Na een schietoefening van de Duitse landmacht met achttien vrijwel nieuwe infanteriegevechtsvoertuigen zijn alle achttien uitgevallen. Het model met de naam Puma begon als een prestigeproject, maar lijkt uit te monden in een debacle. Het pantservoertuig van de Duitse wapenfabrikanten Krauss-Maffei-Wegmann en Rheinmetall is het duurste ter wereld en zou ook het modernste en het beste moeten zijn. Nu blijkt het niet eens een reeks oefeningen te kunnen doorstaan, laat staan gevechtsklaar te zijn.
Het haperende voertuig is een nieuw hoofdstuk in de litanie over het Duitse leger en zijn materieel. Door jarenlange bezuinigingen en bijzonder gebureaucratiseerde aanbestedingsprocedures kampt het leger al jaren met tekorten. Militairen kunnen niet eens worden uitgerust met een helm en een lange onderbroek; militairen die op missie gaan moeten naar verluidt hun uitrusting lenen van andere bataljons. Duitse munitiemagazijnen zijn nagenoeg leeg. Met de door bondskanselier Olaf Scholz verkondigde Zeitenwende moet verandering komen in de haveloze staat van het Duitse leger.
De Puma is een erfenis van voorgaande regeringen. Het voertuig werd ontwikkeld om de verouderde Marder uit de jaren zeventig te vervangen – alle Duitse modellen krijgen de naam van een roofdier. Het leger bezit nu ongeveer 350 Puma’s, die vanaf 2015 werden geleverd. Van meet af aan werd duidelijk dat ze allerlei technische problemen hebben, en ook het vernieuwde model, waar de oefening mee werd uitgevoerd, voldoet dus nog niet.
Minister Christine Lambrecht (Defensie, SPD) kondigde maandag aan dat voorlopig geen nieuwe Puma’s worden aangeschaft en dat ook de bestaande Puma’s niet gemoderniseerd worden. De hoop dat de 350 stuks van het Duitse leger op den duur wel naar behoren zullen werken is klein.
Voor Duitsland komt de sputterende Puma op een ongelegen moment. Komend jaar krijgt Duitsland de leiding van de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF), de zogenoemde flitsmacht van de NAVO. De Puma zou deel uitmaken van de Duitse afvaardiging; nu moet nog eens een beroep worden gedaan op de Marders.
De vicevoorzitter van de CDU/CSU-fractie Johann Wadephul noemde de Puma in de Frankfuter Allgemeine Zeitung een „nachtmerrie voor de landmacht” en een „blindganger van Duits ingenieurwerk”. De Süddeutsche Zeitung noemde het niet-functioneren van de Puma een „catastrofe”.
Een explosieve onthulling heeft een breuk veroorzaakt binnen de Russische oppositie die zijn weerga niet kent. De aanslag op Aleksej Navalny’s rechterhand Leonid Volkov afgelopen voorjaar is mogelijk gepleegd door een goede bekende in Russische oppositiekringen. Vorige week publiceerde het FBK, de anticorruptieorganisatie van de in Russische gevangenschap gestorven oppositieleider Navalny een onderzoek waarin zij dat stellen.
Volkov werd in maart door onbekenden aangevallen met een hamer bij zijn woning in Vilnius en raakte ernstig gewond. Algemeen werd aangenomen dat het Kremlin achter de aanslag zat. Tot Volkov een geheimzinnig telefoontje kreeg. Volgens de beller, die zich bekendmaakte als ‘fixer’ Andrei Matus, was de opdrachtgever achter de aanslag niemand minder dan de steenrijke Russische zakenman, Poetin-criticus en filantroop Leonid Nevzlin.
Liefdadigheidsprojecten
De 64-jarige Nevzlin is de voormalig zakenpartner en vertrouweling van ex-oligarch Michail Chodorkovski, die tussen 2003 en 2013 in Rusland gevangen zat en na zijn vrijlating uitgroeide tot leider van de Russische oppositie in ballingschap. De in Israël woonachtige Nevzlin is een bekende figuur in Russische oppositiekringen en financiert met zijn miljarden oppositie- en liefdadigheidsprojecten. Is deze man, die door Chodorkovski eens „meer dan familie” werd genoemd, in werkelijkheid een Kremlin-agent?
Het onderzoek nam een nog verbijsterender wending, toen Matus beweerde dat Nevzlin in contact zou staan met hoge FSB-functionarissen en in ruil voor veel geld informatie kreeg over Navalny’s verblijf in de Russische strafkampen. Nevzlin zou corrupte Russische functionarissen een half miljoen dollar hebben betaald voor die informatie. De conclusie van het FBK: „Leonid Nevzlin is een gevaar voor zijn omgeving en mentaal instabiel.”
Ruziën op X
De onthulling sloeg in als een bom. ‘Nevzlin-gate’ is al dagen het onderwerp in de journaals en talkshows van Russische oppositiemedia en op de YouTube-kanalen van bekende Russische dissidenten wordt over niets anders gepraat. FBK-leden ruziën op X met andere oppositieleden, die twijfelen aan Nevzlins schuld. Ook Europese politici en commentatoren roeren zich. De Litouwse president Gitanas Nauseda liet donderdag weten de zaak nauw te volgen en Volkov en de vele andere Russische ballingen die zijn land huisvest, te zullen steunen. De Litouwse politie is een onderzoek gestart.
Lees ook
Juist vanwege het ontbreken van Navalny draagt de gevangenenruil tussen Rusland en het Westen een zwarte rand
Nevzlin was de eerste om de aantijgingen te ontkennen en onafhankelijk onderzoek te eisen. Voor politiek leider Chodorkovski is de zaak rond zijn vriend een uiterst pijnlijke. Hij reageerde terughoudend over diens mogelijke banden met de Russische geheime dienst: „Of het is waar, wat zou betekenen dat Leonid Nevzlin gek geworden is. Of het is een provocatie van de FSB [de Russische geheime dienst, red.] en dus een nepzaak, waar iemand veel geld aan uitgegeven heeft.”
Het feit dat FBK de zaak plompverloren in de openbaarheid bracht en de resultaten van het politieonderzoek niet afwachtte, leidt tot verontwaardiging. Dat het FBK zich nooit heeft willen aansluiten bij pogingen van Chodorkovski om de Russische oppositie te verenigen, is voer voor speculaties dat het om een politieke afrekening gaat. Anderen zijn ervan overtuigd dat zaak een opzetje is van de Russische geheime dienst.
Politieke afrekening
In een nieuwe wending hield Polen op donderdag een nieuwe dader achter de aanval aan, Anatoli Blinov. Duidelijk is dat de zaak de geslagen en ruziënde Russische oppositie opnieuw een harde klap toebedeelt. De nog altijd in Rusland werkzame politicus Joelia Galjamina vatte de ergernis over de kwestie samen in gesprek met Deutsche Welle. „Weer wekt de Russische oppositie de indruk alleen maar met zichzelf bezig te zijn, in plaats van gewone Russen te ondersteunen en de oorlog in Oekraïne te beëindigen.”
Op de Millennium-brug middenin Londen vergapen toeristen zich aan het uitzicht over de Theems, aan de St. Paul’s kathedraal en de tientallen wolkenkrabbers. Onder hen buigen plukjes fanatieke Britten zich over de stenen kiezels aan de oever van de rivier. En vooral over wat daar verder tussen het grind ligt. Gekleurde scherfjes draaien ze om, stukjes bot plukken ze tussen de stenen uit.
Ze zijn aan het mudlarken, zoals het zoeken naar historische schatten in het Verenigd Koninkrijk heet. Na een uurtje scharrelen spreiden ze hun vondsten uit op het zand naast de Theems. Het zijn scherven van wat ooit borden, suikerpotten en kleipijpjes waren, uit de Victoriaanse tijd of de Middeleeuwen.
Naderhand laten ze alles liggen, zodat de rivier straks bij hoog water de scherven weer wegspoelt. Iets meenemen is verboden en ze mogen alleen mudlarken omdat ze hier als groep zijn met de Thames Explorer Trust, een non-gouvernementele organisatie die de rivier helpt beschermen. Mudlarken langs de Theems is de afgelopen jaren zo populair geworden dat de Havenautoriteit Londen het afgeven van individuele vergunningen voor onbepaalde tijd heeft stopgezet. Het aantal mudlarkers werd te groot.
Afdruk van een voet
Een van de bekendste mudlarkers in het VK is Lara Maiklem. Ze struint al meer dan twintig jaar langs de oevers van de Theems en deelt haar bijzonderste vondsten online met haar bijna 140.000 volgers. Een houten kam uit de Middeleeuwen, een leren schoen uit de achttiende of negentiende eeuw, een Franse munt van 25 cent met een rond gaatje erin. „Het vinden van een schoen blijf ik heel bijzonder vinden. Je ziet de afdruk van de tenen er nog in zitten, dat maakt het persoonlijk, het voelt echt alsof je verbinding met vroeger maakt.”
Maiklem is het eens met de ingelaste stop voor vergunningen, omdat het aantal was gestegen van ongeveer 250 vergunningen vóór de coronapandemie naar zo’n 5.000 daarna. „Het was ook wel heel gemakkelijk om zo’n vergunning te krijgen. Je kon hem zo ongeveer tegelijk met je metrokaart kopen. Prima dat ze nu proberen zicht te krijgen op wie die vergunningen echt gebruikt.” De Havenautoriteit zou deze herfst met een update komen, zegt Maiklem, en de vraag is of ze het hele vergunningensysteem opnieuw gaan inrichten.
Al lijkt mudlarken een onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op
Want al lijkt mudlarken een vriendelijke en onschuldige hobby voor amateurarcheologen, de emoties in het wereldje lopen soms hoog op. Er is een kleine club van vijftig mudlarkers die een speciaal soort vergunning hebben, waarmee ze de rivier grondiger mogen onderzoeken dan degenen met een ‘gewone’ vergunning. Zij mogen aan sommige delen van de oever wel tot 1,3 meter diep graven, met een gewone vergunning is hooguit 7,5 centimeter toegestaan. Maiklem: „Niet de dagjesmensen brengen de meeste schade toe, maar ironisch genoeg degenen met een bijzondere vergunning. Door het afgraven kalft de stevige oever af en de golfslag van boten versterkt dat effect. Die vergunning zou moeten worden afgeschaft.”
Voor die mening krijgt Maiklem het online zwaar te verduren. En ze krijgt kritiek dat zíj eraan heeft bijgedragen dat mudlarken nu zo populair is. In haar berichten op sociale media vraagt Maiklem vaak of iedereen het respectvol wil houden. Voor het boek dat ze dit jaar schreef over mudlarken en wat dat haar brengt – kalmte, verbinding met de natuur en de elementen – sprak ze met andere niche-hobbyisten. Vogelaars bijvoorbeeld maken hetzelfde soort territoriale gedrag mee: „Mensen worden bezitterig en laten liever geen nieuwelingen tot hun geliefde hobby toe.”
Te koop op Etsy
Rivieren zijn altijd belangrijke dumpplaatsen geweest voor de bewoners van hun oevers. De oorspronkelijke mudlarks waren in het Victoriaanse tijdperk de armen, die in de modder langs de Theems speurden naar spullen die ze nog konden gebruiken of verkopen. Brokken steenkool, stukken koper of nog goede lappen stof.
Mudlarkers mét een vergunning mogen meenemen wat ze aan de oever vinden. Bij bijzondere gevonden objecten zijn ze verplicht die te melden bij het Museum van Londen, bijvoorbeeld als iets meer dan 300 jaar oud is, of als het waardevolle metalen bevat zoals goud en koper. Ongeveer 80 procent van de scharrelaars doet dat niet, bleek uit een peiling. En vondsten verkopen is wettelijk niet toegestaan.
Alleen gebeurt dat wel. Op online website Etsy, waar hobbyisten de producten van hun handenarbeid verkopen, is van alles te vinden dat ooit in de rivier heeft gelegen. Victoriaanse jampotjes, oude glazen wijnflessen, zakjes met losse blauw-witte scherven. Iemand met de gebruikersnaam RiverThamesMudlark vraagt 30 pond (ongeveer 35,60 euro) voor vier nog bijna gave kleipijpjes.
„Er zijn mensen die bewust erop uit trekken om voorwerpen op te halen. Sommige delen worden helemaal gestript”, zei Jane Sidell dit voorjaar tegen dagblad The Times. Sidell is archeoloog en hoofdinspecteur van Historic England, de overheidsinstelling die het cultureel erfgoed in Engeland bewaakt. Ze vermoedt dat zulke strooptochten ook in andere steden plaatsvinden, rond de Ouse in York en de Stour in Canterbury.
Maar voor veel Britten is mudlarken bij de Londense Theems aantrekkelijker, omdat daar al zo lang veel bedrijvigheid plaatsvindt – én omdat het een getijderivier is. Het water stijgt en daalt op sommige plekken wel met zeven meter. Daardoor ziet de oever er twee keer per dag anders uit en zijn er net weer andere voorwerpen te vinden. Lara Maiklem: „Er ligt tweeduizend jaar geschiedenis in verscholen. Ik hoef niet naar andere rivieren. De Theems is het voor mij.”
<dmt-util-bar article="4866479" headline="De tweeduizend jaar geschiedenis die langs de Theems verscholen ligt, trekt te veel mudlarkers” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/09/19/de-tweeduizend-jaar-geschiedenis-die-langs-de-theems-verscholen-ligt-trekt-te-veel-mudlarkers-a4866479″>
Je zou bijna denken dat het een makkelijke baan is: maar liefst 38 namen prijken op het stembiljet voor de presidentsverkiezingen in Sri Lanka die zaterdag beginnen. Wellicht is het enthousiasme te verklaren doordat dit de eerste échte verkiezingen zijn sinds het overwegend boeddhistische land twee jaar geleden door een diepe crisis ging. De winnaar moet de eilandstaat er weer bovenop krijgen. En: de corruptie nu écht uitbannen.
In 2022 werd de toenmalige president Gotabaya Rajapaksa gedwongen op te stappen, na maandenlange protesten tegen zijn financiële wanbeleid en de daarop volgende diepe economische crisis die het land doormaakte. Sri Lankanen hadden bovendien genoeg van de corruptie en het nepotisme die onder Rajapaksa gemeengoed was geworden. Terwijl burgers in de rij moesten voor brandstof en de ziekenhuizen kampten met medicijntekorten, schoven Gotabaya, zijn broer Mahindra, en andere familieleden elkaar al jaren politieke banen toe.
„Nu willen mensen echt verandering, niet dezelfde gezichten in de politiek”, stelt Nira Wickramasinghe, historica en professor in Modern South Asian Studies aan de Universiteit Leiden. „Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje. De demonstraties in 2022 waren uniek, Sri Lanka heeft geen geschiedenis van maatschappelijk protest. Er lijkt een soort volkspolitiek te zijn ontstaan, die we niet eerder hebben gehad.”
Na de hevige protesten koos het parlement in hoofdstad Colombo een tijdelijke opvolger als president: Ranil Wickremesinghe. Hij moest zo snel mogelijk de diepste economische problemen bezweren. Dat is hem deels gelukt: de eilandstaat staat er op papier beter voor dan twee jaar geleden. Toen was er een dramatische combinatie van inkomstenverlies in de toerismesector door de pandemie, hoge energiekosten na de Russische inval in Oekraïne en hoge inflatie. Die is nu sterk afgenomen, van 69 procent tot zo’n 5 procent. Dit jaar is een economische groei van ongeveer 2 procent voorspeld. Toch ervaren veel Sri Lankanen financiële problemen, zeker als zij buiten de drukbezochte toeristenbestemmingen wonen of werken.
Lees ook
Lees ook: Alleen China zag heil in de ontwikkelingsdrang van Sri Lanka
Zijn strenge bezuinigingen hebben Wickremesinghe impopulair gemaakt, maar ook zijn achtergrond speelt een rol. Net als zijn voorganger wordt hij gezien als onderdeel van de politieke elite. Hij komt uit de hoogste sociaal-economische klasse en ging in Colombo naar elitaire jongensscholen.
Kandidaat voor de demonstranten
In het overvolle veld wacht de huidige president een stevige strijd, peilingen in nationale media geven vooralsnog geen duidelijke winnaar aan. Na een splitsing in zijn eigen partij, wordt er oppositie tegen Wickremesinghe gevoerd door een oud-partijgenoot: Sajith Premadasa. Ook hij wil president worden. Premadasa belooft de Sri Lankaanse politiek op te schonen en wordt kansrijk geacht.
Maar er is een derde kandidaat, een outsider, die de steun lijkt te krijgen van mensen die zich aansloten bij de protesten tegen Rajapaksa: de linkse kandidaat Anura Kumara Dissanayake. Hij is de leider van de linkse alliantie National People’s Power, voortgekomen uit de in de jaren zestig opgerichte marxistische partij Janatha Vimukthi Peramuna. De JVP was nooit eerder aan de macht. Het matigde de marxistische toon en verbreedde de partij met hulp van linkse academici en activisten.
Veel kiezers hopen op een formeel vervolg op de protesten, via het stemhokje
Deze coalitie, NPP, wil corruptie aanpakken. Dissanayake belooft uitzonderingen op de zwaarste belastingen. Wat deze 55-jarige kandidaat verder populair maakt is dat hij niet uit de elite komt en niet in de regering zit. Die wil hij ook streng aanpakken: zowel de Rajapaksa-familie áls huidig president Wickremesinghe moet wat hem betreft vervolgd worden. Dat klinkt veel Sri Lankanen die gefrustreerd zijn over het uitblijven van straffen voor de Rajapaksa’s goed in de oren.
Intussen heeft de gehate familiedynastie de verkiezingen ook aangegrepen om de jongste telg verkiesbaar te stellen. Namal, 38, was in het verdreven kabinet van zijn oom Gotabaya Rajapaksa minister van Sport en Jeugd. Zijn kansen zijn nihil: er is nog te veel woede over zijn familie. Alan Keenan, Sri Lanka-expert van de International Crisis Group, denkt dat de familie met Namals deelname haar belangrijke rol in de politieke partij (Sri Lanka’s People Front) probeert te herstellen. Dat zou wellicht in een later stadium een comeback mogelijk maken.
Macht, geen ideologie
Juist zulke strategieën illustreren de focus op macht die in de voorbije decennia de politiek in Sri Lanka kenmerkte. „De partijen waren ideologisch gezien eigenlijk kleurloos, ze waren alleen maar bezig met macht en cliëntelisme”, zegt historica Wickramasinghe telefonisch. Tijdens een recent bezoek aan Sri Lanka merkte zij dat kiezers niet weer dezelfde gezichten willen. „Kiezers verlangen nu vooral verandering.”
Ook zij denkt dat de NPP er het best in is geslaagd de protestbeweging aan te spreken. „Daarmee kunnen ze heel veel stemmen binnenhalen.”
Lees ook
Een jaar na de massale protesten is de vooruitgang in Sri Lanka nog broos
Dit keer wegen de economische plannen van de presidentskandidaten zwaar mee in de stemkeuze, zo bleek onlangs uit een enquête onder de bevolking door onderzoekscentrum Law & Society Trust. Dat geldt voor kiezers uit de verschillende groepen die de bevolking van Sri Lanka vormen – de meerderheid van voornamelijk boeddhistische Sinhalesen, Tamils, en moslims. Opvallend is wel dat juist de spanningen tussen deze groepen,eerder de oorzaken van een burgeroorlog en geweldsuitbarstingen in het land, in deze campagne vrijwel onbesproken blijven.
Maar alle partijen van de drie koplopers, hadden een rol in dit bloedige verleden van Sri Lanka.
De opeenvolgende geweldsspiralen vormen nog steeds een onopgeloste kluwen in de Sri Lankaanse politiek en maatschappij. Een lange reeks onafhankelijke commissies en verzoeningsprojecten heeft slachtoffers en nabestaanden onvoldoende transparantie of resolutie gebracht, stellen maatschappelijke activisten. Politici houden elkaar uit de wind uit angst zelf verantwoording te moeten afleggen voor oorlogsmisdaden uit het verleden. Tamils voelen zich nog steeds achtergesteld.
Historica Wickramasinghe constateert dat de afwikkeling van Sri Lanka’s bloedige verleden het publiek nu weinig interesseert. „De partijen spreken goed over armoede, veel minder over minderheidsrechten of erkenning.” Deze onderliggende thema’s moeten ontegenzeggelijk „ooit worden aangepakt”. Maar bij deze stembusgang willen Sri Lankanen eerst andere problemen opgelost zien.