Meesterwerken uit de korte periode van dooi in de Sovjet-Unie opnieuw te zien

In 1953 komt Nikita Chroesjtsjov als winnaar uit de bus van de strijd om de opvolging van Jozef Stalin (1878-1953). Eenmaal aan de macht rekent hij snel af met zijn paranoïde voorganger. In zijn geheime toespraak op het twintigste congres van de communistische partij in 1956 hekelt hij de ‘persoonsverheerlijking’ die Stalin cultiveerde en die naar Chroesjtsjovs mening de rol van de partij en het Sovjetvolk in de opbouw van de heilstaat minimaliseert. Zijn toespraak leidt tot een periode van dooi die ongeveer een decennium standhoudt. In de kunst maken politieke propaganda en het dogma van socialistisch realisme plaats voor realistischere kunstvormen. Het Italiaanse neorealisme is daarbij een grote inspiratiebron – deze films mogen wel naar de Sovjet-Unie worden geëxporteerd, in tegenstelling tot Hollywoodfilms.

Het eerste meesterwerk van deze periode van dooi is Als de kraanvogels overvliegen (1957) van Michail Kalatozov dat door Eye Filmmuseum nu landelijk wordt uitgebracht en ook te zien is via zijn streamingplatform Eye Film Player. De film is een voorbeeld van de frisse wind die plots woei tussen de stijve kostuumfilms over het glorieuze Russische verleden, vrolijke musicals die zich afspelen op sovchozen en statige oorlogsfilms met nobele, zichzelf opofferende helden. Films die typerend waren voor de lange periode dat Stalin aan de macht was.

Maar wie naar de films uit de post-Stalinperiode 1956-1965 kijkt, ziet karikaturen veranderen in mensen van vlees en bloed, scenario’s met meer aandacht voor het alledaagse leven en een iets eerlijkere blik op het verleden. Daarbij is zelfs voorzichtige kritiek op Stalin mogelijk, iets wat daarvoor schier onmogelijk was. Ook gaat er meer geld naar de filmindustrie, die gedomineerd wordt door twee studio’s, Mosfilm en Lenfilm. Kalatozovs films werden door Mosfilm geproduceerd, indertijd de grootste en belangrijkste filmstudio van de Sovjet-Unie.

Als de kraanvogels overvliegen is niet alleen een doorslaand succes in het moederland, hij wint in 1958 ook de Gouden Palm op het filmfestival van Cannes en is een internationale triomf. Actrice Tatiana Samojlova krijgt een speciale vermelding voor haar aangrijpende rol als Veronika. Ook de schitterende cinematografie van Sergej Oeroesevski trekt de aandacht. Niemand minder dan de Spaanse kunstenaar Pablo Picasso prijst de grafische kwaliteit van het camerawerk, hij ontmoet zelfs de samen met Samojlova naar Cannes gereisde Oeroesevski.

Als de kraanvogels overvliegen speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar staat ver af van de gebruikelijke propaganda. Hier geen oorlogsheroïek, maar modderige slagvelden en aanmodderende achterblijvers. Centraal staat het jonge liefdespaar Veronika en Boris, hun verliefdheid wordt lyrisch neergezet door Kalatozov en Oeroesevski – de twee werkten nauw samen. Als Duitsland in 1941 de Sovjet-Unie binnenvalt, gaat Boris vrijwillig in het leger. Veronika trekt op een gegeven moment in bij de familie van Boris. Als de situatie in Moskou nijpend wordt, evacueren ze naar Siberië waar Boris’ vader, een arts, oorlogsslachtoffers helpt in het plaatselijke ziekenhuis waar Veronika als verpleegster werkt.

Met zijn fraaie camerawerk, genuanceerde personages en het achterwege laten van een opgelegde moraal is Als de kraanvogels overvliegen nog steeds een indrukwekkende film. Hij maakte bij verschijnen ook snel school en is van grote invloed op regisseurs als Tarkovski, wiens debuutfilm De jeugd van Ivan (1962, ook te zien op de Eye Film Player) absoluut schatplichtig is aan Kalatozov en Oeroesevski.

Het duo maakte nog twee films samen: De brief die nooit verzonden werd (1960) en het cinematografisch gezien buitengewoon imposante Soy Cuba (1964), een visueel overweldigende ode aan de Cubaanse revolutie. Eye Filmmuseum brengt Soy Cuba niet opnieuw uit, maar die onmisbare film is vanaf 16 januari gelukkig wel drie keer te zien in Kino Rotterdam. Het was een van de laatste vruchten van de dooiperiode, rond 1965 was het socialistisch realisme weer bon ton: Chroesjtsjov werd in 1964 opgevolgd door Leonid Brezjnev, die onder meer dicteerde dat de Sovjet-Unie zo nodig mocht ingrijpen in andere socialistische landen.

De brief die nooit verzonden werd is in dit opzicht interessant, met enerzijds helden die zich opofferen voor de goede zaak, anderzijds aandacht voor de individuele psychologie van zijn personages van wie er drie amoureus om elkaar heen draaien. In de wederom door Oeroesevski dynamisch gefotografeerde film gaan vier geologen, drie mannen en een vrouw (Tatiana Samojlova), naar de Siberische taiga, op zoek naar diamanten. Als ze die eenmaal gevonden hebben, gooit een verwoestende brand roet in het eten. Terwijl de vier op de radio, waarmee ze alleen nog kunnen ontvangen, worden geprezen om hun moed en doorzettingsvermogen, zien we ze vechten voor hun leven. De staatspropaganda op de radio vormt een groot contrast met hun werkelijkheid, die ook echt gevaarlijk was. Zo liep Samojlova brandwonden op en raakte een andere acteur bijna bevroren. Een mooi symbool voor het naderende einde van de dooi onder Chroesjtsjov.