Kan Nederland 20 miljoen inwoners wel aan? Of zelfs nog meer?


Aylin Bilic

Tijdens een week vakantie in Izmir viel me op hoe actuele thema’s van hier ook daar spelen. Turkije is vol, Istanbul is vol, Izmir is vol, wordt er geroepen in de media en in gesprekken die ik voerde. „In 1960 hadden we een miljoen inwoners, nu zijn we vijf keer groter”, schetste een man uit Izmir de situatie in zijn stad. Weer terug in Nederland valt me op dat de demografische discussie hier beduidend voorzichtiger gevoerd wordt dan daar.

Over de meest ingrijpende ontwikkeling in Nederland de laatste twee eeuwen lees je in geschiedenisboeken maar weinig. In 1800 had Nederland zo’n twee miljoen inwoners. In 1900 ruim vijf miljoen. Net zo veel als Griekenland en Zweden. Landen als België, Oostenrijk en Portugal telden er toen nog beduidend meer. Tegenwoordig telt Nederland 17,7 miljoen inwoners. Daarmee hebben we al die andere landen ver achter ons gelaten. Het verklaart waarom Nederland in 1800 in de ogen van veel andere Europeanen een onbeduidend, achtergebleven landje was, terwijl we nu op veel terreinen met de grote Europese landen concurreren.

De verklaring voor die bevolkingsexplosie? Ik heb daar weinig steekhoudends over gelezen. De beide wereldoorlogen kunnen het niet zijn. Die gingen aan Zweden en Portugal volledig voorbij. In Frankrijk en Duitsland leidden de oorlogen wel tot een demografische deuk; in de meeste andere landen inclusief Nederland minder.

Nederlanders die in de vakantie naar Frankrijk trekken zijn verbaasd over de enorme leegte in de meeste departementen. Het gekke is: de tijd lijkt in grote delen van Frankrijk twee eeuwen stil gestaan te hebben. Veel van die departementen hadden in de negentiende eeuw net zo veel of zelfs meer inwoners dan tegenwoordig. Neem de populaire Dordogne. Halverwege de negentiende eeuw woonden daar ruim een half miljoen mensen. Tegenwoordig zijn het er zo’n 415.000. Ons eigen eveneens landelijke Drenthe zag zijn bevolkingsaantal in dezelfde periode meer dan vervijfvoudigen.

Toen Nederland in 1979 de grens van 14 miljoen inwoners passeerde, voorspelden demografen dat het maar de vraag was of we de 15 miljoen ooit zouden halen. Dat liep anders. Nu is de verwachting dat we eind 2035 op 19 miljoen zitten. In 2040 kan de grens van 20 miljoen geslecht worden. Dat zijn natuurlijk ramingen. Dit jaar zijn er tot en met augustus al 160.000 mensen bij gekomen in ons land. Als we dat tempo de komende twintig jaar vasthouden, zitten we in 2040 al op 22 miljoen.

Hebben we voor al die mensen straks voldoende drinkwater, nu de zomers steeds warmer en droger worden? Beseffen we dat we veel meer capaciteit op onze elektriciteitsnetten nodig hebben? Produceren we straks nog voldoende voedsel, of worden we sterk afhankelijk van meer grondstoffen- en voedselimport? En zijn een miljoen extra woningen tot 2030 voldoende, als we dat aantal überhaupt al halen? En is het verstandig die huizen nog in West-Nederland te bouwen met de stijgende zeespiegel? Moeten we in Nederland massaal aan de wolkenkrabbers ten oosten en zuiden van Amersfoort?

Hoe we de temperatuurstijging gaan aanpakken, hebben we in Europa inmiddels redelijk goed uitgetekend. Maar over de aanpak van de demografische ontwikkelingen blijft het stiller.

Regeringspartijen kijken vooral naar de nabije toekomst of hooguit tien jaar vooruit. Met onze klimaatplannen hebben we laten zien dat we tot 2050 kunnen kijken. Laten we dat zo snel mogelijk ook gaan doen met de uitdagingen die voortkomen uit de permanente bevolkingsgroei. We kunnen die niet op zijn beloop laten. Sommige crises waarmee we nu kampen hebben er al mee te maken: neem de wooncrisis of de stikstofcrisis.

Lees ook dit opinieartikel:

Anders dan een land als Turkije voert Nederland onvoldoende debatten over de bevolkingsgroei en de implicaties op de lange termijn. Terwijl het veel beleidsterreinen van de overheid raakt: arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, ruimtelijke ordening, energievoorziening, infrastructuur, voedselvoorziening en nog veel meer. Het debat daarover niet voeren, betekent dat debat overlaten aan populistisch-rechts, wat niet alleen dom is, maar ook verdere polarisatie in de hand werkt.

De wereld is er de laatste jaren niet vrijer op geworden. Regimes in landen als China en Rusland en in mindere mate ook Turkije zijn hoe langer hoe autoritairder geworden. Dat drijft onder meer grote groepen hoogopgeleide jongeren naar het democratische Westen. Begrijpelijk, en goed voor de West-Europese economie. Verder komen er vroeg of laat ook klimaatvluchtelingen op gang. Maar wellicht is het Franse platteland een verstandiger vestigingsplaats dan de overvolle Hollandse polder.

Aylin Bilic is headhunter en publicist.