Opinie | Zaai geen nodeloze paniek: sta glyfosaat toe

Landbouw Tientallen wetenschappers zagen geen reden om het bestrijdingsmiddel te weren, schrijven en .
Akkers die behandeld zijn met Roundup, waar glyfosaat in zit.
Akkers die behandeld zijn met Roundup, waar glyfosaat in zit. Foto Fred Hoogervorst/ANP/Hollandse Hoogte

Vrijdag stemmen de lidstaten van de Europese Unie over het verlengen van de toelating van het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat tot de landbouw. Het Nederlandse kabinet wil zich onthouden van een voor- of tegenstem en geeft opdracht tot nieuw onderzoek. Dat laatste is van groot belang, maar er is geen reden om het middel te weren.

Glyfosaat wordt al een halve eeuw gebruikt om onkruiden te bestrijden. Het is breed werkend en effectief, waardoor boeren bijvoorbeeld niet of veel minder hoeven te ploegen. Daarmee voorkomen ze uitspoeling van voedingstoffen en uitstoot van broeikasgassen. Ook verbetert de bodemkwaliteit door het minder ploegen.

De ophef rond glyfosaat ontstond in 2015. Het IARC – een zelfstandig opererend agentschap voor onderzoek naar kankerverwekkende stoffen – liet weten dat glyfosaat vermoedelijk kanker veroorzaakt, met name een bepaalde vorm van kanker: non-hodgkinlymfoom. In de periode daarna konden tenminste twaalf toelatingsinstanties echter geen verband vinden tussen glyfosaat en kanker. Zelfs de moederorganisatie van het IARC, de Wereldgezondheidsorganisatie, zag in een gezamenlijke evaluatie met de Wereldvoedselorganisatie geen verband. Op advies van de EFSA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, werd de toelating van het middel in 2017 met vijf jaar verlengd.

Zowel de EFSA als het Europese agentschap voor chemische stoffen concludeerden deze zomer, na zeer uitgebreid onderzoek, dat er voor het gebruik door boeren van glyfosaat als middel om onkruiden te bestrijden geen „doorslaggevende redenen tot zorg” zijn voor de gezondheid van mens, dier en milieu. Op basis daarvan stelt de Europese Commissie nu voor om de toelating met nog eens tien jaar te verlengen.

Lees ook dit opiniestuk: Steeds meer parkinson: verleen geen vergunning voor glyfosaat

Giftigheid: dosis

Heel anders is het beeld in de media, die zich nogal eens schuldig maken aan cherry picking, waarbij ze zich laten leiden door alternatieve feiten van milieuorganisaties. Bekend is het verhaal van de tuinman die kanker zou hebben gekregen en ernstige brandwonden had opgelopen door jarenlang gebruik van glyfosaat. Het verhaal werd onlangs gretig gereproduceerd door Zembla en EenVandaag. Die brandwonden bleken het gevolg te zijn van een ongeluk, waarbij de man veel van het middel over zich heen had gekregen.

Zo’n voorbeeld zegt dus niks over het regulier gebruik van glyfosaat. Al zo’n vijfhonderd jaar weten we immers dat de giftigheid van een stof afhangt van de dosis: van een kilo zout gaan je nieren kapot, maar een beetje zout in ons eten doet geen kwaad. Bij een overdosis paracetamol ga je dood, maar houd je je aan de voorschriften dan is het een effectieve pijnstiller. Bestrijdingsmiddelen worden echter steevast aangeduid als ‘rotzooi’ en ‘landbouwgif’.

En de Monsanto Papers dan? Deze onthulde interne bedrijfsdocumenten worden gretig gebruikt door letselschadeadvocaten die in de Verenigde Staten talloze rechtszaken hebben aangespannen tegen de Amerikaanse producent van glyfosaat. Via advertenties werden mensen met non-hodgkinlymfoom uitgenodigd om deel te nemen aan collectieve rechtszaken. In eerste instantie met succes; multinational Bayer – eigenaar van landbouwchemiebedrijf Monsanto – bleek bereid om voor enkele miljarden te schikken. Maar bij gebrek aan wetenschappelijk bewijs is het middel nog steeds toegestaan in de VS. Bij de laatste zaak vond de rechter het niet eens de moeite om een jury op te roepen.

Bestrijdingsmiddelen worden steevast aangeduid als ‘rotzooi’ en ‘landbouwgif’

In Nederland richt de discussie zich ook op de rol van glyfosaat bij het ontstaan van de ziekte van Parkinson. Aanjager van die discussie is de Nijmeegse neuroloog Bas Bloem. In NRC staafde hij onlangs zijn bewering dat parkinson wereldwijd de snelst groeiende hersenziekte is door te verwijzen naar een artikel in medisch tijdschrift The Lancet. Daarin valt inderdaad te lezen dat tussen 1990 en 2016 het aantal patiënten met de ziekte van Parkinson wereldwijd is verdubbeld. Dat geldt echter niet voor Nederland: hier is de ziektelast – gecorrigeerd voor leeftijd – juist gedaald met 6,7 procent. Ook in Frankrijk nam het aantal ziektegevallen in deze periode af met 5,9 procent.

Parkinson is een ernstige aandoening, die (nog) niet te genezen is, hooguit wat draaglijker te maken. In dat opzicht doet Bloem overigens buitengewoon nuttig onderzoek. Geen reden dus om er luchthartig over te doen, maar – omgekeerd – ook geen reden om nodeloos paniek te zaaien onder mensen die werken met glyfosaat en andere toegelaten bestrijdingsmiddelen.

Lees ook: Hoe Syngenta een studie naar glyfosaat en hersenschade meer dan twintig jaar achterhield

Wantrouwen in de wetenschap

Door een verplichte tussentijdse herbeoordeling worden in Nederland middelen verboden als daar – op basis van deugdelijk onderzoek – aanleiding voor is. Dat gold bijvoorbeeld voor paraquat en voor rotenon, een in de natuur voorkomende stof die in de biologische landbouw werd gebruikt. Hetzelfde geldt voor kopersulfaat dat als Bordeauxse pap onder andere in Frankrijk nog steeds is toegestaan in de (biologische) wijn- en fruitteelt om schimmels te bestrijden. Koperverbindingen zijn echter persistent en accumuleren in levende organismen. In Nederland is het gebruik van koper daarom verboden, behalve – in zeer lage doseringen – als meststof.

Het is belangrijk dat onderzoek gedaan blijft worden naar bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld met behulp van nieuwe onderzoeksmethoden. Vooralsnog zien de vele tientallen wetenschappers die betrokken zijn geweest bij de beoordeling van glyfosaat echter geen reden om dit middel in de ban te doen. De ‘framing’ van het tegendeel door media en milieuorganisaties voedt slechts het wantrouwen in de wetenschap en de controlerende overheidsinstanties en ondermijnt daarmee de democratie.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.