opzoeken overzee. Veel mensen pakken wel eens het vliegtuig – soms of regelmatig. Of hebben dit in het verleden gedaan. Maar vliegen, zo is inmiddels wel bekend, is niet goed voor het milieu en werkt klimaatverandering in de hand. De belasting van een vliegreis is zelfs acht tot twaalf keer zoveel als dezelfde reis per trein. En draagt één tot vier keer zoveel bij aan het broeikaseffect als dezelfde reis per auto – afhankelijk van de afgelegde afstand.

Dit zijn harde cijfers, uitgerekend en op een rij gezet door Milieu Centraal, een deels door de overheid gefinancierde organisatie die onafhankelijk en praktisch advies geeft over duurzaamheid, energie en milieu.

In dat licht zijn de meest recente cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) behoorlijk wrang. Uit het rapport De Vliegende Hollander 2024 blijkt dat een kwart van de Nederlanders verantwoordelijk is voor driekwart van de vliegreizen die worden gemaakt. De helft van alle vliegreizen wordt zelfs gemaakt door slechts 13 procent van alle Nederlanders – de ‘veelvliegers’. Zij zijn dus verantwoordelijk voor een disproportioneel grote belasting van het milieu.


Lees ook

Aflevering 3: Rookgordijn

Aflevering 3: Rookgordijn

Want in dit onderzoek, dat een jaar omspande, vloog de helft van de vierduizend ondervraagde Nederlanders helemaal niet. Het totale aantal vliegreizen dat Nederlanders maken ligt rond de 15 miljoen per jaar, wat gemiddeld uitkomt op 1,1 vliegreis per persoon per jaar, maar in de praktijk dus heel ongelijk verdeeld is.

Extra interessant is dat de groep veelvliegers, mensen die minstens drie keer per jaar vliegen, niet alleen bovengemiddeld vaak in de hoogste inkomensgroep valt, maar ook vaak hoogopgeleid is. En hoogopgeleiden, zo is bekend uit ander onderzoek, maken zich veel zorgen over het klimaat, net als ouderen, vrouwen en mensen die in stedelijk gebied wonen. Tegelijk – ook onderzocht – handelt juist de groep hoogopgeleiden niet naar deze zorg: zij passen hun gedrag niet of nauwelijks aan.

Het wordt ook wel de ‘klimaatspagaat’ genoemd – het ene denken, het andere doen. Of ‘moral licensing’, een psychologisch proces waarbij mensen ‘slecht’ gedrag (bijvoorbeeld vliegen) proberen goed te praten door te benadrukken wat ze wel goed doen (de CO2-uitstoot compenseren, minder vlees eten, zonnepanelen hebben).

En zo kent de mens meerdere psychologische mechanismes om het eigen gedrag goed te praten – of in stand te houden. Nuttig om te overleven, funest als het gaat om het aanpakken van misschien wel de grootste dreiging van deze tijd: de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering die steeds nijpender worden.

Het is daarom zaak dat hoogopgeleide mensen ook zichzelf kritisch bevragen. Natuurlijk moet de overheid maatregelen nemen, en is het bedrijfsleven verantwoordelijkheid voor de eigen uitstoot. Maar dat ontslaat de individuele burger niet van zijn of haar plicht om ook het eigen gedrag onder de loep te nemen. Het tegengaan van de verdere opwarming van de aarde is een verantwoordelijkheid van ons allemaal.


Lees ook

Minder vliegen, minder vlees, verwarming lager: de één vindt dat het nog beter moet, de ander vindt dat je nergens meer van mag genieten. Waarom zijn we zo verdeeld?

Minder vliegen, minder vlees, verwarming lager: de één vindt dat het nog beter moet, de ander vindt dat je nergens meer van mag genieten. Waarom zijn we zo verdeeld?