Liegen op je werk, is dat oké?

Dilemma

„Mag je liegen op werk?”

Vrouw (27), naam bekend bij de redactie

Ja

Eén ding is zeker, zegt voormalig HR-adviseur Annemiek van Kessel: iedereen liegt. Ze schreef het boek Wat zit je haar goed! – dat gaat over liegen. In gesprekken met experts en in de vakliteratuur onderzocht ze waarom mensen liegen. „We doen het gemiddeld meermaals per dag. De ene keer om een fout te maskeren, de andere keer om je beter voor te doen dan je bent, of om aardig gevonden te worden.”

Op het werk is dat volgens Van Kessel niet anders. Neem cv’s. „Wie een nieuwe baan zoekt, wil graag een perfecte cv. Dus als er mankementjes in zitten, zoals een periode van werkloosheid, dan willen we dat graag maskeren en noemen die periode bijvoorbeeld een sabbatical.” Sommigen liegen over welk diploma ze gehaald hebben. „Om de werkelijkheid te verdoezelen.”

Leugens op werk gaan vaak over hoe druk mensen zijn, zegt Van Kessel, en over hoeveel uren ze werken. Bijvoorbeeld bij bedrijven die willen dat werknemers hun uren verantwoorden. „Het is best moeilijk om precies bij te houden wat je acht uur lang gedaan hebt. Dan ga je al snel dingen verzinnen.” Ook liegen mensen volgens Van Kessel veel over ziek zijn. „Op maandag bellen dat je ziek bent terwijl je eigenlijk nog een kater hebt van een nachtje doorhalen in het weekend.”

Maar liegen op het werk mág eigenlijk al, zegt docent retorica („waar feit én fictie ertoe doen”) aan de Universiteit van Amsterdam Thomas van Neerbos. Hij ontwikkelde de workshop ‘Liegen voor beginners’. „Liegen op het werk gebeurt zonder dat we er harde regels over hebben.” Het is geaccepteerd als mensen zaken verzwijgen, ziet hij. Zoals een zwangerschap, een sollicitatie bij een ander bedrijf of persoonlijke omstandigheden. Daar hoort soms ook een kleine leugen bij. „Over het algemeen weten we eigenlijk heel goed hoe ver we kunnen gaan met liegen.”

En het heeft ook voordelen, vindt Van Neerbos. Het kan bijvoorbeeld voor betere werkrelaties zorgen. „Het kan demotiverend zijn voor de ander om vaak achter elkaar kritiek te horen.” Een keer liegen om die collega die het niet goed doet een hart onder de riem te steken, door te zeggen dat iets prima is, kan dan volgens Van Neerbos juist wel goed zijn. Door te liegen, kun je bovendien ruimte creëren voor jezelf. „Bijvoorbeeld als je zegt dat je al een heel eind bent met een opdracht, terwijl dat niet zo is, maar je wel een goed plan hebt. Als je de waarheid zou vertellen geeft je baas de opdracht misschien aan iemand anders.”

Van Neerbos denkt dat we misschien wel minder zouden liegen als we meer onszelf kunnen zijn op het werk. Nu kan je doorgaans wel afwezig zijn vanwege ziekte, niet vanwege liefdesverdriet. Je mag wel te druk zijn, niet zenuwachtig. Je zegt maandag bij de koffieautomaat wel dat je naar een festival bent geweest met vrienden, maar niet dat je het hele weekend alleen in bed hebt gelegen. „Zolang werk een plek is waar je aan deze kaders en normen moet voldoen, liegen we vaker.”

Een hoge werkdruk kan volgens Van Kessel ook een reden zijn om meer te liegen. „Mensen die veel druk voelen en bang zijn om hun positie te verliezen, zullen zich eerder een dag ziek melden om bij te komen dan dat ze toegeven dat het even te veel wordt. Als je door een hoge werkdruk niet de ruimte voelt om daar eerlijk over te zijn, ga je voor jezelf ontsnappingsroutes inbouwen.”

Nee

Het nadeel van liegen, zegt Van Neerbos, is dat je zo het echte probleem niet onderkent. „Als je altijd zegt dat je de trein hebt gemist, dan hoef je niet te erkennen dat je eigenlijk steeds te laat van huis vertrekt. Dan ben je minder geneigd om je gedrag te veranderen. En als je vaak liegt over waarom je werk niet af is, geef je collega’s ook niet de kans om je te helpen.” Van Kessel: „Sommige mensen kunnen niet goed plannen en dan is dat eigenlijk het probleem.”

Liegen op het werk is volgens Van Neerbos „absoluut verboden” als het je collega’s schaadt of als je het bedrijf met de leugen in de problemen kunt brengen. „Zeggen dat je een deal binnen hebt terwijl dat niet zo is, kan natuurlijk echt niet.”

Werkgevers mogen volgens Van Kessel geen valse beloftes doen als zij een nieuwe werknemer aannemen. Als blijkt dat de beloftes over bijvoorbeeld doorgroeimogelijkheden niet waargemaakt kunnen worden, kan dat heel slecht zijn voor de motivatie van de medewerker én voor toekomstige sollicitaties.

Als werknemer is het dan weer belangrijk om fouten eerlijk toe te geven, zegt Van Kessel. „Neem een ingenieur die een constructiefout gemaakt heeft. Als die dat niet eerlijk toegeeft en het blijft onduidelijk wie de fout gemaakt heeft, brengt hij zijn werkgever in diskrediet.”

Echt uit den boze is liegen over ernstige ziekte, vinden Van Neerbos en Van Kessel. Zoals voormalig GroenLinks-Kamerlid Tara Singh Varma, die in 2000 beweerde een ongeneeslijke vorm van kanker te hebben. Ze zei zich te gaan voorbereiden op het einde. Het bleek een leugen. „Daar waren mensen terecht heel boos over”, zegt Van Neerbos.

Het zou uiteindelijk toch goed zijn, denkt Van Neerbos, om zelf te proberen steeds eerlijker te zijn. „Zeg gewoon: ik meld me ziek omdat mijn relatie gisteren is uitgegaan. Of: omdat ik ongesteld ben.” Dat geeft collega’s of leidinggevenden de mogelijkheid om voor zichzelf te bedenken „dat is eigenlijk best een prima reden om niet op werk te zijn”.

Dus

Liegen hoort erbij. Ook op het werk. Een leugentje om eigen bestwil kan geen kwaad, en kan zelfs voordelen hebben. Onthoud wel dat je door telkens te liegen ook een mogelijke oplossing voor het probleem mist. En over een aantal zaken, zoals ernstige ziekte, hoor je echt niet te liegen. Maar over het algemeen weten we allemaal best waar die grens ligt.